Installatietekeningen: ligging van kachels, lichtpunten en kabels aan geven.
Sparingstekeningen= worden gemaakt om bijv. sparingen door vloeren en muren aan te geven, om
later dure hak/reparatie werk te voorkomen wordt.
Constructietekeningen= constructeur zet sterkte berekeningen op papier bijv. van staal.
Revisietekeningen= achteraf gemaakte tekeningen omdat de werkelijke situatie toch anders is.
BIM= building information modeling. BIM zorgt ervoor dat alle relevante informatie gedurende het
hele bouwproces wordt opgeslagen, gebruikt en beheerd in een 3d omgeving.
4.2 normalisatie tekeningen:
Normalisatie= met inspraak van alle belanghebbende opstellen van regels en die toepassen.
Locatietekeningen= geven aan waar het gebouw, de materialen of gebouwdelen zich bevinden.
Assemblagetekeningen= geven aan hoe gebouwdelen en materialen worden aangebracht, bijv.
wapening, plafond en detailtekeningen.
,Componententekeningen= geven aan welke prefab-onderdelen moeten worden vervaardigd.
Componentenoverzicht: zoals het verzamelblad van de kozijnen en de kozijnstaat.
Componentenassemblagetekeningen: geven aan hoe componenten moeten worden
samengevoegd.
Componentenvervaardigingtekening: hierop staat maatvoering van diverse onderdelen van
bijv. kozijnen
Staten= hebben betrekking op gebouwdelen, materialen, ruimten enzovoorts. Hierop staan overzicht
van wand, vloer, trap, plafond en afwerking van een woning.
4.4 bestek en voorwaarden:
Bestek= een beschrijving van het werk, staat in onder welke voorwaarden het werk wordt
uitgevoerd.
Afkortingen:
DRB= Dispute Review Board.
BNA= Bond van Nederlandse Architecten.
NCIV= Nederlandse Christelijk Instituut voor Volkshuisvesting.
NEPROM= vereniging voor Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen.
NWR= Nationale Woningraad.
VNG= Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
NEN= Nederlandse Normalisatie Instituut.
, Hoofdstuk 7
7.1 bouwvormen:
Traditionele bouw= vrijstaande woning/ twee onder een kap.
Laagbouwwoningen= woningen die in series worden gebouwd. (eengezinswoning)
Woningen met 4 of 5 bouwlagen ( woningportiek )
Hoogbouw= 6 of meer bouwlagen ( galerij en torenflats )
! een lift is verplicht vanaf 3 bouwlagen! ( dus pas als de woning 4 bouwlagen hoog is is een lift
verplicht.
Utiliteitsbouw= alle bouwwerken die geen woonbestemming hebben.
Gebouwen om in te werken ( fabrieken, kantoren en opslagruimtes )
Gebouwen voor commerciële dienst verlening ( winkel en garage )
Verzorgingsinstellingen ( ziekenhuizen )
Recreatie voorzieningen ( bioscoop, vakantieoorden en sportgebouwen )
1845:
Etagewoningen= bestond uit een begane grond en twee verdiepingen. De voorgevel had 2
voordeuren. De ene voordeur gaf toegang tot de keuken en de woonkamer en de ander naar het
achterhuis. De fecaliën werden naar een put afgevoerd. Het nadeel was dat het trappenhuis bij 1945
en 1900 niet gescheiden is.
1900:
Etagewoningen= slaapgelegenheid bestond uit alkoven of tussenkamers en de keuken was van de
woonkamer gescheiden. Ook gas, water en elektra deden hun intrede. Het nadeel was dat het
trappenhuis bij 1945 en 1900 niet gescheiden is.
1920:
Een variant op de etagewoning van 1900 ( ook wel de alkoofwoning met 2 verdiepingen ) zorgde
ervoor dat de linker deur voor de beneden verdieping bestemd was en de rechterdeur met een
rechte steektrap naar de eerste en tweede verdieping ging. Dit verbeterde de privacy.
1925:
Alkoven werden verboden en de slaapgelegenheden lagen aan de voor en achter gevel zodat er
voldoende lichtinval was.
Linker deur: benedenwoning
Middel deur: eerste en tweede verdieping
Rechter deur: benedenwoning
Portiekwoning= de portiekwoning is in dezelfde tijd ontstaan als de etagewoning. De portiekwoning
had een ingewikkelde woning waardoor het kostbaar was om te bouwen. De begane grondwoning
had een eigen voordeur en de eerste en tweede verdieping werd bereikt door een steenachtige trap.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur WiesBekhuis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.