Samenvatting bestuurskunde, gedoceerd door Wouter van Dooren. Hiermee heb ik zelf een 19/20 behaald. Het zijn slides + alle notities die ik maak gedurende alle lessen.
Bestuurskunde
H1: politiek, democratie en rechtsstaat
Wat is de overheid? Afbakenen van andere maatschappelijke spelers
Als persoon neem je deel aan de maatschappij. Maatschappij is complex en heeft
verschillende structuren en organisaties.
3 breuklijnen:
Publieke organisaties worden aangestuurd door een collectief proces. Private organisaties
worden aangestuurd door private intiatieven van burgers.
Profit organisaties hebben een winstmotief
Non-profit org hebben geen winstmotief
Formele organisaties hebben hun werking geformaliseerd. Is opgeschreven in documenten
en op papier. Werkrelaties worden in regels gevat met statuten en huishoudelijk reglement.
Informele org hebben geen geformaliseerde werking
Als gevolg 4 domeinen:
- Staat:
• Dwang: staat kan mensen dwingen om dingen te laten doen tegen hun zin
• Voice: je kan je stem laten horen als je het niet eens bent met het beleid
- Markt:
• Ruil is het definiërende element. Als je naar bakker gaat ruil je je centen in
voor een brood. Als je werkt, ruil je je werktijd in voor loon
, • Exit: als je naar de bakker gaat en je bent niet tevreden of niet meer over je
werk, kan je naar een andere bakker gaan of andere job zoeken
- Civil society/burgermaatschappij:
• Zorg: mensen engageren zich omdat ze zorg willen dragen voor anderen,
milieu, dierenrechten. Dus zorg dragen voor alle belangen dat ze belangrijk
vinden. Dit is de reden waarom mensen vaak non-profit orgsanisaties
steunen.
• Vertrouwen: dit is de drijvende kracht. Bv je vertrouwt er op dat Rode Kruis
of Greenpeace je bijdragen goed gebruiken. Vetrouwen in
middenveld=drijvende kracht
- Gemeenschappen:
• Liefde: vrienden, familie..je engageert je in je familie omdat je ze graag ziet
• Loyalty: krijg je en geef je bv als je vrienden gaan verhuizen, ga je helpen
Deze 4 domeinen spelen een grote rol in de sturing van de maatschappij. Hoe groot deze rol
moet zijn hangt samen met een ideologie. Een liberale ideologie gaat een kleinere staat
eisen en een sociale gaat een grotere staat eisen.
We staren ons vaak te blind op 1 veld. We zeggen te snel dat iets volledig opgelost moet
worden of in de handen ligt van de overheid of markt. Dit is zelden zo, goed bestuur is
samenspel in de versch domeinen.
Schema toepassen op armoedebeleid:
Overheid:
, - Armen worden gedwongen een bepaald beleid te volgen met bepaalde regels zonder
dat ze zelf geen inspraak hebben. Armen worden gedwongen om ook belastingen te
betalen, om ook de verhogingen van bv water men elektriciteit (die doorgevoerd zijn
door de overheid) te betalen, hierdoor lijkt hun job eerder op dwangarbeid.
- De overheid rechtvaardigt het gebruik van ‘dwang’ door te stellen dat het voordelen
creeërt voor het grotere goed.
- Mensen in de armoede hebben vaak geen voice. Ze bevinden zich in een
ondergeschikte positie. Hierdoor kunnen ze niet reflecteren over de structurele
oorzaken van hun armoedesituatie en hoe de maatschappelijke strijd tegen armoede
beter georganiseerd zou worden.
Burgermaatschappij:
- Organisaties zoals: het OCMW (staatsdienst), voedselbanken, kringloopwinkels, CAW
cauwenberg, Rijksdienst sociale zekerheid, supermarkten (witte producten →
substantiël lagere prijzen), sociale medewerkers en verenigingen waarbij armen het
woord kunnen nemen.
- Uit individuele plicht en uit solidaire overwegingen willen ze bijdragen dat arme
mensen eerlijk worden behandeld.
- Ze willen dat de overheid, armoede gaat zien als een collectieve
verantwoordelijkheid en niet als een indivueel probleem maar als een collectief
sociaal probleem. Want vaak resulturen de gevolgen van individuele keuzes in
collectieve sociale problemen. Ze willen dat armen, gelijk en rechtvaardig worden
behandelt en niet worden bezien als ondergeschikt.
Markt:
- Om deel te nemen aan de arbeidsmarkt hebben individuen een vast adres nodig, dit
betekent dat ze onderdak dus een woning moeten bezitten. Mensen die arm zijn
bezitten vaak niet over het geld om onderdak te vinden, hierdoor kunnen ze niet
deelnemen aan de arbeidsmarkt, dus kunnen ze niet gaan werken, waardoor ze enkel
nog armer worden (=vicieuze cirkel).
- Vaak wordt er misbruik gemaakt van armen door hun bv onbewoonbare woningen te
laten huren. Deze zijn vaak ‘betaalbaar’ maar zijn gewoon onbewoonbaar (schimmel,
ziektes etc). hierdoor kunnen mensen ziek worden, vaak niet gaan werken en komen
terug terecht in de vicieuze cirkel.
- Of armen worden aangenomen en krijgen een hongerloon betaald. Ze krijgen veel
minder geld voor dezelfde job.
Gemeenschappen:
- Mensen die leven in kerngezinnen (degen die een partner hebben en waarbij beide
partners werkn) hebben hogere inkomens. Armen zijn vaak alleenstaanden en
éénoudergezinnen. De verantwoordelijkheid van een gezin is dus (meer) inkomen
verwerven.
- Armen kunnen sociale netwerken hebben maar meestal zijn dit andere armen. Dit
komt omdat ze steeds in de kring van armoede blijven zitten dus op deze manier
geen individuen uit de hogere sociale kringen kunnen ontmoeten. Armen wonen in
dezelfde buurten waar andere armen wonen, ze werken voor hongerlonen, wat
, andere armen ook doen en in hun vrije tijd gaan ze om met de mensen die ze al
kennen (ook armen).
- Kunnen naasten armen echt helpen? Of lost dat de structurele armoede niet op en
enkel de ‘oppervlakkige’? en moet er echt een volwaardig armoedebeleid van de
overheid zelf komen?
wat is de staat?
Een gemeenschap die een (succesvolle) claim legt op het legitieme gebruik van fysiek geweld
binnen een territorium. → definitie van Max Weber
Fragiled state index: vroeger was dit de ‘failed state index’ → land waar er geen of weinig
authoriteit is en er geen deftig beleid is.
- Gemeenschap:
• staat moet een collectieve indentiteit hebben. Bv als je opreis bent, zeg je ‘ik
kom uit België’. Daarbij zeggen Amerikanen ook ‘we the people of America’
• imagined community (Anderson) (verbeelde gemeenschap): een community
die niet een echte gemeenschap is zoals een familie of buurt waar je mensen
persoonlijk kent, maar een gemeenschap dat je verbeeldt die je met
miljoenen andere mensen deelt.
o Staat hebben ideologische tools om deze verbeelding te realiseren
(vlaggen, volksliederen).
o Dit wordt versterkt door instiuties zoals onderwijs en de
gezondheidszorg. In onderwijs wordt vaak de geschiedenis ve bepaald
land aangeleerd. We betalen ook voor die zorg. We betalen allemaal
samen belastingen dus collectief voor éénzelfde lotsbestemming.
- Legitiem:
• Gaat niet om pure machtsoefening maar ook om aanvaarde macht (=gezag)
- Geweldsmonopolie= cruciaal
• Andere domeinen zoals domeinen zoals een markt, gemeenschap etc hebben
dit element niet.
- Grondgebied (=territorium):
• Zonder grondgebied is er geen staat
• Duidelijke afgebakende grenzen
Maatschappij zonder staat is moeilijk in te beelden. Om de staat beter te begrijpen moeten
we de staat eens wegdenken.
Anarchisme:
Grondlegger in eerste helft van 19e eeuw= Proudhon
Hij zegt:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emilygoris. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.