Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie Blok 2 €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Bedrijfseconomie Blok 2

 5 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Hierin vind je de belangrijkste formules en informatie die je moet kennen voor het vak Bedrijfseconomie.

Aperçu 2 sur 9  pages

  • 2 octobre 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Leerdoel 1 Voorraad
Bedrijven houden voorraad om de volgende redenen:
 Om snel te kunnen reageren op vragen van de klant;
 Om te voorkomen dat de productieafdeling maandenlang moet wachten op grondstoffen
(ontkoppelen productieketen);
 Voorraad wordt ingekocht in grote partijen, waardoor ze vaak een quantumkorting krijgen.
Dit is slim wanneer de inkoopprijs in de toekomst stijgt.
Het aanhouden van voorraad brengt kosten met zich mee. Dit zijn de bestel- en opslagkosten. De
bestelkosten bestaan uit alle kosten die komen kijken bij het bestellen van voorraad zoals
administratiekosten en de personeelskosten van de inkoopafdeling. De opslagkosten bestaan uit alle
kosten om de voorraad op te slaan; zoals de huisvestigingskosten, verzekering en personeelskosten
magazijn. Belangrijke termen die bij dit leerdoel horen zijn:
 Inkopen: de totale waarde van de ingekochte goederen bij de leveranciers tegen de
inkoopprijs. Als ze direct doorverkocht worden dan worden deze inkopen vertaald in de
inkoopwaarde van de verkopen en als dit niet het geval is, dan worden ze opgenomen in de
voorraad.
 Inkoopwaarde verkopen: de waarde van de verkochte goederen tegen de inkoopprijs. Te
berekenen door: afzet * inkoopprijs per product
 Voorraad: de waarde van de producten, halffabricaten of grondstoffen, die klaar zijn voor de
verkoop of verwerking in het productieproces.

Formules bij dit leerdoel
 Eindvoorraad = beginvoorraad + inkopen – inkoopwaarde verkopen
 Gemiddelde voorraadstand = (begin + eind)/2

Leerdoel 2 Debiteurenbeheer
Een debiteur ontstaat doordat de onderneming met de klant afspreekt dat de te betalen factuur pas
over een maand betaald hoeft te worden. Deze klant wordt dan een debiteur. De onderneming loopt
het risico dat deze niet betaald zal worden (wanbetaling), maar er zijn drie redenen waarom een
bedrijf hiervoor kiest:
 Uit het oogpunt van de concurrentie die klanten deze mogelijkheid ook bieden;
 Het verlagen van de drempel voor aankoop;
 Service voor de klant.
Wat kan een onderneming doen tegen wanbetaling:
 Instellen van een betalingstermijn;
 Incassopolitiek wanneer de klanten niet voldoen binnen de betalingstermijn;
 Betalingskorting wanneer klanten eerder betalen;
 Kredietwaardigheidsbeoordeling, waarbij de financiële gezondheid van de koper wordt
beoordeeld;
 Factoring, waarbij een onderneming de vorderingen die zij heeft bij een of meerdere
debiteuren verkoopt aan een factoringsbedrijf. Het voordeel is de zekerheid over de grootte
en de betalingstermijn. Een nadeel is dat het bedrijf niet alles ontvangt van de debiteuren,
omdat er ook een deel betaald moet worden aan het factoringsbedrijf.




Formules bij dit leerdoel

,  Gemiddeld debiteurenbedrag = (deb. Begin + deb. Eind)/2
 Gemiddeld krediettermijn = gem. debiteurenbedrag/verkopen op rekening * 365
 Verkopen op rekening is de waarde van alle openstaande facturen.
 Een jaar telt 365 dagen, tenzij anders aangegeven.
 Gemiddeld debiteurensaldo = krediettermijn/12 maanden * verkopen op rekening

Leerdoel 3 Betalingstermijn crediteuren
Crediteuren ontstaan doordat je als bedrijf inkoopt bij jouw leveranciers. Deze stuurt je een factuur
op, maar die hoef je pas over een maand te betalen. Dit bedrag zal dan toegevoegd worden aan de
post crediteuren.

Formules bij dit leerdoel
 Crediteurensaldo = inkopen op rekening * (betaaltermijn / 365)
 Inkopen op rekening is inclusief BTW.
 Een jaar telt 365 dagen, tenzij anders aangegeven.
 Crediteurendagen = (crediteurensaldo / jaarlijkse inkopen op rekening) * 365
 Crediteuren bevatten BTW. Het crediteurensaldo bestaat namelijk uit facturen voor
inkopen op rekening waar BTW op staat. Indien (inkoop)kosten worden omgerekend
naar inkopen op rekening (facturen) moet hier dus nog de BTW bij opgeteld worden.
 Een jaar telt 365 dagen, tenzij anders aangegeven.
 Crediteuren eind = crediteuren begin + inkopen op rekening – betalingen op rekening
 Crediteurensaldo = (crediteurendagen/365) * inkopen op rekening
 Let op de BTW indien kosten naar inkopen op rekening worden vertaald. Omdat BTW
geen kostenpost is zal de BTW ook niet in de kosten op de resultatenrekening staan.
 In de praktijk wordt deze formule vaak toegepast op basis van 360 dagen, omdat dit
makkelijker rekent.

Leerdoel 4 Netto werkkapitaal
Het werkkapitaal zijn de bezittingen en schulden die gedurende één cyclus meegaan. Hierbij is de
stelregel van één jaar van toepassing. Hieronder vallen de vlottende activa en de liquide middelen.
Dit is het bruto werkkapitaal én de kortlopende schulden. Het netto werkkapitaal uitgedrukt in een
formule is als volgt:

Netto werkkapitaal = vlottende activa + liquide middelen – kort vreemd vermogen; of
Netto werkkapitaal = lang vreemd vermogen + eigen vermogen – vaste activa

Een belangrijk begrip is de Cash Conversion Cycle. Dit is de periode dat het geld opgesloten zit. Het
netto werkkapitaal is een financieringsbehoefte. Een onderneming moet namelijk geld investeren in
voorraad, debiteuren en overige vlottende activa. De onderneming investeert en het duurt even
voordat dit wordt omgezet in liquide middelen; het duurt even voordat de voorraad is verkocht
(zogenaamde voorraaddagen) en betaald (de zogenaamde
betaaltermijn debiteuren). Gelukkig duur het ook even voordat Te hoog Te laag
en onderneming de voorraad betaalt (de zogenaamde werkkapitaal werkkapitaal
betaaltermijn crediteuren). Dit kun je optimaliseren door de Hoge Te weinig
crediteurentermijn maximaal te benutten en de betalingstermijn voorraadkosten voorraad
van de debiteuren te verkorten. Om liquiditeitsproblemen te Geld had
voorkomen, berekenen grote ondernemingen hee vaak het netto geïnvesteerd
werkkapitaal. kunnen worden

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SV1999. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78075 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99
  • (0)
  Ajouter