Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Boom Juridische studieboeken - Inleiding personenvennootschappen, ISBN: 9789462909168 Inleiding Ondernemings- En Faillissementsrecht €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Boom Juridische studieboeken - Inleiding personenvennootschappen, ISBN: 9789462909168 Inleiding Ondernemings- En Faillissementsrecht

1 vérifier
 79 vues  15 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van het boek ''Inleiding personenvennootschappen''. Alles wat in deze samenvatting is opgenomen is relevant voor het tentamen van woensdag 20 oktober 2021. ISBN: 9168

Aperçu 4 sur 33  pages

  • Non
  • Alles dat relevant is voor het tentamen
  • 2 octobre 2021
  • 33
  • 2021/2022
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: fleurvinken • 2 année de cela

avatar-seller
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1 Keuzebepalende factoren
Een op te richten of reeds bestaande organisatie kan in verschillende juridische structuren
worden gegoten. Voor welke structuur men kiest, is afhankelijk van een groot aantal
factoren. Het Nederlandse recht biedt een aantal juridische organisatiestructuren die
aangewend kunnen worden voor de vormgeving van een onderneming.
In de Nederlandse wetgeving noch in de Nederlandse juridische literatuur komen wij een
eenduidige omschrijving van het begrip ‘onderneming tegen. In artikel 2 van het
Handelsregisterbesluit 2008 lezen we dat van een onderneming sprake is indien een
voldoende zelfstandig optredende organisatorische eenheid van één of meer personen
bestaat, waarin door voldoende inbreng van arbeid of middelen, ten behoeve van derden
diensten of goederen worden geleverd of werken tot stand worden gebracht met het
oogmerk daarmee materieel voordeel te behalen. En in de Wet op de ondernemingsraden
wordt de onderneming omschreven als elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid
optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens
publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht.
Rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid
 Vereniging art. 2:26-52 BW
 Coöperatie art. 2:53-63j BW
 Onderlinge waarborgmaatschappij art. 2:53-63j BW
 Naamloze vennootschap art. 2:64-174a BW
 Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid art. 2:175-284a BW
 Stichting art. 2:285-304 BW
 EESV
 EV
Rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid
 Eenmanszaak geen wettelijke regeling
 Maatschap art. 7A:1655-1688 BW
 Vennootschap onder firma art. 7A:1655-1688 BW & art. 16-34 WvK
 Commanditaire vennootschap art. 7A:1655-1688 BW & art. 16-34 WvK
Het belangrijkste onderscheid tussen organisatievormen met en zonder
rechtspersoonlijkheid is gelegen in het feit dat er bij de oprichting van een rechtspersoon
een instituut wordt gecreëerd. Dit instituut is een zelfstandig rechtssubject, dat wil zeggen
een zelfstandig drager van vermogensrechtelijke rechten en verplichtingen (art. 2:5 BW). Dit
gegeven brengt mee dat een rechtspersoon een eigen vermogen heeft. Dit eigen vermogen
dient tot verhaal van crediteuren van de rechtspersoon en staat los van de privévermogens
van de bij de rechtspersoon betrokken (rechts)personen, zoals leden, aandeelhouders,
bestuurders of commissarissen.

,De organisatievormen zonder rechtspersoonlijkheid kennen geen eigen vermogen in
bovenbedoelde zin. Daar waar rechtspersoonlijkheid ontbreekt, is steeds sprake van een
directe persoonlijke vermogensrechtelijke betrokkenheid van de ondernemer bij het reilen
en zeilen van de onderneming. Dit neemt niet weg dat er in een aantal gevallen wel sprake
kan zijn van een civielrechtelijk relevant onderscheid tussen het privévermogen van de
ondernemer en het zaaksvermogen van de organisatie. Wanneer dit onderscheid kan
worden gemaakt spreekt men niet van een eigen vermogen, maar van een afgescheiden
vermogen. In zo’n situatie wordt een bepaald bijeengebracht vermogen ontkoppeld van de
privévermogens van de ondernemers, in die zin dat juridisch onderscheid kan worden
gemaakt tussen het zaaksvermogen van de organisatie en de privévermogens van de
vennoten. Dat onderscheid brengt niet mee dat een ondernemer niet in zijn privévermogen
kan worden aangesproken voor zaaksschulden. Het afgescheiden vermogen is relevant voor
de verhaalspositie van de vennootschapsschuldeisers. Deze kunnen zich op dat afgescheiden
vermogen verhalen, terwijl privécrediteuren van de ondernemers dat niet kunnen.
Vennootschapsschuldeisers kunnen zich bovendien verhalen op de privévermogens van de
vennoten.

1.2 De eenmanszaak
Op grond van de Handelsregisterwet (art. 5b jo. art. 18 HrgW 2007) moet de ondernemer die
een bedrijf start tijdig zorgdragen voor de opgave voor de eerste inschrijving van de
onderneming. Indien de onderneming toebehoort aan een natuurlijk persoon, dienen op
grond van artikel 10 lid 2 HrgW 2007 en artikel 16 HrgB 2008 de persoonlijke gegevens, de
handtekening en de geslachtsaanduiding van deze persoon te worden opgenomen. De
oprichting van de onderneming heeft verder nauwelijks vermogensrechtelijke
consequenties. De ondernemer is met zijn gehele vermogen gelijkelijk aansprakelijk ten
opzichte van zijn crediteuren, zowel tegenover hen die vorderingen hebben in de privésfeer
als tegenover crediteuren die een vordering hebben in de sfeer van de onderneming.
Is de ondernemer die zijn werkzaamheden heeft ondergebracht in een eenmanszaak in
gemeenschap van goederen gehuwd of in enige gemeenschap van goederen een
geregistreerd partnerschap aangegaan, dan zal ook het door zijn partner ingebrachte
vermogen door de crediteuren van de ondernemer kunnen worden uitgewonnen.

1.3 Maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap:
kwalificatie van personenvennootschappen
Deze organisatievormen zijn pure overeenkomsten en geen instituten zoals de
rechtspersonen van Boek 2 BW, maar worden desondanks meer en meer gezien als aparte
entiteiten. Zij zijn gebaseerd op samenwerking tussen twee of meer personen (natuurlijke of
rechtspersonen), die een samenwerkingsovereenkomst aangaan in de vorm van een van de
drie genoemde organisatiestructuren.
Vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap zijn species van het genus
maatschap. Dit betekent dat de wettelijke regeling van de maatschap van toepassing is op de

,vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap, voor zover de wettelijke
regeling van deze vennootschappen niet van de maatschapsregeling afwijkt.
De maatschap wordt door de wetgever gedefinieerd als de overeenkomst waarbij twee of
meer personen zich ten opzichte van elkaar verbinden om iets in gemeenschap te brengen
met het oogmerk het daaruit ontstane voordeel met elkander te delen. Vervolgens wordt de
vennootschap onder firma omschreven als de maatschap, aangegaan tot uitoefening van
een bedrijf onder gemeenschappelijke naam. De commanditaire vennootschap kan
omschreven worden als de vennootschap die wordt aangegaan tussen hoofdelijk verbonden
vennoten en commanditaire vennoten. Deze commanditaire vennoten brengen
risicodragend vermogen in de gemeenschap en zijn niet bevoegd om voor rekening van de
vennootschap handelingen te verrichten. Indien er meerdere beherende vennoten zijn in
een commanditaire vennootschap, is op hen de regeling van de vennootschap onder firma
van toepassing.
Maatschap
 Stil
- Beroep
o Maatschap
- Bedrijf
o Maatschap
 Openbaar
- Beroep
o Maatschap
- Bedrijf
o Alleen beherende vennoten
 Vennootschap onder firma
o Beherende en stille vennoten
 Commanditaire vennootschap

1.5 Rechtssubjectiviteit en procespersoonlijkheid
1.5.1 Rechtssubjectiviteit
Binnen het privaatrecht gebruiken we de term rechtssubject ter aanduiding van iemand
die/iets dat drager kan zijn van rechten en verplichtingen. Traditioneel worden in het huidige
privaatrecht twee verschillende rechtssubjecten erkend: de natuurlijke persoon en de
rechtspersoon.
De traditionele opvatting ziet de individuele vennoten als de dragers van rechten en plichten
en erkent niet dat er naast de vennoten nog een vennootschap als zodanig zou kunnen
bestaan die rechtssubjectiviteit heeft (individuentheorie). De regeling van de maatschap in
artikel 7A:1655 e.v. BW gaat van deze gedachte uit.
De vennootschap kan als zodanig optreden als eiser of gedaagde (art. 51 lid 1 Rv), en de
vennootschap kan als zodanig failliet worden verklaard. Met betrekking tot de openbare

, maatschap ter uitoefening van een beroep kunnen we, gezien de formulering van artikel 51
lid 2 Rv, ook procespersoonlijkheid aannemen.
1.5.4 Procespersoonlijkheid
In art. 51 Rv staat aangegeven aan wie een dagvaarding waarin een vennootschap onder
firma of commanditaire vennootschap wordt gedagvaard, moet worden betekend. De
vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap kunnen onder hun eigen naam
gedagvaard worden. Indien de vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap
als eisende of verwerende partij optreedt, zijn de individuele vennoten of beherend
vennoten geen procespartij, zelfs niet gezamenlijk. De namen van de vennoten hoeven niet
in de dagvaarding genoemd te worden; het noemen van de naam van de vennootschap
volstaat.
Mede gezien het tweede lid van artikel 51 Rv kan procespersoonlijkheid ook worden
aangenomen voor de openbare maatschap. Deze heeft namen een afgescheiden vermogen.
Vennootschapsschuldeisers die verhaal wensen te nemen op het afgescheiden vermogen,
hebben een veroordelend vonnis nodig dat een executoriale titel oplevert tegen de
vennootschap.
Het is echter bij het dagvaarden van een personenvennootschap zeer verstandig naast de
vennootschap tevens de individuele vennoten te dagvaarden. Dit heet een
tweelingdagvaarding. In De Gouw/De Hamer heeft de Hoge Raad namelijk uitgemaakt dat
een veroordelend vonnis tegen de vennootschap alleen ten uitvoer kan worden gelegd op
het vennootschapsvermogen, en niet op het privévermogen van de vennoten. Dat de
vennoten in de vennootschap onder firma allen hoofdelijk verbonden zijn met hun gehele
vermogen doet hieraan niets af. Een crediteur kan zijn vordering uitsluitend op het
privévermogen van de vennoten verhalen indien hij een vonnis heeft dat ook de vennoten in
privé veroordeelt. Voor het verkrijgen van een dergelijk vonnis is uiteraard vereist dat hij de
vennoten in privé heeft gedagvaard.
1.5.5 Kan de vennootschap failliet worden verklaard?
Een vof kan, hoewel zij geen rechtspersoonlijkheid heeft, als zodanig failliet worden
verklaard. Wat de positie van de vennoten in dat faillissement betreft, bepaalt de
Faillissementswet slechts dat de aangifte tot faillietverklaring van een vof ook de naam en de
woonplaats van de vennoten moet inhouden (art. 4 lid 3 Fw). Hieruit kan niet worden
afgeleid dat een faillissement van de vof steeds en zonder meer het faillissement van de
vennoten meebrengt.
De omstandigheid dat een vof haar verplichtingen niet voldoet, kan het oordeel wettigen dat
zij in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Indien zij op die grond failliet
verklaard wordt zal, gelet op art. 18 WvK het faillissement van de vennoten doorgaans
onvermijdelijk zijn, maar dat behoeft niet noodzakelijkerwijs het geval te zijn.
Zo kan een vennoot, in tegenstelling tot de vof zelf, voldoende (privé)vermogen hebben om
zowel de schuldeisers van de vof als zijn privéschuldeisers te voldoen; ook als hij bepaalde
vorderingen niet voldoet, brengt dat nog niet noodzakelijkerwijs mee dat hij in de toestand

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JustASmallTownGirl. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  15x  vendu
  • (1)
  Ajouter