KUMAR & CLARKS Clinical Medicine
Week 8 – p. 515-548
Bloedcelvorming (hematopoëse)
Hemopoëtische systeem > bestaat uit beenmerg, lever, milt, lymfeknopen en thymus
Er worden bloedeilandjes gevormd in de dooierzak in de 3 e week van de zwangerschap die primitieve
bloedcellen produceren. Deze verplaatsen naar de milt en lever. Hier gebeurt de hematopoëse tot 7
maanden van de zwangerschap. Dan wordt het beenmerg de bron van hematopoëse.
Bij je geboorte zijn alle botten gevuld met rood beenmerg. Als je ouder wordt, wordt dit rode
beenmerg grotendeels vervangen door geel of vettig beenmerg. Het rode beenmerg zit bij
volwassenen vooral nog in het dijbeen, de ribben, de wervels en de heupbeenderen. In het rode
beenmerg worden bloedcellen gemaakt. Het gele beenmerg wordt vooral gebruikt om vetzuren in op
te slaan. Als er meer bloedcellen nodig zijn, breidt het rode beenmerg zich uit. Als er sprake is van
een ernstige bloedarmoede zullen organen zoals de milt, de lever en ook de botten, helpen met de
extra aanmaak van bloed, waardoor ze gaan groeien. Dit heet extramedullaire hematopoiese.
Alle bloedcellen ontstaan uit pluripotente stamcellen. Ze hebben twee belangrijke eigenschappen:
- Zelfvernieuwing: productie van meer stamcellen
- Proliferatie en differentiatie in progenitorcellen (voorlopercellen)
Hemopoëtische groeifactoren
Groeifactoren > glycoproteïnen > reguleren differentiatie en proliferatie van hemopoëtische
progenitorcellen en de functie van volwassen bloedcellen. Sommigen zijn aanwezig in bloedcirculatie
en sommigen in het beenmerg.
Thrombopoietine (TPO) wordt geproduceerd in de nieren, lever en sommige beenmerg
bindweefselcellen. Het controleert de bloedplaatjes (trombocyten) productie samen met
groeifactoren IL-6 en IL-11. Deze 3 factoren stimuleren dus de hematopoëse.
Er zijn ook factoren die dit proces remmen: Tumornecrosefactor (TNF, kan apoptose veroorzaken) en
transforming growth factor bèta (TGF-).
Perifeer bloed
Mean Corpuscular Volume (MCV): gemiddelde grootte rode bloedcellen. Te hoge waarde >
bloedarmoede als gevolg van vitamine-B12 of foliumzuur gebrek. Te lage waarde > bloedarmoede als
gevolg van ijzergebrek.
Normaalwaarde:
80-100 femtoliter
Red cell distribution width (RDW): berekening van de variatie in de grootte van de rode bloedcellen.
Bij sommige soorten bloedarmoede bestaat er een grote variatie in de afmetingen van rode
rode bloedcellen breedte
bloedcellen. Dan is de RDW toegenomen. RDW = x 100
gemiddelde cel breedte
Normaalwaarde:
11-15%
White cell/blood count (WCC/WBC): aantal witte bloedcellen (leukocyten)
Normaalwaarde:
4-10 miljard/liter bloed
Reticulocyten: onvolgroeide erytrocyten (<2% van rode bloedcellen). Het laat zien hoe de erytroïde
activiteit in het beenmerg is: toegenomen > toegenomen volwassen merg. Afgenomen in
aanwezigheid van anemie > verkeerde reactie beenmerg (beenmerg ‘storing’).
Normaalwaarde:
, 0.5-2.5%
Bezinkingssnelheid erytrocyten (BSE): snelheid meten waarmee de rode bloedcellen door de
zwaartekracht uitzakken in een rechtopstaand, smal buisje met bloed. Bij gezonde mensen bezinken
de rode bloedcellen met een lagere snelheid dan bij mensen die ergens in het lichaam een ontsteking
hebben. Dat komt doordat bij de laatste groep meer eiwitten in het bloed aanwezig zijn door de
ontsteking.
Normaalwaarde:
<20-30 mm/uur
C-reactief proteïne (CRP): geproduceerd in de lever en afgegeven aan de bloedbaan. Na het ontstaan
van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het lichaam binnen een paar uur toe. Hierdoor is
CRP waardevol voor het vaststellen van de aanwezigheid van een ontsteking of om het effect van een
medische behandeling op de ontsteking te volgen.
Normaalwaarde:
<10 mg/L
Voordat CRP toegepast werd, werd er gebruikgemaakt van de bezinking (erytrocytbezinkingssnelheid
ofwel BSE), voor het aantonen van een ontsteking. Bij het begin van een ziekteproces kan het echter
enkele dagen duren voordat er een stijging van de BSE optreedt. Daarmee verandert de bezinking
veel trager dan het CRP, dat in zes tot acht uur na begin van de ontsteking verhoogd is. Ook daalt de
BSE na het uitdoven van een ziekteproces veel trager dan het CRP.
Rode bloedcellen
- Reticulocyten: onvolgroeide erytrocyten (rode bloedcellen), die in het menselijk lichaam
ongeveer 1% van de rode cellen uitmaken. Reticulocyten ontwikkelen zich uit de
normoblasten. Ze bevatten nog RNA-restanten en ze kunnen Hb synthetiseren. Ze blijven
ongeveer 1-2 dagen in het merg en worden dan vrijgelaten in de circulatie, waar ze hun RNA
verliezen en volwassen rode bloedcellen worden.
- Kernhoudende erytrocyten: normaal gesproken zijn deze niet te vinden in het perifere
bloed, maar wel als er extramedullaire hematopoiese is of beenmergafwijkingen.
- 10% van de erytroblasten gaat dood in het beenmerg, zelfs met normale erytropoëse.
- Erythropoietin (EPO): hormoon dat erytropoëse controleert. Het is een glycoproteïne. Het
gen voor EPO ligt op chromosoom 7. Het wordt voor 90% door de nieren geproduceerd en
voor 10% door de lever. In gevallen van bloedarmoede wordt de erytropoëtinesynthese
gestimuleerd. Bij verlaging van de hematocriet stijgt erytropoëtine exponentieel.
- Hemoglobine oefent de taak van de rode bloedcellen uit: zuurstof naar de weefsels dragen
en CO2 van de weefsels naar de longen. Een volwassen Hb molecuul bestaat uit twee en
twee -ketens. In het midden bevat het molecuul 4 heemgroepen (1 in elke keten, dus 4 per
molecuul). 1 molecuul hemoglobine kan dus met 4 zuurstofmoleculen binden (1 aan elke
heemgroep). HbA beslaat ongeveer 97% van al het Hb in volwassenen. Je hebt ook nog twee
andere types: HbA2 en HBF.
- Heemsynthese: Transferrine bindt aan de oppervlaktereceptor op ontwikkelende rode
bloedcellen. Ijzer komt vrij en wordt getransporteerd naar de mitochondriën waar het wordt
gebonden aan protoporfyrine om heem te vormen. Protoporfyrine wordt gemaakt van
glycine en succinyl CoA. Heem bindt vervolgens met en -ketens om hemoglobine te
maken.
Functie hemoglobine:
Hemoglobine neemt zuurstof op in de longen (pulmonaire capillairen). Hier is de partiele druk van
zuurstof hoog en hemoglobine heeft hier een hoge affiniteit voor zuurstof.
Oxyhemoglobine: Hemoglobine waarbij zuurstof aan het ijzer in de heemgroep(en) is gebonden
(relaxed).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur femkescholte1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.