Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting bedrijfseconomie hfst 8 €5,29   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting bedrijfseconomie hfst 8

 0 vue  0 fois vendu

Samenvatting bedrijfseconomie hfst 8

Aperçu 4 sur 31  pages

  • 24 septembre 2021
  • 31
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (22)
avatar-seller
lyho
Hfst 8 De Arbeidsmarkt
+ zie klein testje mentimeter : PowerPoint !!!!

Het begrip arbeidsmarkt
Wat is de arbeidsmarkt?
= het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid

 Het zijn de particulieren die hun arbeid aanbieden en de
bedrijven of de overheid die arbeid vragen

Loon als vergoeding voor arbeidsprestaties en kost
voor de onderneming
Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?
Loon = vergoeding die betaald wordt voor arbeid
Brutoloon = de contractueel overeengekomen vergoeding voor het
uitvoeren van een bepaalde arbeidsprestatie
 wordt meestal per uur bepaald voor een arbeider en per
maand (ongeacht het aantal uren) voor een bediende
 Bovenop het brutoloon van de werknemer betaalt de
werkgever ook nog een werkgeversbijdrage aan de
sociale zekerheid
 Werkgeversbijdrage = patronale bijdrage
Nettoloon = het loon dat de werknemer overhoudt na afhouding van de sociale zekerheidsbijdrage
van de werknemer en de bedrijfsvoorheffing
 Dit stort de WG dus elke maand op de rekening van de WN
Netto belastbaar inkomen = het inkomen waarop een WN belast wordt in de personenbelasting
= brutoloon op jaarbasis – RSZ – aftrekposten
Aftrekposten bv: hypotheekrente, beroepskosten (forfaitair of werkelijk), uitgaven voor
woningvoorziening, betaalde alimentatie, studiekosten, zorgkosten, …

Wat is het verschil tussen een nominaal loon en een reëel loon?
Nominale loon = loon uitgedrukt in een geldbedrag
= netto loon
Reële loon = koopkracht van dat geldbedrag = wat een WN werkelijk kan kopen met zijn nominale
loon
= wat kan ik doen met dat bedrag!
-> dit hangt heel hard af van de prijzen!!!!
= het nominale loon gedeeld door de prijs van de goederen en diensten die hij koopt

Welke andere beloningsfactoren zijn er (buiten geld dus)? de jobinhoud, de algemene
ondernemingscultuur, de autonomie, de carrièremogelijkheden en de flexibiliteit van de arbeidsuren

,Wat is de totale loonkost van de onderneming?
Wordt voornamelijk bepaald door de hoogte van het
brutoloon en de patronale socialezekerheidsbijdrage
Met wat moet men allemaal rekening houden?
Directe kosten : vakantiegeld, de dertiende
maand en de extralegale voordelen
(bedrijfswagen, groepsverzekering,
maaltijdcheques, bijdrage abonnement openbaar
vervoer, overlijdensverzekering,
pensioenfondsvorming, ...)
 Deze zijn dus direct gekoppeld aan een bepaalde persoon
Indirecte kosten ; zoals de verplichte arbeidsongevallenverzekering, de aansluiting bij een
arbeidsgeneeskundige dienst en de beheerskost bij aansluiting bij een sociaal secretariaat
deel uit van de loonkost
 gaat over een bepaalde groep
Het totale bedrag : afhankelijk van de sector van tewerkstelling en het statuut (arbeider of
bediende)

De werkgever moet dus ongeveer het dubbele betalen, dan wat wij eigenlijk in handen krijgen !!! Dit
is nog steeds een probleem!!!!!

Waarvoor is die totale loonkostberekening belangrijk?
Voor het nemen van bepaalde investeringsbeslissingen in een onderneming
 De hoogte van de loonkosten in een land (zeker bij arbeidsintensieve sectoren) bepaalt
of een onderneming werknemers vervangt door machines (kapitaalgoederen vervangen
dan arbeid), bepaalde uitbreidingen in de onderneming wel of niet doet of dat men kiest
voor productie in het buitenland

Wat is het verschil tussen breedte- en diepte-investeringen?
Breedte-investering
= men schaft extra kapitaalgoederen aan
 Meestal gaat het om hetzelfde type kapitaalgoed om de bestaande productiecapaciteit
uit te breiden. De kapitaalintensiteit (de verhouding kapitaal/arbeid) als de
arbeidsintensiteit (de verhouding arbeid/kapitaal) blijft hetzelfde.
 Zorgen er meestal voor dat de hoeveelheid arbeid in dezelfde mate omhoog gaat.
Vb. Als een fabriek één productielijn heeft met 10 werknemers, zullen er bij het openen van een
tweede identieke lijn eveneens 10 extra werknemers aangenomen worden? Uiteraard zal door
technologische vooruitgang een zuivere breedte-investering nooit voorkomen en zal er altijd sprake
zijn van een bepaalde vorm van diepte-investering.
Diepte-investering
= men schaft kapitaalgoederen aan, maar de kapitaalsintensiteit neemt toe OF anders
gezegd: de arbeidsintensiteit vermindert
 Door technologische vooruitgang zullen deze voor een hogere gemiddelde
arbeidsproductiviteit zorgen en zal ook de productiecapaciteit toenemen.
Geld voor :
♪ Uitbreidingsinvesteringen in de diepte
♪ Vervangingsinvesteringen in de diepte: de werkgelegenheid (de vraag naar arbeid)
zal afnemen

,Waarvoor worden breedte-en diepte-investeringen gebruikt?
Om de effecten van een investering op de werkgelegenheid aan te geven
 Hoe duurder arbeid in een land is, hoe meer men geneigd zal zijn om in de diepte te
investeren en arbeid te vervangen door kapitaal !
Vb. sportverenigingen en gemeentebesturen, die instaan voor het onderhoud van de
sportinfrastructuur, maken diepte-investeringen in kunstgras op hun sportterreinen. Kunstgras is vrij
duur in aanleg, maar eens aangelegd, zijn er bijna geen onderhoudskosten. Men dient het gras niet af
te rijden, bij hevige regenval kan het nog steeds gebruikt worden, het is sterker waardoor het niet
kapot gespeeld wordt tijdens wedstrijden, …
 Het gaat hier dan bijvoorbeeld om een vervangingsinvestering die ook een diepte-
investering is.
 Dit verminderde onderhoud kan zijn invloed hebben op de werkgelegenheid binnen
groendiensten van gemeenten of tuinonderhoudsbedrijven. Deze nieuwe techniek
zou de lonen van werknemers in tuinonderhoud mogelijk onder een neerwaartse
druk kunnen zetten

Statuut van de werknemer
Onder welke statuten kan je vallen als werknemer?
Arbeider = een werknemer die hoofdzakelijk handenarbeid verricht voor een werkgever. Hij
wordt per uur betaald, tenzij anders vermeld in de arbeidsovereenkomst en is
verantwoording verschuldigd tegenover de werkgever
Bediende = een werknemer die hoofdzakelijk hoofdarbeid verricht voor een werkgever. Hij
krijgt een vast salaris per maand ongeacht het aantal gepresteerde uren, tenzij de
arbeidsovereenkomst anders vermeldt, en is verantwoording verschuldigd tegenover de
werkgever
Ambtenaar = een werknemer in dienst van de overheid. Hij krijgt een vast salaris per maand
dat vastgelegd is in een barema, is verplicht de hem opgelegde taken uit te voeren en is
verantwoording verschuldigd aan het overheidsorgaan waarvoor hij werkt. Afhankelijk van
hun functie leggen ambtenaren een ambtseed af. Vb. vuilnisman
 Een statutair ambtenaar sluit geen arbeidsovereenkomst met zijn werkgever, maar
wordt eenzijdig aangesteld door de overheid (volgens de statuten). Die aanstelling wordt
in een besluit vastgelegd
Zelfstandige = een natuurlijk persoon die een beroepsbezigheid uitoefent waardoor hij niet
verbonden is door een arbeidsovereenkomst of een statuut. Je wordt als zelfstandige
beschouwd wanneer je in België een beroepsactiviteit uitoefent waarvan de inkomsten
volgens het wetboek op de inkomstenbelasting als zelfstandige inkomsten kunnen worden
beschouwd

PROBLEEM : groot onderscheid tussen hoofd-en handenarbeid die er minder was en oneerlijke
ongelijkheden !!! zoals opzegtermijnen, opzegvergoedingen, carenzdagen (= niet betaalde
afwezigheidsdagen die enkel voor arbeiders bestaan: arbeider werd eerste dag dat hij niet kwam
werken, niet uitbetaald en de bediende wel)

OPLOSSING : Onderscheid arbeider/bediende moest verdwijnen tegen 8 juli 2013 volgens het
grondwettelijk hof : want de statuten waren nu te discriminerend!

, Wie wilt wat?
♪ Vakbonden : willen arbeidersstatuut ook omschakelen naar het bediendestatuut ; zo zouden
dus alle arbeiders dezelfde voordelen en rechten krijgen van een bediende waardoor het
arbeidersstatuut gewoon zou verdwijnen
♪ Werkgeversorganisaties willen dit niet ; het is onbetaalbaar en zij pleitten voor een nieuw
uitgebouwd eenheidsstatuut voor alle werknemers

Wie ging van start (gaf goede voorbeeld)? Het Antwerpse havenbedrijf was alvast een van de eerste
werkgevers. Vanaf 1 januari 2012 kregen alle 700 arbeiders die nog in dienst waren onder het
arbeidersstatuut, het bediendestatuut. Zij krijgen dus voortaan ook allemaal een gewaarborgd
maandloon bij ziekte en een langere opzegtermijn bij ontslag.

Sinds 5 juli 2013, net voor het ultimatum dat het Grondwettelijk Hof had gesteld, konden de sociale
partners onder druk van toenmalig minister van werk Monica De Coninck een akkoord bereiken over
dat eenheidsstatuut. Omdat de sociale partners er niet uit dreigden te komen, nam de minister zelf
het initiatief.

Oplossing : Vanaf 1 januari 2014 zijn er geen arbeiders en bedienden meer, alleen nog werknemers.

Wat is er allemaal verandert?

 Voor iedereen gelden gelijke opzegtermijnen
 De carenzdag is verdwenen.
 Proefbeding in arbeidscontracten werd
afgeschaft
 Outplacementstelsel werd ingevoerd vanaf 30
weken opzegtermijn
 Werkgevers hebben voortaan een
motiveringsplicht bij het ontslaan van
werknemers
 Verbod ingevoerd om vanaf 2015 nog verder
nieuwe verschillen in te voeren tussen
arbeiders en bedienden op vlak van
aanvullende pensioenen
 Bedienden hielden hun opgebouwde
ontslagrechten en voor arbeiders werd het
historische deficit (= tekort) door hun huidige
ongelijke ontslagregeling in grote mate
weggewerkt

SD Worx becijferde dat het afschaffen van de carenzdag de Belgische bedrijven ongeveer 40 miljoen
euro zal kosten. Deze kost zal vooral gedragen worden door bedrijven met veel arbeiders in dienst

Waarom spreken we nog niet helemaal over een eenheidsstatuut?
Nog steeds verschillen tussen arbeiders en bedienden

 De verloningssystemen (bv. anciënniteitsverhogingen zijn groter bij bedienden) zijn anders
voor arbeiders dan voor bedienden en zullen dus ook gaandeweg moeten aangepakt
worden.
 Het zal nog een tijdje duren vooraleer het denken in termen van arbeider en bedienden uit
onze wetgeving en uit ons denken gebannen is

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lyho. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,29
  • (0)
  Ajouter