Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
College aantekeningen Kennismaking Met Onderzoeksmethoden En Statistiek (KOM) - Deel 2 Correlationeel €3,19   Ajouter au panier

Notes de cours

College aantekeningen Kennismaking Met Onderzoeksmethoden En Statistiek (KOM) - Deel 2 Correlationeel

 7 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Complete aantekeningen hoorcolleges en kennisclips via Grasple van Deel 2 (Correlationeel onderzoek) van het vak Kennismaking met onderzoeksmethoden en statistiek (KOM).

Aperçu 3 sur 17  pages

  • 19 septembre 2021
  • 17
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Jeltje wassenberg
  • Toutes les classes
avatar-seller
Kennismaken met Onderzoeksmethoden en Statistiek PSY – Deel 2 Correlationeel

Hoorcollege 1

Correlationeel onderzoek= Kijken naar relaties tussen eigenschappen
- Kenmerken
 Deductief
 Beginnen met het opstellen van een onderzoeksvraag; deze vloeit voor uit de theorie
- Stappen
1. Theorie over relatie
2. Correlationele onderzoeksvraag
3. Relatie tussen eigenschappen onderzoeken
- Elementen
o PAC
- Onderverdeling
 Population= De groep mensen (of dieren/objecten) die de onderzoeker wil
onderzoeken.
 Association (Verband/relatie)= De onderzoeker geeft aan wat voor soort relatie er
verwacht wordt.
- Voorbeeld
 Plezier van eerste date neemt toe met meer contact via social media
vooraf – Positieve/stijgende relatie
 Hoe langer vluchtelingkinderen in een AZC wonen, hoe kleiner de kans
op een verblijfsvergunning – Negatieve/dalende relatie
 Constructs (Theoretische begrippen)= De kenmerken die de onderzoeker van de
mensen wil weten en meten en waartussen er een verband verwacht wordt
- Voorbeeld
 Plezier van de eerste date
 Lengte verblijf in AZC
- Soorten
o Causaliteit= Onderzoeksvragen die een oorzaak/gevolg verband beschrijven.
- Voorwaarden
1. Covariantie= Er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg
2. Temporal precedence (Volgorde in tijd)= De oorzaak moet in de tijd voorafgaan
aan het gevolg
3. Internal validity (Interne validiteit)= Alternatieve verklaringen voor de gevonden
relatie moeten zijn uitgesloten
- Voorbeeld
 Meer social media contact vooraf leidt tot een leukere eerste date
- Doel
o Inferentie= Onderzoeksvragen generaliseren naar een grotere groep mensen (Populatie)
- Voorwaarden
 Onderzoekers moeten beginnen met een aselecte steekproef
- Kenmerken
 Mensen worden geselecteerd op basis van willekeur
 Steekproef representatief voor de hele populatie
 Generaliseren van steekproef naar populatie mogelijk
 Hoge externe validiteit
 Lijst helaas niet altijd mogelijk; kan leiden tot fouten
- Soorten fouten
 Dekkingsfout= Niet iedereen is gedekt in een steekproef; kan
leiden tot vertekening (bias). Bijv. de mensen die wezenlijk op
de lijst staan zijn anders dan de mensen die wel op de lijst staan.
 Non-response fout= In een steekproef van mensen geeft niet
altijd iedereen antwoord op een verzoek om mee te doen aan
onderzoek; kan een vertekening van de werkelijkheid
veroorzaken

, - Soorten
 Simple random sample (Enkelvoudige aselecte steekproef)
- Kenmerken
 Lijst nodig van iedereen in de populatie
 Gebruik computer om willekeurig participanten te selecteren
 Elke participant heeft dezelfde kans om geselecteerd te worden
 Elke combinatie van participanten heeft dezelfde kans
 Gestratificeerde steekproef= Bestaat uit de combinatie van meerdere
steekproeven getrokken uit subgroepen (Bv. ratio man/vrouw) van de
populatie. Voor elke groep een lijst. Niet gelijke kans om geselecteerd te
worden.
 Cluster steekproef= Op een aselecte manier clusters uit een populatie
trekken; hierbinnen wordt iedereen bevraagd.
 Getrapte steekproef (Multistage sampling)= Op een aselecte manier
clusters uit een populatie trekken; hierbinnen wordt niet iedereen
bevraagd.
 Systematische steekproef= Een lijst met 100 personen en je wilt 10
personen selecteren? Dan wordt elke 10e persoon geselecteerd.
 Combinaties van steekproeftechnieken
 Selecte steekproef= Geen willekeur gebruikt – Bias/vertekening
- Kenmerken
 Generaliseren niet/nauwelijks mogelijk
 Externe validiteit laag
- Belangrijke rol voor
 Dataverzamelingsmethode
 Manier waarop de steekproef is getrokken
- Dataverzamelingsmethoden
 Observaties= Gegevens verzamelen door feitelijk gedrag te observeren: kijken, luisteren,
beoordelen.
- Toepassingen
o Antwoord geven op bijvoorbeeld een hoe- of waarom vraag
o Een onderwerp onderzoeken waar nog weinig over bekend is
o Een persoon/fenomeen in zijn of haar natuurlijke setting bestuderen
- Methoden
o Kwalitatief
- Voorbeeld
 De kinderen vinden de scooter een leuke activiteit
o Kwantitatief
- Voorbeeld
 9 van de 10 kinderen hebben een scooter bereden
 Bestaande gegevens
 Vragenlijsten= Gebruikt om gedrag of opinies te meten; op een kwantitatieve manier
- Voordeel
o Vaak meerdere vragen over hetzelfde onderwerp
o Op deze manier worden verschillende aspecten van hetzelfde theoretische begrip gemeten
- Voorbeeld
o Cursusevaluatie aan het einde van het blok
o Klanttevredenheidsonderzoek na aankoop van een product
- Meetschalen
o Likert schaal (1 t/m 5)= Een veel voorkomende meetschaal bij surveys. Veel
onderzoekers geven de antwoorden een numerieke waarde (Ordinaal)
o Schaalscore= Het combineren/samenvoegen van de verschillende antwoorden (Interval)

Kenmerken meten (Van theoretische begrippen)
- Soorten kenmerken
I. Fysieke kenmerken= Eenvoudig te meten & bestaand meetinstrument (Bv. Sekse, lengte, gewicht
etc.)

, II. Theoretische begrippen= Moeten op een of andere manier meetbaar gemaakt worden (Bv. plezier,
agressie, perfectie etc.)
- Meetinstrumenten
 Veel theoretische begrippen hebben ondertussen ook bestaande meetinstrumenten
- Soorten
o Rosenberg’s Self-Esteem Scale
o Beck’s Depression Scale
- Stappen
1) Conceptuele definitie= Begrip/construct/concept definiëren – Wat bedoelt de onderzoeker precies
met het begrip?
2) Operationele definitie= Meetinstrument kiezen/bepalen – Hoe gaat de onderzoeker dit begrip
meten?
- Voorbeeld
 Theoretisch begrip: Plezier van de eerste date
 Conceptuele definitie: De mate waarin de persoon een prettig gevoel van blijheid, ontspannenheid
en vrolijkheid heeft en zichzelf vermaakt gedurende de date.
 Operationele definitie: Een vragenlijst met vragen die blijheid, ontspannenheid, vrolijkheid en
vermaak tijdens de date adresseren wat resulteert in een schaalscore tussen de 4 en 20.




Wanneer een fysiek kenmerk of theoretisch begrip eenmaal is geoperationaliseerd, resulteert dit in een
variabele. Verschillende variabelen resulteren in verschillende soorten waarden (Of categorieën).
- Kenmerken
 Numerieke waarden
 Varieert van persoon tot persoon
- Soorten
 Categorische variabelen=De waarden geven groepen/categorieën aan; geen ordering in.
- Komt overeen met
o Nominaal meetniveau= Geen ordening/hoeveelheid; waarden vertegenwoordigen
namen/woorden/categorieën
 Kwantitatieve variabelen= De waarden zijn getallen die hoeveelheden aangeven (een kwantiteit)
- Onderverdeling
o Ordinaal meetniveau= Wanneer de getallen aangeven dat de ene waarde
meer/groter/sterker is dan de andere, maar niet met hoeveel. Is het verschil in grootte
tussen 1 en 2 hetzelfde als tussen 4 en 5?
- Voorbeeld
 Variabele: kledingmaat, waarden: 1= XS, 2=S, 3=M etc.
 Likert schaal
o Interval meetniveau= Wanneer de verschillen tussen getallen wel hetzelfde zijn, maar de
waarde 0 is geen indicatie van de afwezigheid van de gemeten variabele. Een waarde 2 of
3 keer zo groot geeft niet aan dat het 2 of 3 keer meer/langer/sterker is.
- Voorbeeld
 Variabele: IQ score, waarden: minimum= 60, maximum= 140
 Variabele: Temperatuur
o Ratio meetniveau= Wanneer de verschillen tussen getallen hetzelfde zijn en de waarde 0
een indicatie is van de afwezigheid van de gemeten variabele.
- Voorbeeld
 Variabele: Lichaamslengte, waarden: tussen 80-210 cm

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur laurarenkema. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€3,19
  • (0)
  Ajouter