Anatomie en Fysiologie VRHi3
HOOFDSTUK 6: BEENDERSTELSEL/OSTEOLOGIE
6.0. Inleiding
Osteologie= studie vh beenderstelsel en de gewrichten.
Beenderstelsel/botstelsel maakt deel uit van de tractus locomotorius = musculosketaal systeem
Musculosketaal systeem is opgebouwd uit:
- Botten (206)
- Kraakbeen/cartilago
- Ligamenten
- Skeletspieren = dwarse spieren
Botten: structuur is zo sterken en stevig maar wel veel lichter door de botopbouw zelf er is een holle ruimte
binnenin gevuld met beenmerg, her-modellering: passen zich aan aan de veranderende metabole
behoeften en aan de veranderende fysieke activiteitsniveaus.
Botmetabolisme: bot is zeer levendig, hoog metabolisme met hoge turn-over en continue remodelling
6.1 Functies botten
1. Ondersteuning
= belangerijkste functie, stevigheid en vorm geven aan lichaam.
2. Opslag
= van Calcium en Fosfaat-> de bloedconcentraties hiervan wordt gereguleerd vanuit botreserves
= energieopslag onder vorm van vetcellen of adipocyten
3. Aanmaak v bloedcellen (=hematopoiese) in rode beenmerg door pluripotente stamcellen (=
stamcellen die tot alles in staat zijn)
- RBC
- WBC (granulocyten, lymfocyten, monocyten)
- BP
4. Bescherming vd vitale organen (hart en longen)
5. Beweging en hefboomwerking
= aanhechting skeletspieren locomotoriek en grootte en richting vd
krachten die spieren uitoefenen mee helpen veranderen.
6.2. Macroscopische bouw bot
6.2.1. Uiitwendige kenmerken lang bot
- Gewrichtskraakbeen - Epifyse - Diafyse
- Groeischijf - Beenmerg
1
, Van buiten naar binnen:
- Periost - Compact bot: osteonen met een Havers systeem - Spongieus bot: Trabekels
- Endost - Mergholte met merg
6.2.2. Macroscopische bouw
206 botten in het hele lichaam:
Vijf types:
1. Pijpbeenderen/lange beenderen
= pijpvormige slanke botten met dun middendeel (diafyse= vnl compact bot) en met brede uiteinden
(epifysen= vnl spngieus bot)
Soorten:
▪ Arm en hand
Humerus, Ulna, Radius, Ossa metacarpi, Ossa digitorum manus
▪ Been en voet
Femur, Tibia, Fibula, Ossa metatarsi, Ossa digitorum pedis
Functies: vaak en vooral hebfoomfunctie
2. Platte beenderen
= grote botten in breedte en in lengte, voornamelijk opgebouwd uit compact bot met dun laagje
spongieus bot erin.
Soorten: Ossa cranii, Scapulae, Ossa coxae, Costae, Sternum
Functie: aanhechten van spieren en beschermen vd onderliggende organen
3. Korte beenderen
= klein in omvang, bestaan voornamelijk uit een dun laagje compact bot en binnenin een dun laagje
spongieus bot.
Soorten: Ossa carpi, Ossa tarsi
Functies: krachten verdelen bij mechanische belasting
4. Onregelmatige beenderen
= botten die qua vorm en functie vrij uiteenlopend zijn, dun laagje compact bot en spongieus bot erin
Soorten: schedelbasisbeenderen, Maxilla, Mandibula, Gebitselementen, Vertebrae, Os Hyoideum
5. Sesam – beenderen
= botten die in pees/ligament liggen
Soorten: botjes in de voetpezen vd voetzool naar de grote teen, Os pisiforme vd ossa carpi, Patella
Functie: beschermen vd onderliggende structuren en hefboomfunctie
2
,6.3. Microscopische bouw bot
Van buiten naar binnen:
• Peristoneum= buitenste botvlies/periost
= taai, sterk en dubbellagig bindweefselvlies opgebouwd uit:
Buitenste vlies: bindweefsellaag
Binnenste vlies: vnl osteoblasten en esteoclasten
=> doorheen dit vlies lopen bloedvaten en zenuwvaten via Volkmann-kanalen het bot in.
=> periost zit met het collageen vh bot verweven en is dus erg stevig
Functie: - aanhechtingsplaats voor pezen, gewrichtskapsels en spieren
- isolatie bot
- belangerijke rol in groei en herstel v botten: levert nieuwe botcellen aan
Havers kanaal
Volkmann-kanaal
• Compact bot: Osteonen met een Havers systeeem en concentrische lamellen
= hard botweefsel: vrij compact en massief, zonder holten erin, tolereren zware belasting maar wel uit
beperkte richting
Buitenkant: bestaat uit concentrische lamellen v collageenvezels als matrix met hydroxy-apatiet als
grondstof rond een kanaal.
Binnenkant: bestaat uit osteonen=haverse kanalen: centrale kanalen met bloedvaten erin.
Tussen: de concentrische lamellen bevinden zich lacunes waarin zich de botcellen bevinden.
Volkmann-kanalen: lopen dwars op de Haverse kanalen: verbindingen van periost naar centrale
mergholte brengen bloedvaten naar merg.
3
, • Spongieus bot: Trabekels
= sponsachtig botweefsel bestaande uit 1 grote holte die ahw gedragen w en gesteund w door
botbalken/trabekels
Trabekels= netwerk v evenwijdige lamellen v bot
Tussen de trabekels bevinden zich lacunels met botcellen erin met ruimte voor merg
Belasting: eerder beperkt qua draagkracht, maar kan uit alle richtingen komen.
• Endosteum= binnenste botvlies/endost
= bevat esteoblasten en esteoclasten
Functie: botgroei en helpt telkenmale bij remodelling-herstel
• Mergholte met merg
- Rood beenmerg in de epifysen v lange botten en in platte beenderen: aanmaak v bloedcellen
- Geel beenmerg in diafysen: aanmaak witte vetcellen -> energie-opslag
6.4. Histologische bouw bot
6.4.1. Histologische bouw bot
Bot maakt dus deel uit van bind/steunweefsel:
2% cellen:
Osteocyten, Osteoblasten (botaanmaak/osteogenese), Osteoclasten (botafbraak/osteolyse)
98% extracellulaire matrix:
1/3e EC vezels: Collageen
2/3e Grondsubstantie: Calciumfosfaat
Aanvankelijk: alle bot primair = plexiform bot
= kort bestaan, gaat steeds lamelair/secundair bot vooraf, zowel aanleg van nieuw bot als herstel van
bot na fractuur,
Structuur: uniforme verdeling vd osteocyten met eveneens een uniforme verdeling v collageen -> te
vergelijken met bot dat nog niet mooi georganiseerd is.
Daarna: alle bot secundair = lamelair bot
= georganiseerd bot met georganiseerde structuur, lagen/lamellen waarin collageenvezels parallel
gerangschikt zijn:
- In spongieus bot: evenwijdig zoals trabeculae
- In compact bot: concentrisch zoals in osteonen
4