HOOFDSTUK 1: WAT IS SOCIOLOGIE?
SOCIOLOGISCH DENKEN
® Waarom sociologie?
o We zien vaak de context over het hoofd, nochtans is dat belangrijk om inzicht te krijgen
in mensen en hun gedrag
® “Alles is contingent, maar niet arbitrair”
o Alles is contingent…
- Contingent = het vanzelfsprekende in vraag stellen
- Besef van contingentie = gewoontes, handelingen, instellingen…die voor ons
vanzelfsprekend zijn, zijn elders vaak totaal anders, en hadden zich dus ook bij ons op
een andere manier kunnen ontwikkelen geloven dat alles niet-arbitrair is
- Sociologie = het vanzelfsprekende ‘loslaten’, wat als…
- Het besef van contingentie hadden we ook toen België plots in lockdown ging naar
aanleiding van de coronacrisis. Al onze vanzelfsprekendheden (school voor de kinderen,
vrije tijd, bezoek aan familie en vrienden…) vielen weg.
o …Maar niet arbitrair
- Niet arbitrair = geen ‘toeval’
- Socioloog zoekt naar patronen en naar sociale determinanten daarvan en
samenhang
Is het toevallig dat Zweden voor een andere aanpak koos in de coronacrisis dan
België?
Is het toevallig dat we een verband zien tussen inkomen en gezondheid?
Is het toevallig dat er in de leeftijd van 20-49 jaar meer vrouwen dan mannen
besmet worden met het coronavirus?
o De mens maakt zijn eigen geschiedenis
- Samenleving = door mensen gemaakt, niet door opperwezen, God,…
< Verlichtingsdenken
- Gevaar voor chaos??? = het orde vraagstuk
- Indien wetten slechts conventies zijn, door mensen gemaakt, waarom worden ze
dan nageleefd? (Jean-Jacques Rousseau)
- Sociologisch denken betekent dus het in vraag stellen van het vanzelfsprekende
om zich vervolgens de vraag te stellen hoe de sociale orde mogelijk is in de
maatschappij waarin men beseft dat alles relatief is.
, ® De Sociologische Verbeelding: denken/kijken naar de werkelijkheid zoals een socioloog
o Citaten (C.Wright Mills):
- “The vivid awareness of the relationship between experience and the wider
society”. = een levendig bewustzijn van de band tussen ervaringen en de ruimere
samenleving.
De ervaringen van de dagelijkse wereld moeten dus in een context worden geplaatst.
Dat kan alleen door afstand te nemen van de zelfsprekendheden en te beseffen dat
alles contignent is.
- “The sociological imagination necessitates above all, being able to think ourselves
away from the familiar routines of our daily lives in order to look at them anew.”
= De sociologische verbeelding vereist vooral dat wij in staat zijn ons los te denken
van de vertrouwde routines van ons dagelijks leven om ze op een nieuwe manier
te bekijken.
o Gebeurtenissen in iemands dagelijks leven kunnen we enkel ten volle begrijpen als we
niet enkel kijken naar het individu en zijn kenmerken, maar ook naar de sociale
kenmerken en trends waarin de gebeurtenissen zich afspelen
o In tijden van individualisering is het des te meer van belang om, als zorgverlener of in een
sector waar met mensen wordt samenwerkt, te kijken naar de sociale context
o Dat is wat sociologie doet: kijken naar de sociale context en nagaan welke invloed die
heeft op ons gedrag, op onze identiteit en op de manier waarop we omgaan met elkaar
o Op een sociologische manier denken = individuele gebeurtenissen plaatsen en
verklaren vanuit een geheel van sociale relaties, die zelf een specifieke historische
oorsprong hebben
= de dingen die je individueel kiest
heeft een invloed op de dingen die je meemaakt
= er is een geschiedenis aan vooraf gegaan
DE SOCIALE CONTEXT
® De sociale context = het geheel van sociale relaties waar iemand deel van uitmaakt
, ® 3 niveaus binnen die ‘sociale context’:
1) MICRO niveau
De dagelijkse face-to-face interacties die we aangaan binnen kleine groepen
bijvoorbeeld: het gezin, de vriendengroep, en rolrelaties hierin (ouder-kind; werkgever-
werknemer…)
2) MESO niveau
Bevindt zich tussen micro- en macro niveau en daarin vinden we sociale groeperingen
bijvoorbeeld: de buurt, organisaties, verenigingen, sociale instituties, groeperingen…
3) MACRO niveau
‘De globale samenleving’, dit gaat over kenmerken van een maatschappij in zijn geheel
bijvoorbeeld: de postindustriële samenleving, de verzorgingsstaat, sociale categorieën…
® Contextuele factoren
o Contextuele factoren = kenmerken van de sociale context waarin de interactie
plaatsvindt en die de interactie beïnvloeden
o 4 soorten contextuele factoren: MESD
1) Materiële contextuele factoren
Grondstoffen, technologie, infrastructuur,… waarover een maatschappij
beschikt
- Bijvoorbeeld: opkomst sociale media andere manier van integrageren,
conflicten oplossen, aan sociale ruil doen
2) Economische contextuele factoren
Factoren die in verband staan met productie, distributie en consumptie van
goederen en diensten
- Bijvoorbeeld: werkloosheid
3) Sociologische contextuele factoren
Factoren die zelf het resultaat zijn van interactie tussen personen en op hun
beurt nieuwe interacties beïnvloeden
- Bijvoorbeeld: tweet Trump onrust
- Bijvoorbeeld: coronamaatregelen
4) Demografische contextuele factoren
Structurele kenmerken van een bevolkingsgroep
- Bijvoorbeeld: leeftijdsstructuur, bevolkingsdichtheid, sterfte,
huwelijkscijfer, migratie, vergrijzing conflict pensioenen,…
Ø De contextuele factoren beïnvloeden elkaar en beïnvloeden samen interactie & gedrag!
GEDRAG, SOCIAAL HANDELEN EN INTERACTIE
® Gedrag, sociaal handelen en interactie zijn cruciale begrippen binnen het sociologisch denken