Hygiënische zorgen: hoofdstuk 4 verbandleer
1. definities en indicaties
Verbandleer: theoretische en praktische kennis van de materialen, hulpmiddelen en
aanlegtechnieken die worden toegepast bij het verbinden van een letsel.
Verschillende functies: sommigen overlappen elkaar bv. bij een arteriële bloeding een
drukverband dan zal het drukverband de bloeding stelpen maar ook beschermen tegen
inwendige invloeden
Correcte verband: de juiste verbanden gebruiken voor de juiste indicatie zoals bv. een
wonde bedekken, beschermen, absorberen, steungevend, stelpen, ondersteunend,…
⇒ MAAR gebruik NOOIT haakjes, wel tape of kleefband
2. materiaaloverzicht en praktische toepassingen
2.1 wondverbanden (steriel/ niet steriel)
Passieve wondverband: verbanden zonder actieve werking, ze gaan vooral afdekken en
wondvocht absorberen bv. een plakker
Actieve wondverbanden: ze absorberen en beschermen, maar hebben wel een actieve
werking zoals controle en actieve invloed op de wondheling, vaak met een werkzame stof
Antibacteriële wondverbanden: vooral bij kritische gekoloniseerde en geïnfecteerde
wonden en patiënten met een hoger risico op wondinfectie bv. met zwakke weerstand
2.1 wondverbanden als primair (direct op wonde) en/of secundair (als tweede laag)
verband op een wonde
2.1.1 Gaas en viscose
Gaas: voor rechtstreeks op de wonde als depper en reiniger.
⇒ gaas is een licht en soepel weefsel, eventueel doe je het in zalf of geneesmiddel. Nadeel
is wel dat het dan doordrenkt is met de vloeistof en er in kleeft
Viscose: een non-woven of vliesachtig textiel dat meer zal absorberen en niet kleven
⇒ Het is wel snel verzadigd
Indicaties: het is voor zuivere en droge wonden, chirurgische wondnaden
(röntgencontrastdraad) en kleine acute wonden. Het dient als secundair verband en
drenk je in antibacteriële vloeistoffen, zalven of reinigende stoffen
2.1.2 celstof of cellulose (absorberend verband)
Celstof/cellulose: is heel absorberend (sterk hydrofiel) en heeft verschillende lagen.
Bovenkant (blauw) is hydrofoob, wordt verwerkt in deppers.
⇒ Nadeel is dat het kruimelt bij het knippen
Indicatie: exsuderende wonden en als secundair verband
Speciale vorm: je hebt superabsorbers waar er hydrofiele korrels worden
toegevoegd aan de lagen cellulose
2.1.3 katoenwatten
Katoenwatten: heeft een groot absorptievermogen. Niet bij wonden, sommigen
delen kleven in de wonde, maar wel als er gegipst moet worden dat dient als tweede
laag. Wordt vaak gebruikt voor warmte en als steun- en compressiegevende
zwachtels.
1
, 2.1.4 synthetische watten
Synthetische watten: absorbeert niet en is vormvast. Je brengt het minder dik aan
dan watten en hebben een zeer hoge warmtegeleiding. Is enkel voor bescherming
tegen kleefstoffen/gips.
2.1.5 pleisterverband met non-woven laag
Pleisterverband: is zelfklevend en heeft een non-woven toplaag met een centraal
wondkussen. Wordt gebruikt bij droge/weinig tot matige exsuderende wonden en
beschermt de wonde.
2.1.6 polyurethaan
Vormen: een folie (bv. Tegaderm) of een spray. De spray is voor kleine wonden en
schaafwonden, chirurgische gehechte wonden en na verwijdering van hechtingen.
Uitzicht: doorzichtig en heeft een folie, het laat de huid ademen, je kan er mee
douchen, niet absorberend en is pijnverzachtend
Indicaties: oppervlakkige wonden in heelfase, geen wonden met infectie, geen
wondvocht. Het is afsluitend en een secundair verband.
Aandachtspunten: 5-10 aanwezig, 5-6 cm overlap, niet als fixatie op wonden met
infectie (kies dan voor non-woven verband. Geen spanning bij applicatie en verwijder
door parallel met huid te trekken
2.1.7 geperforeerd polyestervlies (Melolin verband) en gemetaliseerde geperforeerde
vliesstof Metalline verband
Melolin of Metalline: worden met de matte kant op de wonde gelegd. Wondvocht
wordt snel geabsorbeerd (de wonde geneest snel). Het kleeft niet en mag niet met
poeders/zalven worden gebruikt.
Indicaties: brand/schaafwonden, decubitusletsels, splitskompres tracheacanule
2.1.8 snelverband of eerstehulpsverband
Snelverband: opgevouwen kompres met aan beide zijden een zwachtelrol. Bij het
uitrollen wordt het 9 keer groter en wordt op een wonde aangebracht en vastgemaakt
door de zwachtels
2.1.9 geïmpregneerde verbanden: verbanden met medicinale of zonder toevoeging
Zonder medicinale toevoeging: gaascompressen met een vette stoffen (bv.
vaseline, paraffine, wolvet)
⇒ eigenschappen: kleeft niet aan wondbodem, kan je zelf knippen laat wondvocht door
naar absorberend verband.
⇒ indicaties: op zuivere en oppervlakkige wonden
⇒ aandachtspunten: secundair verband is nodig, niet dubbel leggen en 2x verwisselen
met medicinale toevoeging: ofwel antiseptisch (ontsmetten) of antibiotisch (tegen
bacterie)
⇒ eigenschappen: is afhankelijk van de toevoeging, is antibacterieel of wondgenezend.
⇒ indicatie: voor besmette of geïnfecteerde wonden
⇒ aandachtspunten: overgevoeligheid en weerstand is mogelijk
2.2 zwachtelverbanden
⇒ een lang, smal opgerold stuk stof waarmee een bepaald lidmaat ingewikkeld wordt
2.2.1 soorten zwachtelverbanden
2