Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Verpleegkundig redeneren en handelen inleidend 2: zenuwstelsel anatomie €3,08   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Verpleegkundig redeneren en handelen inleidend 2: zenuwstelsel anatomie

 13 vues  0 achat

De volledige samenvatting van het hoofdstuk zenuwstelsel, van de module Verpleegkundig redeneren en handelen inleidend 2 of (vhri2)

Aperçu 3 sur 20  pages

  • Non
  • 8
  • 8 septembre 2021
  • 20
  • 2020/2021
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (58)
avatar-seller
linskevdb
Anatomie en fysiologie: zenuwstelsel
Hoofdstuk 8 – het zenuwstelsel
⇒ het zenuwstelsel is het meest complexe orgaanstelsel
Het zenuwstelsel heeft belangrijke functies:
 Waarnemen door zintuigen: sensibelfunctie – afferentfunctie ⇒ ‘ad-ferre’
 Activeren, coördineren en controleren van alle functies van lichaam:
motoorfunctie – efferentfunctie ⇒ ‘ex-ferre’: Spieren samentrekken, tot
gewilde/ongewilde bewegingen en stimuleren en inhiberen van o.a. klierweefsel,
bloedvatenstelsel,…
 Voelen: van het uitwendige en inwendige milieu via zintuigen (receptoren)
- Somatische zintuigen: de uitwendige zoals exteroceptoren (externe receptoren
zoals aanraken, horen, reuk,…) maar ook proprioceptoren (waarnemen van
beweging en positie van skeletspieren in ruimte)
- Viscerale zintuigen: de inwendige of interoceptoren (waarnemen van activiteiten
van verschillende orgaanstelsels en diepe pijn/druk van stelsels)
 Verwerken: de sensoriële prikkels
 Uitvoeren en coördineren: via de uitvoerende organen bv. spieren

8.1 – indeling zenuwstelsel
Anatomisch:
CZS centraal zenuwstelsel: de hersenen en de ruggenmerg (rm)
PZS perifeer zenuwstelsel: al het zenuwweefsel buiten centraal bv. zenuwbanen, ganglia
(zenuwknoop)

Functioneel (de functies):
Afferent (sensorieel) vs. Efferent (motorisch)
Somatisch (willekeurig of animaal) vs. Autonoom (onwillekeurig of visceraal of vegetatief)

Structureel of macroscopische indeling:
Voorbemerking:
- witte stof/kleur dat myeline noemt: een isolatie of huls rond de zenuwvezels dat komt door
witte uitzicht ⇒ axonen met myelineschede (binnenkant CZS, buitenkant RM)
- grijze stof/kleur: dit zijn de zenuwlichamen en kernen die grijze kleur hebben ⇒
verzameling cellichamen (bij de cortex/schors op de buitenkant van CZS en binnenkant
van rm)

8.2 – opbouw zenuwstelsel
De kleinste bouwstenen:
1. neuronen: zenuwcellen
⇒ ze kunnen zich niet delen (ze hebben geen centriolen) dus geen herstelling (regeneratie)
Bv. na beschadiging van de zenuwcellen herstellen deze dus niet en sterft ze misschien af
2. neurogliacellen: steuncellen
⇒ ze kunnen zich wel delen dus ook herstellen, ze verzorgen meestal de neuronen

8.2.1 – de neuronen (tot 1m lang)
De neuronen doen aan prikkelgeleiding door elektrische signalen en communicatie tussen de
neuronen onderling via chemische signalen (=synapsen: waar de wisseling plaatsvind).
De grijze kleur komt door de lichaampjes van Nissl in de cellichamen (groepen ruw endo en
vrije ribosomen)

1

,Opbouw neuronen
1. verschillende dendrieten: deze zijn afferent en vangen
binnenkomende signalen op ⇒ ‘voelsprieten’
2. een cellichaam: zorgt voor de verwerking
3. een axon: is efferent en zorgt voor geleiding elektrische prikkels en
heeft aan het uiteinde een axonuiteinde/synapsknop naar spier

8.2.2 soorten neuronen
Sensibele/afferente neuronen: ontvangen info via de zintuigencellen die het uitwendige en
inwendige milieu waarnemen en doorgeven aan centraal zenuwstelsel
Motorische/ efferente neuronen: geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar de
effector-organen (effectoren)
- Somatisch motorische neuronen: gaan naar de skeletspieren
- Visceromotorische neuronen: gaan naar de effectoren van orgaanstelsels
Schakelneuronen/associatieneuronen (verbinden de neuronen): ze liggen in de
hersenen en ruggenmerg. Hoe ingewikkelder een actie hoe meer schakelneuronen.

8.2.3 neurogliacellen = de steuncellen
⇒ er zijn er heel veel in het zenuwstelsel want ze kunnen delen en herstellen.
Functie
⇒ fysieke ondersteuning bieden, aanvoer van voedingsstoffen en verdediging tegen ziektes
Centraal zenuwstelsel Perifeer zenuwstelsel
Astrocyten: stervormige cellen, steunen De satelietcellen: de astrocyten maar
structuur, omgeven endotheelcellen met dan van het PZS, de steun van de
uitlopers die schild maken (bloedhersenbarrière) structuur
Oligodendrocyten: maken myeline rond De schwanncellen: ze omgeven elke
axonen, maken insnoeringen van Ranvier, ze axon buiten CZS met myeline
dienen als elektrische isolatie en bevatten
gemyeliniseerde en ongemyeliniseerde axonen
De microgliacellen: zorgen voor
immuunafweer door lymfocyten
De ependymcellen: hebben een binnenlaag
van epitheelcellen van ventrikels. Ze vormen en
transporteren cerebrospinaal vocht.

8.2.3 bloedhersenbarrière tussen hersenen en bloedbanen: Paul Erlich (1890)
⇒ hersenen zijn de enige die een intern beveiligingssysteem hebben omdat ze heel selectief
stoffen doorlaten vanuit de capillairen (haarvaten) naar de hersenen
Barrière: door astrocyten: capillairen zijn opgebouwd uit endotheelcellen en tussen die
endotheelcellen zijn er tight junctions (borstels die celmembraan van endo’s met elkaar
verbinden) het heeft een dik basaal membraan en uitlopers van astrocyten (steuncellen)
Hoe? Kleine vet-oplosbare moleculen kunnen door die barrière via diffusie (van bloedbaan
naar hersenen) bv. CO2, O2, hormonen, alcohol, caffeine,… grote moleculen hebben
transporteiwitten nodig om er door te geraken bv. glucose
Voordeel? Afweer schadelijke stoffen, infecties, bacteriën,
Nadeel? Medicatie tegen kanker en infecties worden tegengehouden



2

, 8.2.4 organisatie neuronen zenuwstelsel
- grijze stof: door cellichamen in zenuwstelsel
- witte stof: door gemyeliniseerde axonen binnen zenuwstelsel

Perifeer zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel
Grijze stof bij Witte stof bij zenuwen Grijze stof bij schors Witte stof
ganglia: - Ruggenmergzenuwen Bevat cellichamen Bevat alle banen: axonen,
Bevat (spinale zenuwen): deze die in een kern uitlopers met dezelfde
verzameling lopen naar perifeer deel van liggen met oorsprong en bestemming in
cellichamen lichaam gemeenschappelijke de hersenen.
van - Hersenzenuwen (craniale functie. - Sensibele banen:
neuronen zenuwen): deze lopen naar ⇒ in de omhoog met info van
perifere deel gezicht hersenschors/cortex zintuigen naar hersenen
- Motorische banen:
omlaag met info van
hersenen naar
skeletspieren
- Bundels van axonen in
ruggenmerg
kolommen)

8.3 – membraanpotentiaal – actiepotentiaal
⇒ zorgt voor communicatie ofwel prikkeloverdracht bij de neuronen:
- Communicatie tussen neuronen: gebeurt chemisch door synaps met neurotransmitters
- Communicatie IN een neuron: is elektrisch door doorgeven van elektrische prikkels

8.3.1 prikkeloverdracht in het neuron
Mebraanpotentiaal/transmembraanpotentiaal/rustpotentiaal: elke levende cel heeft dit
als die in rust is. Van -70 milivolt. Het komt doordat er een selectieve doorlaatbaarheid is, het
laat geen eiwitten door (negatief) omdat deze te groot zijn. Enkel ionen kunnen er uit en in
door kanalen. Sommigen zijn altijd open (leaky channels), sommigen dicht of open (gated)
Potentiaalverschil of ladingsverschil: elke cel heeft aan het celmembraan aan de
buitenkant een positieve lading met kalium+ en eiwitten- en aan de binnenkant een negatieve
lading met natrium+ en chloor-.

Op passieve manier
⇒ dit gaat door chemische en elektrische krachten
Concentratiegradïent: verschil concentraties op 2 plaatsen bv. veel kalium binnen, weinig
buiten
Chemisch: kalium gaat uit en natrium gaat makkelijk in de cel door de leaky channels.
Kalium kan er makkelijker uit dan natrium er in gaat dus er zijn verschillende
diffusiesnelheden
Elektrisch: positief geladen kalium wordt afgestoten door de positieve buitenkant, de positief
geladen natrium wordt aangetrokken door de negatieve binnenkant. Afstoting van
polariteit. Maar kalium blijft de cel verlaten doordat de chemische concentratiegradiënt
sterker is dan de afstotende elektrische kracht.
⇒ om te voorkomen dat de -70 mV zal wegvallen en het ladingsverschil gaat naar 0, is er
een pomp die voor elke 3 natriumionen naar buiten, 2 kaliumionen naar binnen trekt. Zo
wordt de -70 mV behouden.



3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur linskevdb. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,08. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,08
  • (0)
  Ajouter