Deze bundel bevat mogelijke examenvragen van het deel algemene plantkunde. Dit zijn vragen verzameld over de jaren en ik heb adhv de lessen en cursus een bijhorend antwoord op gemaakt.
Voor het examen (deel algemene plantkunde) heb ik enkel deze bundel gestudeerd en was ik geslaagd in eerste zi...
Het grote deel van het lichaam van een bruinwier doet aan fotosynthese.
WAT IS KELP? (MC-VRAAG)
Kelp is een wier dat gigantische draden vormt in het water. Deze kunnen tot meer dan 270 meter lang zijn.
Ze kunnen grote hoeveelheden jodium opslaan, waardoor ze vroeger ook gebruikt wereld als jodium-deficiëntie te genezen.
Kelp bevat ook veel stikstof en kalium, waardoor ze als meststoffen gebruikt worden.
GEEF DE LEVENSCYCLUS VAN EEN VAREN/ POLYPODIOPHYTA
1) De sporofyt is de overheersende structuur in deze plantengroep en bestaat uit de fronds (bladeren), een rhizoom en
adventiefwortels die langsheen de rhizoom ontstaan.
2) Bij het vormen van de fronds worden deze uitgerold.
3) Eens volwassen ontstaan er aan de onderzijde zwarte/bruine vlekjes, streepjes, cirkeltjes… dit zijn clusters van sporangia
en worden sori genoemd.
4) In de sporangia ondergaan de sporen meiose en worden daarna door de wind verspreid. De kiemende sporen vormen
‘Irish Valentines, de gametofyten die eruitzien als een groen hart en die de prothalli genoemd worden.
5) Archegonia en antheridia worden gevormd. Bevruchting van de eicel is zo geregeld dat het enkel met sperma van een
ander prothallium kan geschieden. Per prothallium ontwikkelt er slechts 1 eicel tot een nieuwe sporofyt, ongeacht het
aantal bevruchte eicellen.
GEEF DE LEVENSCYCLUS VAN EEN PADDENSTOEL/ BASIDIOMYCOTA (FUNGI)
Aseksuele voortplanting:
Komt zelden voor, maar als het voorkomt is het via comidia
Ook vormen sommige soorten knoppen zoals gisten
Seksuele voortplanting:
Komt voornamelijk voor. Hier beschikken de soorten over hyfen die gefragmenteerd zullen worden tot individuele cellen en zo
een mycelium zullen vormen.
1) Een spore landt op een geschikte plaats en groeit net onder de grondoppervlakte uit tot een mycelium dat bestaat uit
éénkernige cellen.
2) Indien 2 hyfen met een verschillende paringsfactor (+ en -) bij elkaar groeien, kunnen de cellen van beide mycelia
versmelten tot een cel met 2 kernen. Dit noemt men dan een dikaryoot mycelium. Wanneer het zeer dens wordt kan het
een compacte massa vormen die een button wordt genoemd.
3) Dit dikaryoot mycelium groeit uit de aarde omhoog en expandeert tot een basidioma, beter bekent als een paddenstoel.
4) De meeste paddestoelen hebben een paraplu-achtige kap en een soort stengel. Aan de onderzijde van de kap hangen
vele basidia aan dunne vleesachtige uitgroeiingen dat we de hyfen noemen.
,Ba1 FAR 2020-2021
Prof. Dr. Kris Vissenberg
5) Wanneer de basidia volwassen worden, versmelten beide kernen, deze ondergaan meiose wat leidt tot de vorming van
4 kernen. En uiteindelijk veranderen ze in basidiosporen. Deze sporen komen vrij en verspreiden zich om opnieuw een
mycelium te starten.
GEEF DE LEVENSCYCLUS VAN EEN TULP (ANGIOSPERMEN)
1) In de helmkap van de meeldraden bevindt zich een microsporangium met microsporocyten, deze ondergaan meiose
waardoor microsporen ontstaan. Deze delen tot germinatieve cellen en polbuiscellen.
2) De mannelijke gametofyten bevinden zich in de pollenkorrel dat terechtkomt op de stamper.
3) Er groeit een pollenbuis richting de carpellen, hierin zit het megasporangium met megasporocyten die ook meiose
ondergaan, waardoor megasporen ontstaan.
4) De pollenbuis groeit de embryozak in waarna de pollen door de buis reizen en er bevruchting optreedt. Tegelijkertijd
ontstaat er ook een endosperm kern die triploïd is.
5) Het zaadje groeit vervolgens uit tot een volledige plant en bloem.
GEEF DE LEVENSCYCLUS VAN DE MOSSEN/ BRYOPHYTA
1) Aan de uiteinden van de bladachtige scheuten worden mannelijke en vrouwelijke gametangia aangemaakt
2) In de archegonia wordt 1 eicel aangemaakt die van de buitenwereld wordt afgescheiden door een ‘nek’ waarin een kanaal
loopt. Oorspronkelijk is dit kanaal gevuld met cellen maar deze worden afgebroken wanneer het archegonium volwassen
wordt
3) De antheridia die op de mannelijke gametangia ontstaan bevatten kommavormige spermacellen. Deze komen vrij
wanneer de antheridia een waterdruppel absorberen en daardoor opzwellen. Ook hebben ze 2 flagellen
4) De archegonia stellen zuren, proteïnen en andere substanties vrij die de spermacellen aantrekken in de kanalen. Na
versmelting ontstaat een diploïde zygote die snel uitgroeit tot een embryo en later tot een sporofyt.
5) De calyptra, een soort kapje dat over de sporofyt hangt, omvat de sporocyten die meiose ondergaan en dan haploïde (n)
sporen worden. Deze komen vrij door een verandering in omringende vochtigheid en geven aanleiding tot fijne
draadvormige structuren die vertakken tot protonema.
6) Wanneer licht en andere omstandigheden optimaal zijn, worden er op regelmatige afstanden bladachtige knoppen
gevormd die rhizoïeden aanmaken aan de basis en tot bladachtige gametofyten uitgroeien waardoor de cyclus compleet
is
GEEF DE LEVENSCYCLUS VAN EEN DEN (GYMNOSPERMEN)
Gymnospermen: naakzadigen
De zaden zijn aan de omgeving blootgesteld en worden gevormd op de sporofylen en zitten niet in een vrucht omvat.
De zaaddragende sporofylen van de sporofyten zijn vaak spiralig gearrangeerd in strobili of kegels. Deze worden op een gelijktijdig
tijdstip ontwikkeld als kleinere pollen-dragende strobili.
1) Mannelijk is er de pollenkegel die ontwikkelt op de sporofyt (de hele boom) met een microsporangium waarin de
microsporocyt zit. Vrouwelijk is er de zaadkegel die ontwikkelt op de sporofyt, met een ovule die een vleesachtig weefsel
bevat, de nucellus. Dit is een mega-sporangium waarin een megasporocyt wordt geproduceerd. Het megasporangium is
omgeven door het integumentum (enkele cellagen) waaruit later de zaadhuid wordt gevormd.
2) Door meiose van micro – en megasporocyten ontstaan er 4 haploïde micro – en megasporen.
, Ba1 FAR 2020-2021
Prof. Dr. Kris Vissenberg
3) De microgametofyten bevinden zich in de pollenkorrel die door de wind op de ovule terecht komt. In de ovule zit de
archegonium en megagametofyt.
4) Eens op de ovule ontstaat er een pollenbuis die in het archegonium uitgroeit. De pollen reizen door de pollenbuis waarna
bevruchting plaatsvindt.
5) Uit de zygote ontwikkelt een embryo dat later uitgroeit tot een nieuwe sporofyt.
HOOFDSTUK 1: ASPECTEN, CONCEPTEN EN NOMENCLATUUR
BESPREEK ALLE CELTYPES EN WEEFSELS
Er zijn 4 verschillende soorten weefsels:
- Enkelvoudige weefsels: bevatten slechts 1 celtype
- Samengestelde weefsels: bevatten meerdere soorten celtypes
- Primaire weefsels: ontstaat door de activiteit van apicale meristemen
- Secundaire weefsels: ontstaat door de activiteit van het cambium en fellogeen
Er zijn 9 soorten celtypes:
- Meristeemcel: - niet gedifferentieerd en meestal klein
- zonder centrale vacuole
- niet geëxpandeerd
- met een zeer actief metabolisme
- deelt regelmatig
- functioneert als een stamcel
- Dermale cel : - sluit in één laag, zonder intercellulaire ruimten
- vormen samen een barrière
- in de epidermis hebben ze wandspecialisaties die waterverlies tegengaan (scheut) of
waterverlies vergemakkelijken (wortel
- in de endodermis is de wandspecialisatie gekoppeld aan selectief transport
- Collenchym : - geëlongeerde cellen
- erg dikke (primaire) niet-verhoutte celwand
- geven steun en blijven plastisch en elastisch
- twee meest voorkomende vormen zijn hoekcollenchym & plaatcollenchym
- Sklerenchym : - dikke en verhoutte secundaire wand
- geven steun en zijn weinig plastisch en elastisch
- veelal sterft de protoplast af na differentiatie
- ze zijn lang en onvertakt of hebben verschillende vormen
- Secretorische cel : - vormen grote hoeveelheden secreet dat opgestapeld wordt in de apoplast
- komen voor aan het oppervlak van de plant (klieren en klierharen)
- ze kunnen ook gegroepeerd zijn en lijnen kanalen dan af binnen verschillende organen
- Motorische cel : - hebben een specifieke celwand die een actief wijzigen, van de culturgor, omzet in een
vormverandering van de cel zelf (huidmondjes) of ook van een deel van de plant (nastiëen)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur zoehaghebaert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.