Lateralisatie:
Inleiding:
- Kinderen met ontwikkelingsvertraging of ene ontwikkelingsstoornis ondervinden
vaak problemen met lateralisatie:
Moeite met onderscheid tussen links en rechts.
Moeite met maken van visueel-ruimtelijke constructies.
(blokkenpatroon nabouwen bvb)
Moeilijkheden met schrijven, rekenen,…
(onleesbaar handschrift bvb)
Moeite met veters te knopen.
- Als ergo gaan we hierbij helpen.
Begripsomschrijving:
- Een kind leert zich geleidelijk oriënteren in de ruimte.
- Het ervaart de ruimte eerst ten opzichte van zichzelf.
- Het kind zelf is de oorsprong van het coördinatenstelsel waar het gebruik van maakt.
- Dat coördinatiestelsel is niet zomaar wiskundige uitgevonden, maar ons door de
zwaartekracht gegeven.
- De zwaartekracht zorgt voor de as van het hoofd tot de voeten, van boven naar
onder en is een constante richting op aarde.
- We kunnen met die richting meebewegen (je laten zakken) en we kunnen ertegenin
bewegen, je OPRICHTEN.
- Hetzelfde geldt voor de links-rechtsrichtingen en de voor-achter richting.
- De assen links en rechts en voor-achter liggen in het horizontale vlak.
- Voor en achter kenmerken zich door de voor-en achterzijde van het lichaam en
worden waarneembaar gemaakt door de ROTATIE rond de verticale lichaamsas.
- Links-rechts worden ontdekt door de voortschrijdende ontwikkeling van de
LATERALISATIE en de laterale buiging van het lichaam.
- Maar beiden hebben hun oorsprong in de motorische ontwikkeling.
- Het lateralisatieproces is een myelinisatieproces (rijping) van ongeveer zes jaar.
- Er zijn twee belangrijke periodes waar lateralisatie wordt opgebouwd:
De periode tussen 9 en 12 maanden:
- periode dat kind kruipt. Niet gekropen => vaak meer moeite met links- rechts
onderscheid.
De periode tussen 5 en 6 jaar:
- handvoorkeur opbouwen (3e kleuter/eerste leerjaar!).
- Er zijn ook 2 soorten lateralisatie:
Grof motorische lateralisatie: links en rechts bij bvb open en toe springen.
Fijn motorische lateralisatie: links en rechts bij bvb schrijven.
, Links- en rechtsonderscheid en links- en rechtshandigheid in de ontwikkeling:
- Zoals eerder aangehaald, liggen de vroegkinderlijke houdings- en bewegingsreflexen
aan de basis van alle bewegingsvaardigheden die een kind gaat leren.
- Deze houdingsreflexen geven het jonge kind een eerste oriëntatie punt.
- Zijn lichaam functioneert als middelpunt van het universum.
- Vanuit het eigen lichaam ontwikkelt zich later de oriëntatie ten opzichte van de
wereld rondom zich, maar tegelijk ook vanuit de objecten in de wereld naar het
lichaam toe en later ook de ruimtelijke relaties tussen objecten onderling.
- Richtingen die wij aan de ruimte geven, ontstaan vanuit ons lichaam.
- Boven, beneden, voor en achter, links en rechts.
- De asymmetrische tonische nekreflex (ATNR): een eerste aanwijzing voor de baby
dat er een ene kant is en een andere in de links-rechts richting (uiteraard nog zonder
het kennen van de begrippen links en rechts).
- Op deze manier spelen verschillende reflexpatronen mee in het leren ontdekken van
links en rechts, voor-en achter en boven en onder.
- Het onderscheid tussen de telkens in de ruimte tegengestelde richtingen ontstaat als
het kind door te experimenteren en te bewegen het onderscheid voelt tussen twee
lichaamshelften.
- Dit leerproces noemen we LATERALISATIE.
Onderscheid tussen links en rechts aanvoelen + begrippen:
- Eerst en vooral is het belangrijk dat je als toekomstige ergotherapeut goed:
1) Een onderscheid maakt tussen links-rechts verschil aanvoelen in het lichaam in de
zin van ‘weten dat er twee verschillende kanten zijn’.
2) Links en rechts als concept, zeg maar de termen juist plaatsen bij de bijbehorende
zijde. Het spreekt voor zich dat het eerste veel vroeger tot ontwikkeling komt dan
het tweede.
- Het lichaam moet eerst leren herkennen dat er 2 verschillende kanten zijn.
- Dit weten is nog niet bewust.
- Het ontstaat onder andere uit de bewegingen die het gevolg zijn van de ATNR reflex:
Als het hoofd een kant opdraait bij een kind in ruglig, dan krijgt de arm en het
been aan de aangezichtszijde een neiging tot strekken, terwijl de ledematen aan
de achterhoofdzijde een buigpatroon gaan vertonen.
- De volgende stap is dan dat het kind een relatie moet gaan leggen tussen de ene
kant en de andere kant.
- Woorden ‘links’ en ‘rechts’ leren koppelen aan de juiste zijde.
(niet ‘goede’ en ‘slechte’ hand gebruiken!!!)
- Het midden is wel nog niet ‘gekend’ (je ziet dat ook aan de kopvoeters die een kind
tekent), maar er is een romp in het midden, met ledematen aan de beide zijkanten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yanavandereecken. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.