JAAR 2: BLOK 6:
DEZELFDE PIJN,
DEZELFDE
OORZAAK
2020-2021
,Inhoudsopgave
1 De student benoemt de definitie van een neurologisch segment (blok 4) en beschrijft wat bedoeld
wordt met segmentale relaties . .................................................................................................................. - 2 -
1.1 Neurologisch segment: ........................................................................................................................ - 2 -
1.2 Bewegingssegment of functional spinal unit of Bewegingsunit van Uhans: ....................................... - 2 -
1.3 Segementale relaties: .......................................................................................................................... - 3 -
2 De student legt uit hoe segmentale relaties embryonaal tot stand komen. .......................................... - 5 -
2.1 Segmentatie: ....................................................................................................................................... - 5 -
2.1.1 Ontstaan van kiembladen: .......................................................................................................... - 5 -
2.1.2 Ontstaan van SOMIETEN: ............................................................................................................ - 5 -
2.1.3 Ontstaan extremiteiten: .............................................................................................................. - 7 -
2.2 Neurologisch segment: ........................................................................................................................ - 8 -
2.3 AREA RADICULARIS vs AREA NERVINA: ............................................................................................... - 8 -
2.4 Anatomische ligging van neural segment tov wervels: ....................................................................... - 9 -
2.5 Zijhoorn/ Zijneuron: ............................................................................................................................. - 9 -
2.6 Schema van Oostendorp: .................................................................................................................. - 10 -
3 De student beschrijft de neuroanatomie vanaf het cervicale myelum tot en met de perifere zenuwen
(n.radialis, n.medianus, n.ularis). ............................................................................................................... - 12 -
3.1 Dwarsdoorsnede ruggenmerg/ myelum: .......................................................................................... - 12 -
3.2 Uittreden zenuwwortels: ................................................................................................................... - 12 -
3.3 Plexus cervicalis: C1 -C4..................................................................................................................... - 13 -
3.4 Plexus brachialis: (C5-TH1) ................................................................................................................ - 14 -
4 De student beschrijft het fenomeen pseudoradiculaire pijn en verklaart waardoor/ waarom deze
ontstaat. .................................................................................................................................................... - 22 -
4.1 Radiculaire pijn: ................................................................................................................................. - 22 -
4.2 Pseudoradiculaire pijn: ...................................................................................................................... - 22 -
4.3 Pseudo-radiculair syndroom:............................................................................................................. - 23 -
5 De student beschrijft de indeling van afferente zenuwvezels in een perifere zenuw en hun functie. . - 24 -
5.1 Indeling volgens Lloyd & Hunt: .......................................................................................................... - 24 -
5.2 Indeling volgens Erlanger en Gasser: ................................................................................................ - 25 -
6 De student beschrijft de diverse typen pijn; nociceptief en neuropatisch en positioneert daarbinnen de
referred pain. ............................................................................................................................................. - 27 -
6.1 Basisvormen van pijn: ....................................................................................................................... - 27 -
7 De student benoemt de anatomie en neurofysiologie van het ‘pijnsysteem’ van nociceptoren t/m
pijngewaarwording in hersenen en de endogene pijnmodulatie. ................................................................... 39
7.1 Pijn neuromatrix: ...............................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
7.2 Acute vs chronische pijn: ....................................................................................................................... 39
7.3 Nociceptie:............................................................................................................................................. 39
7.3.1 Perifere sensatie: .......................................................................................................................... 39
7.3.2 Verloop van de pijnintensiteit op een tijdlijn: ............................................................................... 40
, Taak 3 Dezelfde pijn, dezelfde oorzaak?
Tijdens het jaarlijkse buurtfeest vragen 2 buren je mening over de klachten die ze hebben omdat ze
weten dat je fysiotherapie studeert. De verhalen zetten je aan het denken want ze lijken wel erg veel
op elkaar. Bij een glaasje bier vertellen ze hun verhaal:
Angelique (48 jaar, secretaresse en alleenstaande moeder) heeft pijn in de nek rechts evenveel als
links. De pijn straalt uit tussen haar schouderbladen en naar beide zijden van haar achterhoofd. De
pijn is constant aanwezig, maar verergert bij langdurig staan en zitten en bewegen met haar hoofd.
Ze kan de pijn moeilijk reduceren. Er is sprake van een continue branderige pijn, vaak met
onverwachte felle pijnscheuten. Aan het einde van de dag voelt haar nek moe aan. Haar middelste
vingers voelen tintelend en doof aan en dat gevoel straalt uit naar de onderarmen. Ze slaapt ‘s
nachts slecht omdat ze geen goede houding kan vinden en ook ‘s nachts tintelen haar handen. Ze
heeft in het verleden meerdere malen nekklachten gehad. Vooral nadat ze 5 jaar geleden een
zwaar auto-ongeval heeft gehad met meerdere gebroken ribben en een hersenschudding.
John (56 jaar, banketbakker) klaagt sinds ongeveer 4 maanden over toenemende pijn in zijn nek,
bovenste gedeelte van zijn borstwervelkolom en linker schouder/ bovenarm, maar als zelfstandige
ondernemer kan hij zich niet permitteren uit te vallen. Dit resulteert in behoorlijk wat stress voor
John. Tevens ervaart hij tintelingen en een doof gevoel in zijn linker onderarm en hand met
voornamelijk de handpalm. De pijn is dof en lijkt heel diep te zitten, is vrijwel altijd aanwezig. Hij
was al bekend met nek- en schouderpijn, waarvoor hij nooit hulp heeft gezocht. De klachten zijn
enkele jaren geleden begonnen na een brommerongeval waarbij hij van opzij is geschept door een
auto die hem geen voorrang verleende op een rotonde.
Toevallig hebben ze beiden de komende week een afspraak bij de fysiotherapeut gemaakt, die hen
na een fysiotherapeutisch onderzoek zal gaan behandelen.
Een week later zoek je John en Angelique op omdat je wilt weten wat de fysiotherapeut heeft gedaan
en tot welke conclusie hij is gekomen. Je vertelt John en Angelique dat jullie op school bezig zijn met
vergelijkbare stof en dat je daarom hun casussen zo interessant vindt. Op de opleiding zijn jullie
namelijk bezig met het bestuderen van segmenten en hoe deze zijn ontstaan en het gehele
nocisensorische systeem.
Algemeen
Deze taak loopt van Donderdag 03 - 12 t/m Maandag 07 - 12.
Tijdschema
Dag & datum Onderwijsonderdeel Inhoud
Donderdag 03-12 OWG6 Opstart Taak 3 Dezelfde pijn dezelfde oorzaak
Vrijdag 04-12 VH3.1 Stenvers testen aangevuld met klinisch redeneren
ONEVEN groepen a.h.v. casus John
Maandag 07-12 Stenvers testen aangevuld met klinisch redeneren
EVEN groepen VH3.1 a.h.v. casus John
ALLE groepen OWG7 Afsluiten Taak 3 en opstart Taak 4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fysioprozuyd. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.