1
CREATIVITEIT
DEEL 1: HET BEGRIP CREATIVITEIT
!! Creativiteit is een paraplubegrip = niet weten wat ze gaan antwoorden, kan verschillen onder de mensen heen
→ ‘creatief zijn’ heeft dus veel betekenissen en geen eenduidige definitie
!!!! maakt het extra belangrijk om tot een duidelijk begrippenkader te komen → bekom je door naar de geschiedenis te gaan kijken en bij elk begrip met meerdere
betekenissen stilstaan
3 puntjes van betekenis onder de definitie van creativiteit
- Scheppend
- Vernieuwend, origineel
- Betrekking hebbend op of dienend tot de zelfwerkzaamheid op het gebied van verbeelding en vorming.
De tendensen doorheen de geschiedenis van creativiteit op een rijtje
Individualisering van creativiteit= van iets bovenaards (god): naar iets menselijk, het individu: Oudheid en ME = god, vanaf renaissance tot nu stilaan meer individueel. Het ontstaan van creativiteit
als individuele expressie (romantiek)
Democratisering van creativiteit: van onbereikbaar, iets van de goden, tot iets enkel voor de creatieve elite, tot vandaag en in de toekomst voor iedereen. Zowel meer laagdrempelige toegang tot
creatieve middelen, als meer toegang tot een heel breed publiek
Van algemene vrijblijvende, vernieuwde creativiteit (Renaissance, verlichting en romantiek) tot functionele/winstgevende creativiteit, omwille van de industrialisering en invloed van
kapitalisme. Criterium toepasbaar, nuttig ontstaat om iets creatiefs te noemen, idee van Guilfords convergentie
Historische discussie tussen creativiteit is een vernieuwend idee (kunst) of een geïmiteerde actie (ambacht)? Ontstaan van verschil tussen kunsten en ambachten met hoogtepunt tijdens de
romantiek, met de schone kunsten enerzijds en de toegepaste kunsten en ambachten anderzijds.
Creativiteit als vernieuwenden origineel ontstaat vanaf renaissance
→ zie extra notities op apart blad (ook nog teksten herlezen)
1. Modellen van creativiteit vanuit recent wetenschappelijk onderzoek
1. 4-P model
= hoe creativiteit bestudeerde werd over de decennia heen
P = persoon: op zoek gaan naar linken tussen persoonlijkheid en kenmerken van een persoon en creativiteit
→ componential model of creativity: 3 variabelen nodig om van creatief persoon te spreken:
- domein relevante variabelen = kennis, technische vaardigheden, gespecialiseerde talenten van individuen, belangrijk in een bepaald domein
- creativiteit relevante variabelen = persoonlijke factoren die creativiteit bevorderen, los van het specifieke domein VB tolerant zijn
- taakmotivatie = iemands motivatie ten opzichte van een taak → intrinsieke motivatie is meer geassocieerd met creativiteit dan extrinsieke motivatie
P = product: welke producten/ideeën vinden we creatief?
P = Proces: hoe creëren we, welk proces moeten we gaan om zo creatief mogelijk resultaat te bereiken?
P = Press = omgeving: hoe beïnvloedt de omgeving creativiteit en hoe bepaalde omgeving wat creatief is
2. 5 A framework
= verdere uitwerking van 4P model: kijkt naar de interacties tussen verschillende elementen van creativiteit
→ Actors: degene die creëren (creatieve personen)
→ Audiences: het publiek dat betrokken is, toekijkt, de gebruiker is
→ Actions: creatieve acties die worden uitgevoerd
→ Artificats: artefacten die worden geproduceerd = cultureel of historisch interessant voorwerp dat door mensen is gemaakt
→ Affordances: de mogelijkheden of doelen die een object in zich kan dragen VB klink zien = deur open doen
3. 4 C-theory
= een traject dat je kan doorlopen als een persoon en maakt een onderscheidt tussen 4 creativiteit niveaus
→ Mini-c: mini creativiteit is de nieuwe en individueel betekenisvolle interpretatie van ervaringen, acties en gebeurtenissen
- omvat kleine momenten van humor, inzicht, mentale herstructurering, verbeelding en improvisatie in het dagelijks leven
→ Little c: het moment dat iemand door andere mensen in zijn omgeving als creatief wordt bestempeld
→ Pro-c: gradaties op professioneel vlak , van een belangrijk vernieuwend experiment in je domein
→ Big-c: persoon die belangrijke vernieuwing heeft teweeg gebracht in een domein, dat nog jaren zal herinnerd worden
4. Model van actieve kunsteducatie van vzw Wisper
= 4 vormen van creativiteit
→ cognitieve creativiteit: gaat over hoe we kunnen divergeren
, 2
→ emotionele creativiteit jezelf waarnemen, jezelf durven zijn, discipline en motivatie (5 elementen)
- nieuwsgierigheid; behoefte aan nieuwe ervaringen
- prestatiemotivatie: zoeken anar bevestiging door anderen en door jezelf
- impulsiviteit: plezier beleven aan een bepaald gedrag op zich, spelen, jezelf uitleven
- zelfverwerkelijking: zoeken naar het verleggen van je eigen grenzen, jezelf waarmaken, ontwikkelen
- communicatie: aan anderen dingen willen tonen uit je eigen binnenkant
→ sociale creativiteit: gaat over hoe creatief je kan zijn in groep
→ technische vaardigheden gaat over de technische mogelijkheden die je nodig hebt om iets te creëren (zijn eigen aan een domein)
5. Systems model
= creativiteitstheorie dat focust op de relatie tussen degene die creëert en de omgeving → stelt dat, of iets creatief is, wordt bepaald door het domein, het veld en de persoon zelf
Domein VB pedagogische wetenschappen, automechanika,..
Veld: zijn de poortwachters van het veld, die deze bewaken zoals critici, wetenschappers,..
Persoon: degene die van mini-c tot big-c kan evolueren
→ volgens de theorie kan je dus erg creatief zijn in het dagelijks leven, maar dan behoort dit nog niet perse tot een domein of wordt dit nog niet door het veld opgepikt
!!! om vernieuwend idee ook maatschappelijk te kunnen verwezenlijken heb je toegang nodig tot een domein en moet dit goedgekeurd worden door het veld
→ + vernieuwing wordt niet steeds als + onthaald
2. Ervaringsgericht creatief proces
→ ales waarbij verandering in gang gezet wordt, is een creatief proces
= de actuele ervaring van het creatief zijn
- flow: optimale ervaring, die verwijst naar de sensaties en gevoelens die opkomen wanneer een individu intens betrokken is bij een activiteit OF de grote betrokkenheid en het opgaan
in een activiteit
3. Doelgericht ceatief proces
→ gebruiken we het “model van de liggende kerstboom” voor
1= de stam van de kerstboom is de analyse die ongewenst is, of van een situatie die we willen verbeteren.
- In de stam bepaal je ook wat je anders wilt zien, wat je doel is, ook al weet je niet concreet wat de oplossing is om dat doel te bereiken
2= staat symbool voor alle ideeën die je wil verzamelen om een oplossing te vinden en de muis buiten te houden
3= is het selecteren van ideeën, divergeren of een slinger tekenen of terug af te dalen naar de stam om na te kijken of jullie veronderstellingen wel klopte
4= terug ideeën bedenken
5= de uiteindelijke oplossing
→ komt overeen met een pedagogisch handelingskader
4. Hoe werkt creativiteit en hoe kan je het bevorderen
1. Neurologische bekeken = 2-paden model
2 manieren om tot creativiteit te komen
→ flexibel denken = denken waarbij je als persoon met een bepaald probleem zit en dan plots, vanuit het niets, een idee krijgt, dat op dat moment voor jou van betekenis is en misschien wel eens
de oplossing van je probleem kan zijn
- we kunnen makkelijker ongewone associaties leggen, concepten en inzichten verbinden die op het eerste zicht niet logisch samengaan
- kost weinig moeite
- ontspannen = makkelijker flexibel denken
- concentreren = minder flexibel denken doordat je je aandacht naar buiten richt
- aandacht naar binnen richten = dagdromen → veel hersenactiviteit, meer connecties tussen hersengebieden dan wanneer ze zich geconcentreerd bezig houden
- dopamine: wijzigen van percepties, ontdekken van nieuwe verschijnselen,..
- bevordert door: blij, vrolijk zijn, opgelucht zijn, gericht zijn op bereiken van + uitkomsten, abstract denken, mindfulness, denken in kansen en in harmonie zijn met anderen
→ persistent denken = volhardend alle mogelijkheden bekijken en letten op details en deze 1 voor 1 als mogelijke oplossing onderzoeken
- analytische en aanhoudende concentratie nodig
- belangrijk wanneer je in een creatief proces keuzes moet maken en iets moet afwerken
Executive control = analyserend denken om tot oplossingen te komen, het opvolgen van regels en evalueren van feiten,..
Default-mode = spontaan denken, dagdromen, gedachten die afdwalen en flexibel denken
→ = 2 netwerken die samenwerken tijdens het maken van creatieve taken VB kunstwerk
!! als jeugdprof. zal je deze 2 denkstijlen moeten afwisselen om bij 1 gegevenheid anders te kunnen kijken naar, anders te voelen en anders te reageren op..
2. Psychologisch bekeken: creativiteit en persoonlijkheid
Persoonlijkheidstheorie - de big 5 → extraversie, emotionele stabiliteit en vernieuwend zijn bevorderend voor creativiteit
- Extraversie vs introversie
- emotionele stabiliteit vs emotionele instabiliteit
- vernieuwend vs behoudend