Filosofie
2020-2021
Examenvragen + antwoorden
Sharon Van Assche
, HOOFDSTUK 1: Sociale filosofie voor sociaal werkers
1. Wat is (sociale) filosofie? En bespreek deze omschrijving.
Filosofie gaat over verwondering, fundamentele vragen stellen en antwoorden op basis van
argumenten samen met het open staan voor nieuwe kritiek. Als we het hebben over
verwondering gaat dit zoals bij kinderen. Volwassenen verliezen de ‘waarom – vraag’ omdat het
ons brein te veel kracht kost. We gaan alles wat we als normaal kunnen beschouwen klasseren.
Wanneer er iets uitspringt zien we het wel. Het fundamentele vragen stellen kunnen we
vergelijken met Socrates. Socrates ging fundamentele vragen stellen en liet zo mensen zelf tot
inzicht komen. Argumenten: je moet altijd bereid zijn om je argumenten terug in vraag te stellen.
Filosofie is niet gelijk aan een mening, want daarover kan je niet discussiëren. Het is niet gelijk
aan een geloof, het heeft veel met elkaar te maken maar ook helemaal niets. Het is niet gelijk
aan een gevoel, want het kan tegen je gevoel ingaan. Het is ook niet gelijk aan smaak, want dat is
geen goed argument.
Het sociale aan filosofie is deze filosofie zich bezighoudt met mensen en mensen die samenleven.
2. Waarom moet een Sociaal Werker (ook) een filosoof zijn?
Een sociaal werker moet het samenleven van de mensen in vraag kunnen stellen, als hij zijn
belanghebbende wil helpen. Vooraleer je iemand kan helpen, moet je de situatie leren kennen
en vragen stellen om die situatie te kunnen kaderen. Van een sociaal werker wordt namelijk
verwacht dat hij zijn reflecties goed kan onderbouwen, dus goed kan beargumenteren. Daarnaast
zijn de ethische beginselen ook gekaderd in de definitie van wat sociaal werk is (=
mensenrechten en menselijke waardigheid + sociale rechtvaardigheid).
3. Beoordeel volgende uitspraak vanuit de cursus ‘sociale filosofie’ en geef er meer uitleg bij: “Ik
voel dat deze mensen sociale bijstand moeten krijgen.” Alternatieven hiervoor: “Ik vind dat…”,
“Mijn geloof zegt dat…”, “Kindjes zijn wel schattig, daarom moeten ze sociale bescherming
krijgen.
Rechtvaardigheid is verschillend van gevoel. Dit is geen uitspraak volgens de cursus sociale
filosofie. Dit slaat namelijk op een mening, gevoel, geloof, terwijl de sociale filosofie dit niet doet.
Men moet kunnen antwoorden op basis van argumenten.
4. “Je moet volgens vast principes leven, dat is mijn levensfilosofie.”
Dagelijks gebruik van het woord ‘filosofie’ is vaak fout. Filosofie is niet een geloof, een gevoel, of
een mening, het moet onderbouwd zijn. Als iemand zegt ‘mijn levensfilosofie’ dan is dat vaak iets
wat niet in vraag gesteld mag worden, en men kan het vaak niet beargumenteren terwijl dat
twee van de fundamenten zijn van filosofie
, 5. Wat is de ‘vooruitgangsgedachte’, en welke filosofische reflectie hebben we daarbij gemaakt?
Vooruitgangsgedachte is de idee dat onze samenleving vooruit kan gaan, het brengt ons tijd op.
Bijvoorbeeld GSM, e-mail, etc. versnellen onze communicatie enorm, maar tegelijk komen
mensen onder enorme druk te staan (burn-outs). De grote vraag die we ons hierbij kunnen
stellen is of dit wel vooruitgang te noemen is.
Het is moeilijk te bepalen wat vooruitgang precies inhoudt, want het is moeilijk om te beslissen
welke criteria gebruikt moeten worden om te bepalen of iets zorgt voor vooruitgang.
Sociaal werkers hebben een vooruitgangsgedachte; ze doen er alles aan om de belanghebbende
vooruit te helpen, te versterken, te empoweren. Als je als filosoof de vooruitgangsgedachte in
vraag stelt (“ er is geen vooruitgang”) dreig je te vervallen in relativisme (=het idee dat geen
enkel normatief kader/ geen enkele tijdsperiode beter zou zijn dan de andere).
6. Wat is het ‘normale’ aan de eigen cultuur, en welke filosofische reflectie hebben we daarbij
gemaakt?
De groep waarmee we waarden en normen delen, beschouwen we als onze eigen cultuur. Onze
eigen normen en waarden beschouwen we als normaal. Elk normaal is iets heel onschuldig maar
heeft tegelijkertijd het risico mensen uit te sluiten.
Er is wel gevaar voor relativisme. Relativisme is het idee dat geen enkel normatief kader/ geen
enkele tijdsperiode beter zou zijn dan de andere. Dit zou betekenen dat we samenlevingen zoals
de IS ook moeten goedkeuren. Extreme standpunten zouden dus ook toegelaten moeten
worden.
7. Waarom is Sociaal Werk een normatief beroep? Leg in je bespreking ook de link met de
ethische principes van het Sociaal Werk.
We zijn voortdurend bezig met kern filosofische thema’s. We willen mensen in een normatief
kader inpassen, maar willen ook vechten dat mensen zichzelf kunnen zijn. Als sociaal werker
moet je jouw oordeel langs de kant zetten, dit kan maar vanuit het perspectief dat meerdere
kaders mogelijk zijn. We laten verschillende perspectieven toe: client
perspectief ,omgevingsperspectief, samenlevingsperspectief, persoonlijk perspectief. Als we
mensen in een normatief kader willen inpassen, zijn we gericht op de samenleving en dus op
sociale rechtvaardigheid (negatieve discriminatie aanvechten, erkennen van diversiteit, gelijke
verdeling van beschikbare middelen, onrechtvaardig beleid en toestanden aanvechten, werken in
solidariteit). Als we mensen zichzelf willen laten zijn, zijn we gericht op de belanghebbende en
dus op mensenrechten en menselijke waardigheid (respect voor het recht op zelfbepaling,
promotie van het recht op participatie, behandeling van een persoon als een totaliteit,
identificatie en ontwikkeling van krachten).