MUZISCHE TALEN B
1. THEORETISCHE KADERS
1) MUZISCHE VORMING EN MUZISCHE GRONDHOUDING
Uitgangspunten van de eindtermen muzische vorming:
Speels omgaan met audiovisuele taal, beeldtaal, klanktaal, lichaamstaal en woordtaal, en
deze 'talen' spontaan gebruiken in andere leergebieden; (Artevelde koos daarom voor de
term Muzische Talen i.p.v 'domeinen')
Nieuwe indrukken opdoen (exploreren);
Deze indrukken meer bewust en met aandacht in zich opnemen (waarnemen);
De opgenomen gegevens nadenkend en navoelend uitdiepen (reflecteren);
Ervaringen met nieuwe indrukken combineren en omvormen (verbeelden);
Vanuit hun betrokkenheid met het kunstzinnige hun indrukken en fantasie verwezenlijken,
vertolken (vormgeven);
De vormgevingsmogelijkheden en beperkingen van materialen en beelden, instrumenten en
klanken, bewegingen en lichaamstaal, woorden en stem onderzoekend verwerken
(experimenteren);
Het verwerven van bepaalde vaardigheden nastreven (kwalificeren);
Nagaan of door het gebruik van bepaalde technieken een idee zich laat verwerken tot een
uitdrukkingsvorm (oriënteren);
Hun bevindingen vergelijken met het werk van anderen, kijken en luisteren naar het werk
van vormgevers en kunstenaars en van daaruit hun voorkeur laten blijken voor bepaalde
middelen en technieken in hun eigen muzisch handelen (evalueren);
Zonder vooroordelen kijken en luisteren naar kunst (genieten).
Uitgangspunten van muzische vorming:
Harmonische ontplooiing voor de totale persoon
Ontwikkelen v/h hoofd, hart en handen
Kinderen benaderen als unieke mensen
Ervaren van verbondenheid
Beschouwen en creëren
Aandacht voor:
o Ervaren/beleven/genieten
o Ervaringen verwoorden
o Muzische ervaringen begrijpen
o Communicatie
Het gaat bij muzische vorming dus niet alleen over een goede les drama of goede les beeld.
Welke doelen streef je na bij muzische vorming?
Ontwikkelen v/e muzische grondhouding (attitudevorming)
Aandacht voor het beschouwen & creëren
Muzische expressievormen ontdekken en verkennen (leren gebruiken)
o Begrippen, materialen, technieken, vaardigheden, …
,Muzische grondhouding: wat is dit en hoe werken we eraan?
Blik op de wereld
Persoonsgericht Sociaal
Een muzische grondhouding is … (en kunsten)
Persoonsgericht Vertrouwen Respect tonen De wereld
hebben in je eigen voor uitingen van onbevangen en
Sociaal mogelijkheden anderen speels benaderen
Durven iets van Ervaringen delen (‘een muzische bril
Een open blik op de wereld (en kunsten) jezelf tonen met anderen opzetten’)
Genieten van het Zonder
muzisch bezig zijn vooroordelen
(eigen fantasie) kunst waarnemen
Je hele persoon Genieten van een
Muzisch werken = ervaringen verwerken en inzetten kunstzinnige
vormgeven via verschillende muzische talen. Intensief de expressie of
zintuigen kunstwerk
gebruiken
Je neemt een open houding aan zodat nieuwe ideeën
kunnen binnenkomen, durven experimenteren, …
2) BRILLEN VAN PARSONS
Strategie om op een zinvolle en gerichte manier te gaan beschouwen en vragen te stellen
Wat is beschouwen?
- Je stelt je open voor beelden
- Je bent je ervan bewust dat beelden zeggingskracht hebben
- Je achterhaalt onderwerp, aspecten, materialen en technieken in beelden (= dingen die je
waarneemt, niet enkel als in beelden uit de muzische taal ‘Beeld’!)
- Je past strategieën toe om zinvoller te beschouwen (zie stadia/brillen van Parsons!)
De verschillende stadia
Stadium 1: de associatie
Waar kan ik het werk mee verbinden uit mijn eigen omgeving, een eerdere ervaring, een
gevoel…?
Wat roept het beeldend werk bij jou op? Vertel er iets over.
Waar denk je aan wanneer je het beeld bekijkt?
Stadium 2: de voorstelling of mimesis/ nabootsing
Wat wordt er precies voorgesteld? Waarover gaat het precies?
Stadium 3: de expressie
Wat is de betekenis van het werk? Wat wil de kunstenaar vertellen?
Welke emotie, welk idee, welke gedachte… wil de kunstenaar overbrengen?
Stadium 4: de leerbaarheid of het formalisme
Wat kan ik leren over tijd, traditie, vaardigheden en technieken die nodig zijn om het beeld
tot stand te laten komen? Welke muzische aspecten kan je terugvinden in dit werk?
Wat weet je over de kunstenaar en het werk (achtergrond)?
Stadium 5: de eigen mening
Welk oordeel maak ik, op basis van eerdere inzichten en mijn eigen smaak?
,3) CULTUUR IN DE SPIEGEL
Kader dat helpt om te reflecteren over wie we zijn als mensen en wat we doen.
Biedt een houvast om in scholen een leerlijn in cultuuronderwijs uit te bouwen.
Lln. ontwikkelen een open zelfbeeld (worden bewust van zichzelf, de ander en van de
samenleving)
Ze gaan genuanceerder handelen (bereidt hen voor op onze steeds veranderende
maatschappij)
Wat is cultuur?
Cultuur is meer dan het schilderij aan de muur of de dansvoorstelling…
Het is de manier waarop je als mens de wereld (of bv.: jouw omgeving) vorm en betekenis geeft.
M.b.v. voorwerpen, lichaam, taal en symbolen
Reflectie speelt hierbij ook een belangrijke rol
Cultuur is niet alleen persoonlijk, je deelt het ook met anderen
Deels individueel maar grotendeels collectief
Door stil te staan (reflecteren) bij de eigen cultuur en die van anderen, ontwikkelen lln. een rijker
cultureel bewustzijn en creëren ze een open blik op cultuur en de wereld.
Ze worden bewust van de eigen culturele identiteit, die ons ‘denken’ en ‘doen’ meebepaalt.
Je lln. worden burgers die kritisch naar zichzelf, een groep of de samenleving kunnen kijken en aan
kunnen deelnemen
Als je beseft dat cultuur meer dan alleen kunst is, kijk je met een andere bril naar de wereld en naar
het aandeel van cultuur in je lessen.
Wat is cultuureducatie?
Een brede definitie van cultuur meer aanknopingspunten voor cultuureducatie
Cultuuronderwijs vinden we in alle vakken (vooral in vakken met cultuurgerichte onderwerpen)
Je kan in elk vak op cultuur reflecteren
Stel de vraag: “Hoe beïnvloeden kennis, inzichten, ontdekkingen, technieken ons en de
samenleving?”
Om te reflecteren op het denken en doen van de mens, gebruik je 4 vaardigheden:
Waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren
Inzetten op deze 4 vaardigheden tijdens het reflecteren = stimuleren v/h cultureel bewustzijn
Die 4 basisvaardigheden steunen op 4 verschillende type media:
Het lichaam (de zintuigen), voorwerpen, taal en grafische symbolen
Receptief Productief
Waarnemen Verbeelden Concreet
Analyseren Conceptualiseren Abstract
De 4 culturele basisvaardigheden + de 4 media:
, 1) Waarnemen
We vergaren continu nieuwe informatie met al onze zintuigen.
Wat we waarnemen beleven we ook op een bepaalde manier.
We koppelen wat we waarnemen aan eerdere waarnemingen. We herkennen dingen, of we
ervaren iets als “nieuw”, we onthouden dingen, enz.
Waarnemen omvat:
Zintuiglijk waarnemen (zien, horen, ruiken, proeven, voelen)
Ervaren en beleven (lokaliseren, kijken, selecteren, observeren, proeven, ruiken, tasten,
vaststellen)
Memoriseren en herkennen (onthouden, herinneren, oproepen, identificeren)
Waarnemen doen we via het medium ‘lichaam’: dans, gebaren, houding, beweging, klank, …
2) Verbeelden
We doen ook iets met wat we waarnemen. De mens is een maker, hij bewerkt en verandert zijn
omgeving.
De vaardigheid ‘verbeelding’ = het vermogen om iets nieuws te maken.
Een fysieke uitdrukking (bv. een dans, een traan, een personage)
Een tastbaar materieel product (bv. schilderij, een gebouw),
Een idee (bv. een droombeeld, een utopie, een plan, een inleving)
De vaardigheid van het verbeelden leunt sterk aan bij wat we ook wel eens creativiteit noemen.
Verbeelden omvat:
Maken (ontwikkelen, construeren, bewerken, toepassen)
Uitdrukken (presenteren, uitvoeren, spelen/doen alsof, inleving tonen, iets weergeven
Verzinnen (associëren, ontwerpen, fantaseren, inschatten, plannen, transformeren,
representeren, voorstellen)
Verbeelden doen we via het medium ‘voorwerp’: muziekinstrument, apparaat, sculptuur, decor,
kostuum, meetinstrument, …
3) Conceptualiseren