5. Fluorimetrie
5.1. Bepaling van kinine in tonic
1. Doel:
Het bepalen van kininegehalte in tonic bij een onbekende oplossing. Men bepaald ook het
kininegehalte van oplossingen waarbij verschillende volumes standaardoplossing kinine
zijn aan toegevoegd. Vervolgens gaat men ook nagaan of jodide een quencher is.
Principe:
De intensiteit van het uitgezonden licht wordt gemeten bij fluorimetrie. Er gebeurt
fluorescentie als moleculen zelf licht uitzenden na bestraling met licht bij de
geschikte golflengte. Dit fenomeen kan enkel gebeuren tijdens de bestraling.
Men gaat waarnemen dat door de aanwezigheid van bepaalde moleculen (namelijk jodide) in
de oplossing gaat de fluorescentie-opbrengst verminderen. Het is dus duidelijk dat jodide een
quencher is.
Aan de hand van een ijklijn van de verschillende standaardoplossingen voor de fluorescentie
wordt het kininegehalte in tonic bepaalt. Vervolgens gaat men de optimale meetvoorwaarden
bepalen door een emissiespectrum en een excitatiespectrum op te stellen.
2. Materiaal:
Producten - Standaard kininesulfaat-oplossing
20,00 ppm en 2000 ppm
- H2SO4 (2 M)
-Tonic
-KI (0,1 M)
- Maatkolven 100,0 mL
- Automatische pipet
- Cuvetten
Meettoestel - Spectrofluorimeter
3. Werkwijze:
Bereiding van de standaardoplossingen (externe standaardmethode)
Men pipetteert 0,00 (blanco) / 1,,,,,00 mL van de stamoplossing
(20,0 ppm) in 6 verschillende maatkolven van 100,0 mL. Vervolgens voegt men telkens 2,5
mL zwavelzuur toe en lengt men verder aan met gedeïoniseerd water.
, V / mL V / mL
pipet Cbegin/ ppm maatkolf Ceind/ ppm
0,000 20,00 100,0 0,000
1,000 20,00 100,0 0,2000
2,000 20,00 100,0 0,4000
3,000 20,00 100,0 0,6000
4,000 20,00 100,0 0,8000
5,000 20,00 100,0 1,000
Bereiding onbekende oplossing in duplo
Men pakt een maatkolf van 100,0 mL en voegt 1,00 mL tonic en 2,5 mL zwavelzuur (2M)
toe aan deze maatkolf. Vervolgens lengt men verder aan met gedeïoniseerd water.
Standaarden bij onbekende (standaardadditiemethode)
Men voegt bij elke maatkolf (na het toevoegen van de onbekende uit onderstaande tabel)
ook 2,50 mL zwavelzuur (2M) toe en 1,00 mL tonic. Vervolgens lengt men verder aan met
gedeïoniseerd water.
V / mL V / mL
pipet Cbegin/ ppm maatkolf Ceind/ ppm
0,000 20,00 100,0 0,000
1,000 20,00 100,0 0,2000
3,000 20,00 100,0 0,6000
4,000 20,00 100,0 0,8000
Onderzoek van de quenching door KI
Men gaat 1,,,00 mL kaliumjodide telkens toevoegen in een maatkolf van 100,0 mL. Vervolgens
voegt men 4,00 mL stamoplossing en 2,5 mL zwavelzuur (2M) toe. Tenslotte lengt men verder aan met
gedeïoniseerd water.