Julie van der Mueren
Mediarecht – samenvatting
Info examen:
Leerdoelen:
• Juridische problemen kunnen herkennen
• Juridische vragen kunnen oplossen
è Examen
- schriftelijk
- gesloten boek
- o.a. casusvraag
Les1: mediarecht, vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid
Wat is mediarecht?
Mediarecht = het geheel van regels en beginselen die van toepassing zijn op het fenomeen
‘media’ in de ruimste zin van het wordt
• Zowel oude als nieuwe media
• Zowel verspreiders als makers van boodschappen (media in technische zin en
‘content providers’)
o Content providers: journalisten, productiehuizen ..
o à kunnen samenvallen = convergentie
Mediarecht is complex; 3 redenen:
1. Continu nieuwe uitdagingen en ontwikkelingen
• Liberalisering vd markt
o meer spelers, meer concurrentie, meer conflicten
• Technologische ontwikkelingen
o reclame doorspoelen, gegevens verzamelen
§ Reclame kan worden doorgespoeld à bedrijven gaan minder willen
betalen om reclame boodschappen uit te zenden, want mensen
pikken ze toch niet op
2. Conflicterende belangen
• Principe = vrijheid van meningsuiting
o ßà ander grondrechten : privacy, gelijkheid, kinderrechten, eerlijk proces …
o Je bent vrij om te zeggen wat je wil, maar je kan hierdoor iets doen waardoor
je anderen schaad
o Recht op meningsuiting botst dus vaak op andere rechten (privacy ..)
o Belangrijk; is het JURIDISCH toegelaten?
3. Regels van verschillende overheden
, Julie van der Mueren
• Vlaanderen: Mediadecreet
o Mediadecreet: Regels die de audiovisuele media regelen
• België: bescherming persoonsgegevens, auteursrechten, …
• EU: vrije concurrentie, vrijheid van verkeer, bescherming persoonsgegevens…
• WHO: auteursrechten
o Who: wereldhandels organisatie (niet world health organisation)
Vrijheid van meningsuiting
Principe = totale vrijheid om te zeggen, schrijven, publiceren, … wat je wil
à tenzij uitdurkkelijk verboden
ßà Dictatuur: verboden, tenzij expliciet toegelaten
We hebben “madiarecht, omdat vrijheid van meningsuiting grenzen heeft
• Vrijheid van anderen (privacy, gelijkheid, ..)
o Wetgeving inzake last en eerroof, ‘hate speech’
• Algemeen belang (pluraliseme, eerlijke concurrentie, ..)
o O.a. Mediadecreet
Bronnen
• 1791 – ‘First Amendment’ US Constitution
o “Congress shall make no law (…) abridging the freedom of speech, or of
the press”
o Lijkt een absoluut grondrecht dat niet veranderd kan worden
• 1831 – Belgische Grondwet
o art. 19: vrijheid van meningsuiting
o art. 25: persvrijheid (geen censuur + ‘cascadeaansprakelijkheid’)
§ Cascadeaansprakelijkheid: als er iets gepubliceerd wordt waarin iets
strafbaar staat dan kan alleen de auteur van dat artikel vervolgd
worden en het is maar als die auteur niet gevonden kan worden dat
het parket de uitgever kan gaan vervolgen en dan pas de drukker, en
dan pas de verdere verspreider à censuur vanwege de overheid is
verboden kan nooit worden ingevoerd, maar men wou er ook voor
zorgen dan ook de burgers elkaar niet kunnen censureren. De krant
zou toch publiceren zodat die geen risico neemt om vervolgd te
worden
o art. 150: jury (Hof van Assize)
§ De jury is bevoegd om kennis te nemen van drukpersmisdrijven (kan
niet voor correctionele rechtbank komen, maar wel voor assisen hier
geld een volksjury) die wetgever had vroeger meer vertrouwen in het
gewone volk en daarom is er bepaald dat enkel het gewone volk kan
oordelen over drukpersmisdrijven
, Julie van der Mueren
• 1950 -art. 10 EVRM (Raad van Europa)
o Iedereen heeft recht op vrijheid van meningsuiting
o Deze vrijheid draagt plichten en verantwoordelijkheden met zich mee, kan
onderworpen worden aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden,
beperkingen, sancties à in het belang vd nationale veiligheid …
o Je ziet dat Europa een veel minder optimistische aanpak heeft op de vrije
meningsuiting
• US Supreme Court – Skokie case
o Een dorp in de buurt van Chicago en daar ging een betoging door van nazi’s
en zij zingen anti joodse liederen, … zij willen die betoging per se houden in
een joodse wijk waar veel holocaust overlevende wonen à in Amerika is dit
dus toegestaan
• 1966 – art 19 Bupo (VN)
o Een ieder heeft het recht zonder inmenging een mening te koesteren.
o 2. Een ieder heeft het recht op vrijheid van meningsuiting; dit recht omvat
mede de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook op te
sporen, te ontvangen en door te geven, ongeacht grenzen, hetzij mondeling,
hetzij in geschreven of gedrukte vorm, in de vorm van kunst, of met behulp
van andere media naar zijn keuze.
o 3. Aan de uitoefening van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde
rechten zijn bijzondere plichten en verantwoordelijkheden verbonden. Deze
kan derhalve aan bepaalde beperkingen worden gebonden, doch alleen
beperkingen die bij de wet worden voorzien en nodig zijn :
o a) in het belang van de rechten of de goede naam van anderen;
o b) in het belang van de nationale veiligheid of ter bescherming van de
openbare orde, de volksgezondheid of de goede zeden.
• 2009 – EU-Handvest (Europese unie) (p 169)
o Art. 10 - De vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
o Art. 11 - De vrijheid van meningsuiting en van informatie
o Art. 52 - Reikwijdte en uitlegging van de gewaarborgde rechten en beginselen
o In heel de westerse wereld vind men de vrijheid van meningsuiting heel
belangrijk
Grondslagen
1. Instrumentele grondslagen (focus op gunstige gevolgen VMU)
• (Vrijemeningsuiting is positief en heeft gunstige gevolgen)
• individuele zelfontplooiing
o Individu kan zichzelf maar ten volle ontwikkelen als hij zijn ideen
kan uiten en uitdrukken en ook ideen van anderen kan ontvangen
• (deliberatieve) democratie à persvrijheid!
, Julie van der Mueren
o Democratie: vrije meninsuiting is heel belangrijk in een demo , de
kiezer moet goed geinformeerd zijn om te kunnen gaan stemmen
§ Burgers en hun vertegenwoordigers moeten vrij hun
mening kunnen uiten en hun pol denkbeelden kunnen
verspreiden en over alle relevante info kunnen beschikken
alvorens ze hun stem kunnen uitbrengen
o à perscrijheid is dan ook heel belangrijk, zij moeten info over
politici bij de burger brengen en de overheid controleren
• waarheid (J.S. Mill)
o à‘free marketplace of ideas’
o à ‘fake news’?
o Mill; de waarheidsgedachte , zie je ook aan de basis van belgische
en amerikaanse grondwet
§ Het argument van waarheidsvinding wordt vaak
voorgesteld met het beeld van de vrije markt:
§ Door ideeën met elkaar te laten concurreren, zullen de
juiste of waardevolle opinies komen bovendrijven
§ De botsing van ideeën is de beste garantie voor het
achterhalen vd waarheid
• T. Garton Ash: ‘the good sword of truth will only be kept sharp if it is
constantly tried against the axes and bludgeons of falsehood’
o Ash: het zwaard van de waarheid moet je constant scherp houden
door te testen tegen de wapens van de onwaarheid (door kritische
vragen te stellen aan mensen die denken dat ze de waarheid
verkondigen à waarheid wordt sterker
à fake news is dus iets van alle tijden
EHRM Handyside (1976)
§ 49: “vrijheid van meningsuiting vormt één van de essentiële fundamenten van een
democratische samenleving, één van de basisvoorwaarden voor haar vooruitgang en voor
de ontplooiing van elk individu”
à “ The little red schoolbook”
• Een boek geschreve door progressieve leraar en het moedigde die jongeren aan om
bepaalde maatschappelijke normen in vraag te stellen à grote ophef à hij krijgt een
verbod om dat boek uit te geven, komt voor het europees hof en verwijst naar artikel
10, ze zeiden dat men dat boekje kan verbieden want het ging in tegen “bescherming
van de goede zeden”
• De dag van vandaag zou men hier wellicht anders over beslissen
• Deze passage wordt keer op keer nog steeds herhaald
EHRM Fatullayev t. Azerbeidjan
“87. Moreover, the Court notes that it is an integral part of freedom of expression to seek
historical truth.”