Hoofdstuk 4 Markttoetreding en marktstructuur
Paragraaf 4.1 Inleiding
Produceren is dat bedrijfs houdingen goederen en diensten voortbrengen. Er wordt gebruik gemaakt
van schaarse productiefactoren en bouwmaterialen (grondstoffen en halffabrikaten). Inkoopkosten zijn
de kosten die bedrijven daarvoor maken en zijn kosten van zaken die bedrijven verbruiken bij het
productieproces. Bedrijfskosten zijn kosten voor zaken die bedrijven gebruiken bij het
productieproces.
Paragraaf 4.2 Waarvan hangen de productiemogelijkheden af?
Een bedrijf kan maar een beperkt hoeveelheid goederen/diensten per tijdseenheid voortbrengen.
Productiecapaciteit is de maximale hoeveelheid goederen/diensten van een bedrijf.
Productiecapaciteit hangt vooral af van de hoeveelheid productiefactoren en de kwaliteit van de
producten (kwantiteit en kwaliteit).
Productietechniek is de manier waarop bedrijven produceren. Arbeidsintensief is arbeiders die zijn
ingeschakeld om producten voort te brengen. Kapitaalintensief is dat producten niet door arbeiders
wordt voortgebracht maar door machines. Deze 3 factoren hangen af van de prijsverhouding tussen
arbeid en kapitaal.
Paragraaf 4.3 Welke kosten heeft een onderneming?
Variabel kosten (VK) zijn kosten die afhankelijk zijn van de productie. Constante kosten (CK) zijn de
overige kosten ook wel vaste kosten.
Verbanden tussen kosten productie kun je grafisch weergeven. Je hebt dan ook nog totale kosten
(TK) die zijn gelijk aan de som van de constante en de variabele kosten.
Als je 2x zoveel mensen inschakelt voor productie dat je dan 2x zoveel kunt produceren, dan spreek
je van constante meeropbrengsten als de grafiek van de TK- en de VK-functie rechtlijnig zijn.
Paragraaf 4.4 Hoe zien de opbrengsten functies van een onderneming eruit?
Opbrengstenfuncties van ondernemingen kunnen van elkaar verschillen. Je kan wel of geen invloed
op de prijs hebben. Prijzen die van marktmechanisme tot stand komen komt, omdat ondernemingen
geen invloed op de prijs hebben en we noemen dat: prijsnemers. Hoeveelheidsaanpasser
(kenmerken) daarvan zijn bedrijven die concurrenten hebben die identiek zijn oftewel homogene
producten → vragers kunnen geen onderscheid maken tussen producten van aanbieders.
Ondernemers die wel invloed op de prijs hebben, noem je prijszetters. Bij dit soort ondernemers heb
je sprake van heterogene goederen → goederen waarvan je wel onderscheid kan maken.
Paragraaf 4.5 Bij welke productiegrootte zijn de kosten en de opbrengsten aan elkaar gelijk?
Een bedrijf hoort winst te maken. Break-evenpunt (BEP) is de productiegrootte waarbij de kosten en
opbrengsten aan elkaar gelijk zijn. Onder de productiegrootte is het verlies en daarboven is het winst,
dus hoe verder verwijderd van het BEP, hoe groter het verlies of winst is.
Break-evenproductie hang af van deze 3 dingen:
1. Prijs van product (P)
2. Variabele kosten per product (GVK)
3. Constante kosten (CK)
P↑ → BEP ↓
GVK ↑ → BEP ↑
CK ↑ → BEP ↑
Niet alleen de kosten nemen toe maar ook de opbrengsten.
Formule: BEP = CK / P - GVK
¨P - GVK¨ noem je dekkingsbijdrage (moet altijd positief zijn) → ondernemen kan zijn constante
kosten terugverdienen. Zo kan hij steeds meer winst behalen bij zo’n hoog mogelijk productie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudiehulpA. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.