Politicologie Lesnoties
Inleiding
Politicologie in de rechten?
Wetten worden gemaakt door en voor mensen => staan niet los
van de maatschappelijke context waarin wij leven.
Spaghetti-arrest = (1996): Marc Dutroux, heft ook de relatie tussen
burgers en de rechterlijke macht onder druk hebben gezet, de witte
woede, een onderzoeksrechter die tot dan toe actief was op de zaak
Dutroux, werd gespot op een feestje van de slachtoffers van Marc
Dutroux, hij moest van de zaak worden gehaald omdat hij een schijn
van partijdigheid heeft gewekt. HvC: haalde die man van de zaak,
tegen de wil van de burgers in, want zij dachten die OZR had de zaak
volledig in de gang.
& Agsusta-proces
= 2 voorbeelden waarbij de juristen (rechterlijke macht) veraf leken te
staan van de burgers, rechters die niet in de samenleving stonden
Recht als ‘gestolde politiek’ als ‘de tijdelijke codificatie van
politieke macht’ vb. abortus kunnen plegen tot de 12e week en
dat men dit zou willen uitbreiden tot 18 weken. Politiek beslist ook
of je woningen mag betreden of je telefoontap mag plegen door
de rechterlijke macht.
‘Politiek’ maakt regels in o.a. wetten (het kader voor de
RS, inspraak in hoe onderzoek wordt verricht)
Ook omgekeerd vb. zonnepanelen: terugdraaiende teller wordt
afgeschaft, omdat er een zaak bij het GwH is geweest. (Want dit
is eigenlijk federale materie, daarom heeft men dit afgeschaft)
Rechterlijke macht en democratie, verhouding tussen de
machten (trias politica, met het systeem van checks and
balances, voornamelijk UV en WM, RM ziet toe)
Vb. eindtermen die worden opgesteld door het parlement, maar
scholen kunnen dat zelf een beetje gaan invullen. Maar volgens het
katholieke onderwijs, zegt men dat men dat dié eindtermen té eng zijn
voorgeschreven, de vrijheid van onderwijs is volgens hen geschonden,
aldus zou dit aanleiding kunnen geven tot een zaak voor de rechter.
Kortom geen recht zonder politiek, geen politiek zonder recht
Het Examen
Actualiteit moet je kennen! Tot 48u voor het examen: we krijgen
op het examen een aantal vragen van de actualiteit op dat
moment. Vb. wat is het begrotingstekort dit jaar? Evenals
mogelijks een toepassingsvraag: vb. pas het liberalisme toe op de
abortuskwestie.
1
, 2,5u + 2 delen (10 open vragen, 10 meerkeuze)
Geen wetboek gebruiken voor dit examen!
Parate kennis
Namen voorzitters en partijen (inclusief afkortingen)
Cd&V (Christen-Democratisch en Vlaams)
= Joachim coens
Cdh (centre démocrate Humaniste)
Sp.a (Socialistische Partij Anders)
= Connor Rousseau
PS (Parti Socialiste)
= Paul Magnette
Open VLD (Open Vlaamse Liberalen en Democraten)
= Egbert Lachaert
MR (Mouvement Réformateur)
Groen
= Meyrem Almaci
Ecolo
Pvda (Partij van de Arbeid)
= Peter Mertens
Ptb (Parti du Travail de Belgique)
NVA (Nieuw-Vlaamse Alliantie)
= Bart de Wever
Vlaams belang
= Tom van Grieken
Samenstelling Vlaamse en Federale regering +
staatssecretarissen (naam partij en hoofdbevoegdheden)
Federale regering
Alexander De Croo Pierre-Yves
Demagne
(Open VLD) (Ps)
2
,Eerste Minister Vice-eersteminister +
Minister van werk en Economie
Sophie Wilmès
(MR)
Vice-eerste minister + M. van buitenlandse zaken,
europese zaken en buitenlandse handel en vd Fed.
Culturele instellingen
Georges Gilkinet
(ecolo)
Vice-eerste minister en minster van Mobiliteit
Vincent van Petegem
(cd&v)
Vice- eerste minister + M. van Financiën, belast
met de Coördinatie van de fraudebestrijding
Frank Vandenbroecke
(sp.a)
Vice-eerste minister + M. van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Petra de Sutter
(Groen)
Vice-eerste minister + M. van ambtenarenzaken,
overheidsbedrijvenn, telecommunicatie en Post
Vincent van Quickenborne
(Open VLD)
Vice- eerste minister + M. van Justitie en Noordzee
David Clarinval
(MR)
3
, M. van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw,
institutionele Hervormingen en Democratische vernieuwing
Karine Lalieux
(ps)
M. van Pensieoenen en Maatschappelijke integratie,
belast met Personen met een handicap,
armoedebestrijding en Beliris
Ludivine Dedonder
(ps)
M. van defensie
Zakia Khattabi
(Ecolo)
M van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkelingen
en Green Deal
Annelies Verlinden
(Cd&V)
M. van binnenlandse Zaken, institutionele
hervormingen en Democratische vernieuwingen
Meryame Kitir
(sp.a)
M. van Ontwikkelingssamenwerking en
Grootstedenbeleid
Tinne van der Straeten
(Groen)
M. van Energie
Staatssecretarissen
Thomas Dermine
(Ps)
4
, S. voor Relance en Strategische investeringen, belast met
Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van
Eco en Werk
Mathieu Michel
(MR)
S. voor digitalisering, belast met administratieve
vereenvoudiging, Privacy en met de Regie der
gebouwen, toegevoegd aan de eerste minister
Sarah Schlitz
(Ecolo)
S. voor Gendergelijkheid, Gelijke kansen en
Diversiteit toegevoegd aan de Minister van Mobiliteit
Sammy Mahdi
(Cd&V)
S. voor Asiel en Migratie, belast met de Nationale
loterij, toegevoegd aan de minister van
Binnenlandse zaken, Institutionele
Hervormingen en Democratische
vernieuwingen
Eva de Bleeker
(Open VLD)
S. voor Begroting en Consumentenbescherming,
toegevoegd aan de minister van Justitie en Noordzee
Vlaamse regering
Jan Jambon
(N-VA)
Minister-President van de Vlaamse Regering, Vlaams
M. van Buitenlandse zaken, Cultuur, ICT en Facilitair
Management
Hilde Crevits
(CD&V)
Viceminister-President + Vl. M. van Economie,
Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw
Bart Somers
(Open VLD)
5
, Viceminister-President + Vl. M. van Binnenlands bestuur,
bestuurszaken, inburgering en Gelijke kansen
Ben Weyts
(N-VA)
Viceminister-President + Vl. M. van Onderwijs, Sport,
Dierenwelzijn en Vlaamse Rand
Zuhal Demir
(N-VA)
Vl. M. van Justitie en handhaving, omgeving,
Energie en Toerisme
Wouter Beke
(CD&V)
Vl. M. van Welzij, Volksgezondheid, Gezin en
Armoedebestrijding
Matthias Diependale
(N-VA)
Vl. M. van Financiën, Begroting, Wonen en
onroerend erfgoed
Lydia Peeters
(Open VLD)
Vl. M. van Mobiliteit en openbare werken
Benjamin Dalle
(CD&V)
Vl. M. van Brussel, Jeugd en Media
Voorzitters van grote sociaaleconomische organisaties (zie later)
Hoofdstuk 1: Wat is politiek?
Actualiteit
De verkiezingen van 26/05/2019: waren er eigenlijk geen
echte grote winners, vooral verliezers, al winnen de radicalen.
o 2 winnaars in Vlaanderen: VB + PVDA (PTB), Groen:
‘overwinningsnederlaag’ (Ecolo)
6
, o Leidende partijen NV-A en PS houden stand, verliezen
zwaar, grootste nederlaag voor NV-A
Belangrijkste thema’s in 2016: migratie, sociale zekerheid,
belastingen, milieu… >< Wallonië: werkgelegenheid, milieu,
sociale zekerheid...
o => deze doelstellingen uiten zich ook in de cijfers, vb.
Migratie = Vlaams belang & Werkgelegenheid = PS
o Wij hebben een zeer gefragmenteerd systeem =>
vormen van een regering wordt ZEER moeilijk.
Vb. Oostenrijk een gelijkaardig systeem, maar zeer
minder gefragmenteerd en daarmee is het volgens de
prof gemakkelijker om een regering te vormen.
De traditionele partijen = trado’s (socialisten, liberalen en de
christenen) => waren dé grootste partijen, zij verliezen aan
belang. (Tendens die men niet enkel ziet in BE) => raken in
verval
o Zij waren office driven = waren gedreven om deel te
nemen aan regeringen
o >< police driven = willen voornamelijk een
partijprogramma gerealiseerd zien (zo zijn de nieuwe
partijen meer)
o Zij kunnen niet langer een klassieke tripartite (regering
tussen de traditionele partijen) = onmogelijk
Regering Vivaldi
o Meerderheid: 88/62
o Probleem: grootste partijen zitten hier NIET in, sommigen
vinden dit ondemocratisch
o Probleem II: de regering heeft geen meerderheid aan
Vlaamse kant
Grondwettelijk gezien is dit geen probleem
Maar sommige mensen vinden dit ondemocratisch
Cfr. Regering Michel, geen meerderheid aan
Franstalige zijde
o Premier Alexander De Croo (maar men moest een NE
premier hebben) die zijn regering niet in handen heeft,
Open VLD is een kleine partij, hoe kan hij baas zijn over
deze meerderheid als hij zelf niet tot de grootste partij
behoort.
>< Paul Magnette: grootste partij, doel: zodat ptb en
ecolo niet té veel stemmen zou overnemen.
MR: wil ook de grootste partij worden: methode:
‘kibbelkabinet’
7
, Vlaamse regering
o Opnieuw ‘Zweeds’ = regering Michel was ook een Zweedse
Coalitie
Vroeger waren de Liberalen niet nodig voor de
meerderheid, nu zijn ze wél zeer belangrijk voor de
meerderheid
o Andere samenstelling
Een asymmetrische constructie: omdat de
Federale en Vlaamse regering niet dezelfde zijn.
= ‘ene been in, andere been uit”
o Jan Jambon = Minister President: maar sommigen zijn in
hem ontgoocheld, moet dit niet Bart de Wever zijn.
Bovendien zijn hier geen Franstaligen, waardoor dit
voor journalisten misschien minder de aandacht trekt.
o NVA
Remmen en gas geven tegelijkertijd vb. regeren met
liberalen en afkraken liberalen (federaal)
Vraagstelling: hoe ver moeten wij gaan gelijk op
Vlaams Belang?
Federale Regeringsvorming => duurt eeuwen om een regering op de
been te krijgen (de meest recente formaties zijn de moeilijkste
geworden
1968 is hier een belangrijk breukmoment in (wegens
opsplitsen van partijen in een NE en FR zijde)
Vb. De Croo I = 494 dagen: 26/05/2019-01/10-2020
Vb. Di Rupo I = 541 dagen: 13/06/10- 06/12/2011
Oplossingen? => probleem: zijn niet allemaal makkelijk te realiseren
6 maanden (naar Israëlisch voorbeeld); Financiering aanpakken;
Confederale regering; Aanpassen kiessysteem (minder partijen,
radicaal of kleine aanpassingen…)
Structurele problemen federaal model
8
, o Confederalisme, herfederaliseren, België met 4….
Gewoon beter samenwerken…
1. inleiding
Probleem = politiek is zeer moeilijk te definiëren
Politiek = gaat over macht, over belangen en waarden, over keuzes
en beslissingen in een competitieve omgeving van schaarste van
middelen en verdeeldheid over doelstellingen en prioriteiten, over de
koers van onze samenleving.
2. Wat is politiek? Op zoek naar een omschrijving
2.1. Oorsprong van het begrip
Politiek = politika
Gr: politika = betrekking op polis of stadstaat (collectieve
zaken bespreken) vs private leven (idiotikos of individueel)
o Zeer hoogstaande bezigheid (er was niets belangrijker wat
je kon doen)
o Beperkt tot vrije mannen (verheven beeld)
De mens is een politiek (sociaal) dier (Aristoteles) = mens
wordt mens door tussen andere mensen te leven ><
daartegenover staat de idioot (mensen die zich enkel met
private aangelegenheden bezighouden)
2.2. Politiek en territorium (en bevolking)
Geënt op een territorium (1)
Anderzijds een bevolking nodig (2)
= besturen van een groep mensen die op een bepaald stuk
grond woonden, maar doorheen de tijd is het territorium
minder belangrijk geworden.
o Vb. Globalisering, Migratie, Klimaat…. Overstijgt de land- en
staatsgrenzen
o => politiek definiëren wordt ook hierdoor bemoeilijkt,
doordat het doorheen de tijd veranderd.
9
, o => vandaag is de staat minder dominant dan pakweg een
eeuw geleden (decentralisering, federalisering,
europanisering…)
2.3. Van nachtwaker naar nanny
Politiek = datgene wat de staat regelt
Probleem: niet iedereen denkt hetzelfde van wat die staat moet
doen
1. Minimale state = overheid moet zoveel mogelijk vrijheid
laten, beperken tot veiligheid, maar voor de rest niets
o Reikwijdte politiek = héél beperkt
2. Nannystate = overheid moet voor ons zorgen
o Reikwijdte politiek = héél uitgebreid
o Vb. nanny state index = rangschikking van landen waar het
meest makkelijk is om bv. sigaretten, alcohol en
vettigheden te komen, in DE kun je dat het makkelijkst
doen. >< Finland
=> afspraken over wat de politiek mag of moet doen, varieert
door de tijd en op basis van de ‘behoefte aan politiek’ binnen de
samenleving.
2.4. Eindeloze reeds definities = NK
3. geschiedenis
Geschiedenis van politiek
Op vele verschillende manieren ingevuld => 3 highlights (deze
nemen wij omdat ze nog naleven zoals men ze vandaag bekijkt)
1. Klassieke Griekenland (Aristotles)
o Politiek = een zéér hoog aangeschreven praktijk
o Polis = stadstaat= een geordende samenleving, alleen
daarin kon de mens tot volle ontplooiing komen. Wie zich
hier niet mee inliet, was een ideotès
2. Machiavelli
o Il Principe (de vorst/ de heerser)(1532) – ‘Het doel
heiligt de middelen’
o Handleiding voor heersers voor machtsverwering en –
behoud
‘Verdeel en heers’
‘Wie andere machtig maakt, graaft zijn eigen graf’
…
o Politiek = macht
3. Franse Revolutie: ontstaan van ideologieën
(conservatisme, liberalisme, later socialisme…)
10