Readertekst 1. Discretionaire ruimte en morele keuzes.
Weken met wetten en regels.
Doorgaans worden wetten gemaakt en uitgevoerd in dienst van het recht, dus om rechtvaardigheid
in de samenleving te ervaren. Wetten zijn deelverzamelingen van het recht. Naast de wet bestaat
recht uit een fluctuerend discours over wat een wetsregel in een bepaald geval inhoudt.
Er zijn allemaal soorten wetten. Een relevante indeling is die van Rijpkema:
1. Regelende wetten Praktische functie, zorgen voor vrede en veiligheid.
Voorbeeld: Verkeersregels
2. Normerende wetten Regels met bedoeling rechtvaardige samenleving te maken.
Voorbeeld: Uitvoering van de sociale zekerheidswetten.
Wetten bestaan in de eerste plaats uit algemene regels met daarnaast uitzonderingen op de regel.
Naast de expliciet geformuleerde uitzonderingen op een wetsregel bedient het recht zich ook van
regels met een open norm. Voorbeeld: redelijkheid en billijkheid.
Het gat tussen open norm en specifieke situatie wordt gedicht door bestudering van jurisprudentie.
Of de jurist nu wel of niet bewust is van de uniciteir van elke casus, hij is er in elk geval op getraind
om direct vergelijkbare casussen naast elkaar t leggen, zodat de beslissing gesteund wordt door het
oordeel van voldoende overeenkomst van omstandigheden.
Discretionaire ruimte en morele vraag.
De sociaal juridische professional draagt de zware last van een zeer moeilijk afwegingsproces. De
vraag doemt op, of het mogelijk is dat een wetsregel precies aansluit bij een specifieke situatie. Waar
wetsuitvoering plaats vindt, komen publieke professional en cliënt samen in een unieke en complexe
sociale situatie.
Geldende regel.
De wetsregel beoogt geen uniciteit maar beschrijft een aantal voorwaarden die overeen kunnen
komen met een specifieke situatie. Hoe algemener de regel, hoe meer situaties van toepassing
kunnen zijn.
De professional die zich als sociaal juridisch dienstverlener bevindt in een per definitie unieke situatie
met een cliënt, bevindt zich in een complexe realiteit waarin systeemwereld en leefwereld
samenkomen. Het matchen van een algemene regel met een specifieke situatie is voor
wetsuitvoering nodig en die activiteit brengt discretionaire ruimte.
,Readertekst 2.1. Universal Declaration of Human Rights.
Rechten.
- De onvreemdbare rechten van alle lesen van de mensengemeenschap zijn de grondslag voor
de vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld.
- Omdat er door minachting voor de rechten van de mens barbaarse handelingen zijn verricht,
is nu het hoogste ideel dat mensen vrij in meningsuiting en geloof zijn, en zullen vrij zijn van
vrees en gebrek.
- Het is van groot belang dat de rechten van de mens beschermd worden, opdat de mens niet
gedwongen worde om in laatste instantie zijn toevlucht te nemen tot opstand tegen tyrannie
en onderdrukking.
- Het is van grootst belang de vriendschap tussen de naties te bevorderen.
- De Staten zijn plechtig verbonden om in samenwerking met de Organisatie van de VN overal
eerbied voor en inachtneming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te
bevorderen.
- Het is van grootst belang dat ieder begrip hebb voor deze rechten en vrijheden.
De Algemene Vergadering proclameert een Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als
het gemeenschappelijk door alle volkeren en naties te bereiken ideaal, opdat ieder individu en elk
orgaan van de gemeenschap, met de verklaring voortdurend voor ogen, er naar zal streven door
onderwijs en opvoeding de eerbied voor de rechten en vrijheden te bevorderen.
Artikel 1.
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Ze behoren jegens elkander in
een geest van broederschap te gedragen.
Artikel 2.
Een ieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in deze Verklaring opgesomd, zonder enig
onderscheid van welke aard ook.
Artikel 3.
Een ieder heeft recht op leven, vrijheid en ondschendbaarheid van zijn persoon.
Artikel 4.
Niemand zal in slavernij of horigheid gehouden worden. Slavernij is in iedere vorm verboden.
Artikel 5.
Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende
behandeling of bestraffing.
Artikel 6.
Een ieder heeft, waar hij zich ook bevindt, recht als persoon erkend te worden voor de wet.
Artikel 7.
Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder onderscheid aanspraak op gelijke bescherming door
de wet.
Artikel 8.
Een ieder heeft recht op daadwerkelijke rechthulp van bevoegde nationale rechterlijke instanties
tegen handelingen, welke in strijd zijn met de grondrechten.
, Artikel 9.
Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of verbanning.
Artikel 10.
Een ieder heeft recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke
en onpartijdige rechterlijke instantie.
Artikel 11.
1. Een ieder die wegens strafbaar feit wordt vervolgd, heeft er recht op ongschuldig te zijn tot
tegendeel bewezen is.
2. Niemand zal voor schuldig gehouden worden aan enig strafrechtelijk vergrijp op grond van
enige handeling of verzuim, welke naar nationaal of internationaal recht geen strafrechtelijk
vergrijp betekenden op het tijdstip waarop de handeling of het verzuim gedaan werd.
Artikel 12.
Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige inmening van zijn persoonlijke
aangelegenheden.
Artikel 13.
1. Ieder heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen en vertoeven binnen de grenzen van elke
Staat.
2. Ieder heeft het recht welk land ook, met inbegrip van het zijne, te verlaten en naar zijn land
terug te keren.
Artikel 14.
1. Ieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging.
2. Op dit recht kan geen beroep worden gedaan ingeval van strafvervolgingen wegens
misdrijven van niet-politieke aard.
Artikel 15.
1. Ieder heeft het recht op nationaliteit.
2. Aan niemand mag willekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen.
Artikel 16.
1. Mannen en vrouwen hebben het recht om op huwbare leeftijd een gezin te stichten en ze
hebben gelijke rechten wat het huwelijk betreft.
2. Een huwelijk kan slechts worden gesloten met de vrije en volledige toestemming van de
aanstaande echtgenoten
3. Een gezin heeft recht op bescherming door de maatschappij en Staat.
Artikel 17.
1. Een ieder heeft recht op eigendom, hetzij alleen, hetzij tezamen met anderen.
2. Niemand mag willekeurig van zijn eigendom worden beroofd.
Artikel 18.
Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.
Artikel 19.
Een ieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting.
Artikel 20.
1. Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vereniging.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Amyopdencamp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.