Sociologie
1.4 Sociologische verbeeldingskracht p29
Denken in termen van sociale netwerken= relationeel denken
Wijdvertakt geheel van afhankelijkheidsverhoudingen waarbinnen een actor, relatie, binding of
verband slecht 1 ‘knooppunt’ naast ontelbare andere is.
Niet ieder mens altijd individu (= ondeelbaar geheel met unieke levensgeschiedenis en identiteit)
niemand ontsnapt aan sociale verhoudingen
Niet vanzelf sprekend is onze cultuur
dominantie egocentrische maatschappijbeeld (verklaart neiging om problemen te
individualiseren)
De samenleving als een reeks van concentrische cirkel van anderen rondom een ik/ego. Elke
nieuwe cirkel groeit sociale afstand. (kan resulteren in sociale blindheid)
Wat zijn de bouwstenen van sociale relaties sociale handelingen
Samenhandelen
Iemand die gedichten schrijft heeft gedichten in hoofd die ervoor gelezen heeft: voorgaande
gedichten hebben invloed op dichter. bindingskarakter
Sociologische verbeeldingskracht bindingen wel zien buiten egocentrische kring = jezelf kunnen
zien binnen verschillende sociale verbanden, elk met afhankelijkheden (ook met onbekenden).
decentrering, = ego niet meer in het midden plaatsen, individuele levens worden ook
beïnvloedt door sociale bindingen met onbekenden
GEVOLG: ontstaan sociologische verbeeldingskracht (Mills)
in brede zin: vermogen om zichzelf te observeren als knooppunt van
meerdere sociale bindingen, verbanden, netwerken die eigen denken &
handelen vorm geven (ook als het compleet onbekenden zijn)
In enge zin: vermogen om persoonlijke problemen met sociale feiten,
veranderingen te verbinden.
Belangrijk WANT:
1. Depersonalisering probleem (niet persoonlijkheidskenmerken)
2. Ander perspectief op mogelijke oorzaken
Vb. Zelfdoding, Griekenland: stijging aantal zelfmoorden besparingsbeleid; Meer scheidingen,
hogere huwelijksverwachtingen+ inburgering scheiding
individuele problemen in een bredere sociale context plaatsen gedeelde sociale problemen
men voelt samenhorigheid rond een probleem samen opkomen voor dat probleem
1
,Individuele moeilijkheden =uitvloeisel sociale problemen met sociale factoren die grote groep
mensen in moeilijkheden brengt.
Vb: invloed patriarchale orde op individuele relaties tussen man en vrouw; vrouw onderdrukt = 2 e
feministische golf (1ste: vrouw eisen plaats op in maatschappij bv. geneeskunde studeren)
Vb. MeToo beweging: binnen arbeidssituatie nog altijd patriarchale orde; ongewenste intimiteiten
binnen werksituatie, velen vrouwen zeggen dat ze dat ook hebben meegemaakt geen persoonlijk
probleem meer, maar een sociaal probleem, verspreid door media)
Vb) Burn-out: directe output wordt gemeten men wordt sneller geconfronteerd met onder de lat
presteren meer stress om boven deze lat te zitten slecht sociaal prestatiesysteem
Over problemen uitkomen kan uitmonden in victim-blaming= slachtoffer krijgt schuld en wordt zo
medeverantwoordelijke:
Sexting: ‘je moet maar niet zo stom zijn om dat te sturen’ gebrek aan moraliteit van
dader; verkrachting, positieve allochtonen, bestolen worden in grote stad; pestgedrag
Na verkrachting: ‘ze vroeg er zelf om, ze lokte het zelf uit met haar onthullende kleren’
vrouw gezien als lustobject in maatschappij
Werklozen: ‘ze zijn lui en doen geen moeite’ objectief banen tekort
‘The negro family’ -Daniel Patrick Moynihan: kansarmoede binnen zwarte getto’s verbinden
met cultuurkenmerken, eigen schuld.
Kritiek William Ryan: sociale mechanisme zorgen voor kansarmoede (systematische
discriminatie)
Er bestaat dan geen sociaal probleem: moeilijke levenssituatie aan zichzelf te danken.
1.5 Sociologie en sociaal engagement p34
Sociologische verbeeldingskracht kan resulteren in:
Defamiliarisering: Vertrouwde stukjes sociale realiteit worden onvertrouwd, bekend terrein blijkt
onbekende dimensies te herbergen.
Vb. Kunstenaars: Denken dat werken pure zelfexpressie is (vergeet niet: sociale bindingen,
gegeneraliseerde afhankelijkheid) (voor romantiek werd kunst gezien als ambacht)
romans, orkesten, concerten, films,… = joint products (een samengevoegd geheel van
samenwerkingen tussen verschillende mensen, dingen) – Howard Becker
Defamiliariserende kijk op kunst
Socioloog als mythejager: Fenomenen die voordien evident bevonden, bij nader inspectie niet
kloppen. Sociologie streeft naar onderbouwde kennis van het sociale:
Waarderingsvrijheid of morele neutraliteit:
Howard Becker: Whose side are we on? machthebbers/machtelozen
Er is een soort hiërarchie van geloofwaardigheid: bv. Wat politieagenten zeggen is sneller
waar en ernstiger genomen dan dat wat crimineel zegt.
PAGINA 36,37,38,39 MAYBE KENNEN VAT ZELF SAMEN
Feiten zeggen niks over hoe de wereld ongericht moet zijn
Vb) verschil inkomenongelijkheid
2
, Conclusies op sociale onderwerpen zijn persoonlijk
Nooit iets te concluderen uit feiten van politieke orde
Wel consensus dat er bv meer gelijkheid moet zijn
NIET KENNEN: harde en zachte visie /links en rechtse sociologen
Veel sociologen houden zich bezig met sociale problemen: veel sociologen doen onderzoek in
opdracht van beleidsmakers wat je onderzoekt hangt af van financieringsbron sociologie geeft
problemen voor sociologie sociologen doen enkel onderzoek naar wat voor ze gefinancierd
worden sociologen zoeken dus veel op over de lagere klassen en bijna nooit over hogere er zijn
zwarte gaten in onze kennis
1.6 Goede bedoelingen en hun onbedoelde gevolgen 39
Sociale handelingsverloop onvoorspelbaar ook zo in bredere sociale netwerken
GEVOLG: mogelijk onbedoelde gevolgen
Je weet dat er iets gebeurd, maar je weet niet wat dat iets is. Men kan niet anticiperen op alle
mogelijke gevolgen er zijn te veel afhankelijkheidsrelaties, actoren kunnen anders reageren dan
bedoeld door bv. overheid
Vb) onderzoek autochtonen en allochtonen
Meerdere factoren voor gevolgen
Minder goede vooropleiding (minder goede talenkennis)
Niet aansluiten tussen school en thuismilieu
Minder sterke studiemotivatie en attitude en soms onrealtische studiekeuze (hoog
percentage stoppers)
multifactorieel gegeven: er zijn meerdere factoren die invloed hebben
Werken aan probleem? Werken op: secundair, lager, thuissituatie,...
Moeilijkheid: overheid die tussenkomt in de private sfeer
Vb) verplichte anticonceptie, huissituatie checken
Overheid mag dat wel bij mishandeling, voor bescherming van het kind ouders ontheffen van
ouderlijke macht
Er is een grens voor sturingsvermogen van overheid op sociale problemen. Sturen gebeurt met
beperkt zich, zowel in overheid als in bedrijven.
Vb) Sociale woningen voor mensen die huizen niet kunnen betalen segregatie-effect
Vb) Standsvernieuwing: nieuwe wijken, hogere prijzen van huizen lagere klassen zal weg moeten
Vb) Werkloosheidsval: verschil van minimum loon en maximale uitkering. Verschil te klein? Mensen
gaan niet gaan werken.
3