Samenvatti
ng
Pedagogie
Academiejaar 2020-2021
Maker: Mila Duerloo
Studie: Toegepaste Psychologie aan Thomas More
,Samenvatting pedagogie
Inleiding in het vak
Psychologie: menselijk gedrag centraal
Wrm vertonen mensen bepaald gedrag, wat motiveert hen, hoe gedragen ze zich in groep, wat
zijn hun emoties, hoe maken ze keuzes & hoe kunnen we individuele ≠ in gedrag verklaren?
Pedagogie: opvoeding, onderwijs & vorming centraal.
Focus op hoe ontwikkelings-, opvoedings- & leerprocessen verlopen, hoe in gezinnen, scholen,
organisaties en bredere maatschappelijke contexten optimale omstandigheden gecreëerd
kunnen worden voor leren & ontwikkeling en welke ondersteuning nodig is indien opvoeden,
leren en ontwikkelen niet vanzelfsprekend verlopen?
Het menselijk gedrag in de context van de opvoeding & omgeving.
Kind in relatie tot zijn omgeving + hoe pedagogische handelen de opvoeding kan stimuleren
Verschillende wetenschappen, MAAR in de praktijk wisselwerking tussen beide= zeer zinvol
- Pedagogie als wetenschap
Ideeën over de opvoeding van kinderen zijn zo oud als de beschaving
Pedagogiek als aparte academische discipline slechts 100 jaar oud
Rousseau ‘De ontdekking van het kind’
1. Begripsomschrijving
1.1 Wat verstaan we onder de term ‘opvoeden’
Opvoeden= een complex fenomeen. De kern van het opvoeden bestaat uit de veelvuldige interacties
tussen een kind & een opvoeder. Opvoeden gebeurt heel vaak onbewust. – Hellinckx
kern opvoeden= samenleven
Een opvoeder= Iedereen die gedurende langere tijd dag in, dag uit met een kind samenleeft en zich
verantwoordelijk voelt voor de ontwikkeling & toekomst v/h kind. - Hellinckx
Vb. pleegouder, leerkracht, adoptieouders, onthaalmoeders, opvoeders in een leefgroep…
Niet enkel nu-moment, maar omvang met kind wordt betrokken aan wat hij later zal worden
Vb. Babysitter voelt zich tijdens oppassen verantwoordelijk, maar niet voor wie kind later wordt
Niet iedereen met verantwoordelijkheidsgevoel, handelt ook verantwoordelijk.
vb. ouders voelen zich verantwoordelijk, maar mishandelen/verwaarlozen hun kind
Oorzaak? missen v nodige inzicht, pedagogische besef & vaardigheden, persoonlijke problemen…
1.1.1 Opvoeding als een complementair & circulair proces
Complementair: opvoeder & het kind dragen bij aan het proces en veronderstellen elkaar daarin.
Circulair: Ouders & kind werken op elkaar in. De ouders beïnvloeden de ontwikkeling & het
gedrag v/h kind. De ontwikkeling & het gedrag v/h kind beïnvloeden het opvoedingsklimaat en
de wijze van situatiehantering. continue wisselwerking
Vb. tegen een baby met een hoog stemmetje spreken & bekken trekken -> baby lacht trg
(bekrachtigd) -> je gaat meer gekken bekken trekken
=> onbewust wordt emotionele sociale-, taal- ontwikkeling gestuurd
,Vb. Baby syndroom van down: tegen baby met hoog stemmetje praten -> niet meteen reageren
(bekrachtigen) -> minder stimulatie (ze hebben het 4x meer nodig)-> minder goede ontwikkeling
Conclusie: De klik tss de pedagogische noden v/h zich ontwikkelende kind & het handelen v/d
opvoeder bepaalt het verloop van het opvoedingsproces. => match vraag & aanbod (~H2)
Interdependente assymetrie= Concept om de invloeden binnen
de ouder-kindrelatie aan te duiden: hoewel ouders een grotere
invloed hebben binnen de relatie dan kinderen en oudere
kinderen meer invloed hebben dan jongere kinderen, kunnen
(zelfs heel jonge) kinderen toch een zeer grote invloed uitoefenen
op hun ouders.
Complementair & circulair staat voor TRANSACTIONEEL (kader sameroff):
Multifactorieel: Verschillende beïnvloedende factoren
o Interventies van de ouders
o Kind is actief
o Het leefklimaat: de opvoedingscontext (bv tijdsgeest, woning, land)
1.1.2. Functionele(=impliciet sturing) & intentionele(=expliciet sturing)
opvoeding
Functionele opvoeding | onbewust/ niet bedoelde beïnvloeding
= Dit is de dagelijkse omgang tss ouders & kind waarbij ze onbewust gaan beïnvloeden.
intuïtieve/ vanzelfsprekende manier waarop ze samenleven & reageren op elkaar
vb. ouder reageert agressief bij een probleempje -> leert het kind ook agressief reageren
Intentionele/doelbewuste opvoeding | expliciete sturing
= gedrag v/d ouders is er bewust op gericht het gedrag/ ontwikkeling v/h kind in een bepaalde
richting te sturen. → levert grote bijdrage aan ontwikkeling & zelfontplooiing v/h kind
Vb. Regels maken over hoeveel het kind op de computer mag.
Vb. kinderen meegeven hoe milieu bewust te handelen
=> bij analyseren (problematische) opvoedingssituaties aan beide vormen aandacht besteden
, 1.2 Opvoeding als wetenschap: variabelen en modellen
Opvoeding vergelijkbaar met systeem (= samenhangend geheel v ≠ factoren)
werken continu op elkaar in => verandering in 1 factor gevolgen op anderen
Vb. Ontslag vader -> relatie moeder -> financiële mogelijkheden -> materiële opvoedingscontext
In een opvoedingssysteem (bv. Familie, leefgroep, klas) noemt men een cluster v opvoedingsfactoren
een opvoedingsvariabele
- Belangrijke variabelen opvoedingssituatie:
De opvoedeling, het kind
De opvoeder, de ouder
De opvoedingscontext
Opvoedingsmodel = manier waarop de ≠ variabelen zich tot elkaar verhouden & elkaar beïnvloeden
4 opvoedingsmodellen (zie 1.3)
1.2.1 Het kind
Genetische factoren: gedeelte later gedrag repertorium bij geboorte in genen aanwezig
niet op wereld als ongeschreven blad Vb. rustige baby huil baby
Neurobiologische invloeden & pre-, peri- en postnatale invloeden hebben invloed op
ontwikkeling kind komt tot uiting in temperamentverschillen (eigenheid kind)
Bv. ouders die overbeschermend zijn over hun kind na een zeer moeilijke zwangerschap
Bv. prenatale: fertilisatieproblemen
Bv postnatale: kind na zwangerschap meteen hart operatie gehad
Temperamentkenmerken= gericht op de in aanleg meegegeven vitaliteit (opgewekt zijn,
hyperactief of rustig, mate v concentratie, …)
=> Temperament verwijst vooral naar hoe emotionele huishouding in elkaar zit & naar hoe
actief/ passief iemand is
Fysieke kenmerken: ook impact op opvoedingsrelatie, -situatie
o Lichamelijke conditie (klein, dik, geslacht,…)
Bv. verwachting ouders: meisje die graag poppen heeft -> meisje gedraagt zich als jongen
Bv. meisje bleef fysiek er jong uit maar was aan het puberen -> ouders groeien niet mee ->
kind kreeg niet wat het nodig heeft
o Hoe ouders de fysieke verschijningsvorm van hun kind waarderen
Bv. Kind misprezen doordat het fysieke gelijkenissen vertoont met emotioneel beladen
persoon (vader die moeder in de steek liet)