Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Cel en Leven - H2 vwo 4 €3,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Cel en Leven - H2 vwo 4

 10 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Type
  • Book

In dit document wordt het hoofdstuk over 'Cel en Leven' samengevat. Hierin wordt duidelijk weergegeven wat cellen zijn, de organellen worden beschreven, de verschillende soorten transport door het celmembraan wordt wordt onderscheiden en uitgelegd. Daarnaast gaat het over DNA en RNA en ten slotte w...

[Montrer plus]

Aperçu 2 sur 5  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 2
  • 6 juillet 2021
  • 5
  • 2019/2020
  • Resume
  • Lycée
  • 4
avatar-seller
2.1 – cellen leven samen
Moleculen – de kleinste deeltjes van een stof met nog alle eigenschappen van die stof.

Insuline is nodig om glucosemoleculen op te nemen.
 Van de alvleesklier  uit je darmen naar de cellen

Cellen: de basiseenheden van je lichaam (organismen hebben dit nodig).

Organisatieniveau: de begrensde biologische structuren, met een samenhang tussen de onderdelen
van klein naar groot.

Systeem aarde – ecosysteem – levensgemeenschap – populatiesoort – organisme – orgaanstelsel –
orgaan – weefsel – cel - organel – molecuul

Emergente eigenschap – een eigenschap die door samen te werken te zien is

Levenskenmerken:
Cellen: erfelijk materiaal, stofwisseling
Organisme: cellen, kan groeien, reageren op prikkels, voortplanting
Diabetes: probleem – oplossing:
Hypo – te weinig glucose – wat suiker eten
Hyper – te veel glucose – (gebruiken van insulinepen) transplantatie, stamcellen gebruiken (dit
creëert weefsel)

Celdifferentiatie: verschillende cellen met verschillende grootheden, vormen en functies. Ze maken
verschillende eiwitten

Verhouding oppervlakte/inhoud: beperkt de maximale grootte die cellen kunnen hebben.

Kleine cellen – een grote oppervlakte en een klein volume -> ze kunnen snel voldoende stoffen uit
hun omgeving opnemen en afstaan.

2.2 – cellen
Grondplasma – de waterige inhoud van de cel
Organellen – delen van een cel, elk met een eigen functie
Menselijke en dierlijke cellen zijn heterotroof
Transportblaasje – kleine blaasjes die eiwitten vervoeren (van organel naar organel of naar/van een
membraan)

Celmembraan – hetgeen wat om de cel heen zit (heeft poriën). Selecteert moleculen om in en uit de
cel te gaan. Zakje om de cel
Celkern – bevat DNA-moleculen met bouwinstructies om eiwitten te maken. Hoofdkantoor van de
cel
Ribosoom – ze koppelen aminozuren aan elkaar tot eiwitten. Ze liggen los in het grondplasma of ze
zijn gebonden aan het ER. (bestaan uit eiwitten en rRNA) Eiwit machine
Endoplasmatisch reticulum (ER) – (een netwerk van membranen) koraalrif
Ruw ER – met ribosomen, bewerkt en transporteert eiwitten gemaakt door de ribosomen.
Glad ER – zonder ribosomen, maakt vetachtige stoffen (fosfolipiden) en maakt giftige stoffen
onschadelijk.
Golgi-systeem – eiwitten uit vetachtige stoffen (van het ER) komen met transportblaasjes aan. Het
golgi-systeem bewerkt de stoffen, sorteert ze en verpakt ze in transportblaasjes. Het heeft enzymen.
(bestaat uit platte membraanzakken) Postkantoor
Mitochondrium – breken glucose (met O 2) en creëert energie (ATP). Glucose + O 2 -> ATP
(bestaan uit een buitenmembraan ene een geplooid binnenmembraan) powerplant

, Lysosoom –kunnen versleten organellen en opgenomen stoffen (vanuit het golgi-systeem) binnen de
cel afbreken. (blaasjes met verteringsenzymen) prullenbak/composthoop
Celskelet – geeft een cel stevigheid en vorm, (bestaat uit een netwerk van eiwitdraden)
kan organellen (zoals de centrosoom) verplaatsen langs deze draden.
Centrosoom – twee (loodrechte) buisjes van eiwitten, die helpen met de celdeling (trekdraden).
Centriolen – hieraan hechten de eiwitdraden die nodig zijn voor de splitsing van DNA-moleculen zich
bij een celdeling.

Celwand – geeft stevigheid en vorm (gemaakt van cellulose of lignine)
Vacuole – gevulde blaas, bevat opgeloste stoffen, geeft stevigheid
Plastiden:
Chloroplasten – groene plasticide , hierin vindt photosynthese plaats
Chromoplasten – oranje, rode of gele kleurstofkorrels in grondplasma
Amyloplasten – zetmeelkorrels zonder kleur

Autotroof – zelf brandstof kunnen produceren
Heterotroof – leven van organische, energierijke stoffen

Eukaryoot – heeft een celkern, hebben wel membraan-gebonden organellen – protisten, planten,
dieren, schimmels
Prokaryoot – hebben geen celkern, hebben geen membraan-gebonden organellen, zijn eencellig –
bacteriën, archaea

Bacteriën:
Plasmide – een cirkelvormig DNA-molecuul (bacteriën kunnen plasmiden uitwisselen wanneer ze
elkaar tegenkomen)
Kapsel – extra beschermingslaag om de celwand, tegen de afweerstoffen van mensen.
Flagellen – lange eiwitdraden waarmee ze kunnen bewegen

2.3 – celmembranen en transport
Een celmembraan scheid de vloeistoffen van hun omgeving en de weefselvloeistof
bestaat uit een dubbele laag vettige moleculen: fosfolipiden
De ‘staarten’ van fosfolipiden liggen naast elkaar en vormen een hydrofobe (bang van water) laag.
De ‘koppen’ vormen de binnen- en buitenzijde van het membraan. Dit is hydrofiel (houd van water).

Cholesterol – remt de fosfolipiden en stabiliseert het
celmembraan.

Wateroplosbare stoffen kunnen door de hydrofobe laag niet
passeren, dus moeten ze door poorten van eiwitmoleculen
in het membraan.

Diffusie – het transport door de membraan via selectief permeabel. Moleculen die zich zo
verplaatsen, dat de concentratie gelijk is. (Hoe hoger de temperatuur, des te sneller de verplaatsing.)
Kleine, ongeladen moleculen (O 2 en C O2) kunnen zonder problemen door de celmembraan.
Gefaciliteerd transport – transport via transporteiwitten (eiwitpoorten).

Actieve cel – meer O 2 buiten de cel dan in de cel. Er gaan dan meer O 2-moleculen in dan uit
de cel.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LSterk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99
  • (0)
  Ajouter