Hoofdstuk 1
Recht =
Geheel van bindende regels met als doel het ordenen van de sameleving. Recht vereist gezaf en is
context – tijds- en plaasgebonden. context
Gebodsbepaling =
Je moet iets doen ( leerplicht tot 18j)
Verbodsbepaling =
Je mag dit niet doen (moord)
Verlofbepaling =
Iets mogen doen (je mag een schenking doen aan je kinderen)
Regels toepasbaar op keuze =
Je moet iets kiezen maar je hebt een vrije keuze. (huwelijkscontract)
Wilsaanvullende regels =
Je mag je eigen huwelijkscontract kiezen, je moet niet maar als je niks kiest anders kiest trouw je
onder het gewoon huwelijkstelstel.
Regels met termijnen, procedures ,… =
Regels als je bv niet akkoord gaat met je punten, aangetekend schrijven
Recht staat niet los van
Sociale belangen
Politieke belangen
filosofische (scheiding van kerk en staat) belangen
economische belangen
Recht bekrachtigt
bestaande toestanden
Recht schept
nieuwe toestanden
Etikette regels =
Geen regel omdat er geen sanctie aan vast hangt
1
,Indeling recht volgens inhoud
Publiek recht (staatsrecht of grondwettelijk recht) = tussen overheid en burger.
Bestuurs- of administratief recht
aparte wetteksten, geen wetboek mbt regels voor relatien tusse
administratie en de burger (bv bouwvergunning)
Strafrecht
strafwetboek, omschrijving van strafbare gedragingen en sancties
Strafprocesrecht
wetboek van stragvordering, de procedure die gevolgd word als iemand een
misdrijf pleegt.
Fiscaal recht
wetboek inkomstenbelasting, wetboek successierecht,… omtrent belastingen
dei rechtonderhorigen moeten betalen,..
Privaat recht = relatie tussen burger en burger / particulier belang / aanvullend recht
Burgerlijk recht
Code Napoléon 1802, bevat algemene en essentiële begrippen van het recht
bv. Huwelijk, afstamming, erfenis, contracten, aansprakelijkheid,..
Gerechtelijk privaat recht
gerechtelijk wetboek, regels mbt de procedure voor een burgerlijke
rechtbank
Handelsrecht
In 2018 overname in WER, begrip handelaar verdwijnt en wordt ondernemer
Vennootschapsrecht
vennootschapsrechtboek, nieuwe wetgeving 2018
Internationaal privaatrecht
wetboek IPR (2004), op eenzelfde rechtstoestand rehctssystemen van
meerdere landen van toepassing zijn
Gemengde rechtstakken
1. Economisch recht
Wetboek economisch recht (WER) bv. Consumentenbescherming
Financieel recht
Regels mbt bescherming van privéspaarders en de vrijwaring van het
vertrouwen in de financiële ondernemingen
Intellectueel recht
Rechten verbonden aan de creatie van mensen bv. Bescherming van namaak
en misbruik
2. Sociaal recht
Arbeidsrecht
rechten tussen werkgever en werknemer, aarbeidsovereenkomst
Individueel arbeidsrecht
Collectief arbeidsrecht
Sociale zekerheid
de sociale verzekering voor werknemers en zelfstandigen
2
,Indeling volgens territorium
Nationaal recht
alle rechtregels uitgevaardigd door een bevoegde politieke autoriteit van een land,
die van toepassing zijn op het grondgebied en soms op de burgers van dat land in het
buitenland
België heeft een specifiek problematiek van regionaal recht: grondwettelijk
Hofbeslecht conflicten van territoriale bevoegheid van deelstaten
Internationaal recht
meer grensoverschrijdende rechtsrelaties, steeds meer behoefte aan internationaal
recht (uitleveringsverdragen, dubbelbellastingsverdragen, luchtvaarverdragen,..)
Indeling volgens afdwingbaarheid
Aanvullend recht
regels die gelden voor zover de partijen er niet van afwijken
Dwingend recht
regels waarvan niet kan worden afgeweken
Recht van openbare orde
regels die de goede zeden raken of de essentiële grondslagen van onze
maatschappelijke ordening
Bronnen van het recht
de wet
de algemene rechtsbeginselen
bv scheiding der machten
de rechtspraak
proces waarin rechter een oordeel vormt
de gewoonte
bv keuzevrijheid
de pseudowetgeving
beleidsregels en andere niet-wettelijk regels
de rechtsleer
geheel van geschriften gewijd aan het recht door gezaghebbende auteurs bv
interpretatie, commentaar, vergelijking met andere rechtstelsels..
de billijkheid
verbintenissenrecht bv eerlijkheid en rechtvaaridigheid
3
, Normenhierarchië
Grondwet
1831, fundamentele wet die de inrichting, bevoegheid, werking en onderlinge
verhoouding van de staatsmachten regelt, legt de essentiële grondrechten en
vrijheden van de burgers vast
Grondwetswijzigingen is een complexe procedure (2/3 Quorum en 2/3 meerderheid
in het parlement)
Internationale normen
Internationale verdragen
Internationalae akkoorden die schriftelijk woden gesloten tussen staten of
tussen staten en internationale organisaties bv Conventie van Genève
De staten moeten het verdrag ratificeren (=aanvaarden in het parlement) en
omzetten in de nationale wetgeving
Europese Unie
ontstaan in jaren ’50 als reactie op de oorlogsgruwel (1951: EGKS,
verdrag van Rome 1957)
supernationale organisatie: de EU kan beslissingen nemen bij
meerderheid, die ook van kracht zijn in landen die tegen gesteld
hebben. Geen vetorecht meer = afstand van soevereiniteit
Kan wetgevingen uitvaardigen die rechtonderhorigen rechtstreeks
verbinden omzetting naar nationaal recht is niet altijd noodzakelijk)
Suprationale beslissingen
De EU heeft de bevoegheid om beslissingen te nemen voor de lidstaten en
voor de rechtssubjecten van de lidstaten bindend zijn
De EU kan verordeningen, richtlijnen en aanbevelingen uitvaardigen
Federale wet
Totstandkoming in federaal parlement
Initaiatief
Wetsontwerp
door koning/regering
adviesafdeling wetgeving Raad van State
Wetsvoorstel
parlementslid (kamer uitzondelijk senaat)
stemming tot overwegingneming
Bespreking in commissie en plenaire vergadering
bespreking, eventueel amendering (herziening)
stemming (verist quorum (minimaal aantal aanwezigen) en
meerderheid)
Bekrachtiging en afkondiging door koning
Bekendmaaking Belgisch Staatsblad
Inwerktreding
10 dagen na bekendmaking
Senaat
Vroeger tweekamerstelstel nu kamer volledig bevoegd voor
wetgeving. Het is een reflectiekamer, het heeft een evocatierecht en
bemiddelt tussen belangconflicten van deelstaten.
4