Deze samenvatting behandelt het 1e deel van de cursus SVAA, wat betreft hoofdstukken 1 tot 8. Alle tekeningen gemaakt tijdens de les zijn aanwezig, alsook de belangrijkste onderwerpen van de cursus. Aan de hand van deze notities behaalde ik voldoende voor het deelexamen in 1e zittijd.
STUDIE VAN DE VERTEBRATEN EN
ANATOMIE VAN DE HUISDIEREN
DEEL I
BRITT MOENS
1E BACHELOR DIERGENEESKUNDE
2020-2021
, Hoofdstuk 1 – Leven
A. Wat is leven
ð Geen definitie
Fundamentele kenmerken van een levend organisme
1. Bevat zelfstandig chemisch systeem dat zich door zijn complexiteit onderscheidt van
de omgeving
2. Bestaan uit macromoleculen
= grote complexe moleculen die opgebouwd zijn met basisbouwstenen aanwezig in de
omgeving
ð Enkel met chemische interacties binnen organisme kunnen er uit basisbouwstenen
macromoleculen gevormd worden
ð 4 groepen: vetten – eiwitten – nucleïnezuren (DNA, RNA) – koolhydraten (suikers)
3. Duidelijke organisatie van de macromoleculen
• Chemische compositie intern milieu verschilt van dat van de omgeving
ð HOMEOSTASE: levend organisme kan dit evenwicht bewaren
4. Eigen metabolisme
• Reden = nood aan energie voor:
o Opbouw macromoleculen
o Behoud van homeostase
ð Interactie met omgeving: nutriënten omzetten in nodige energie + energie,
basisbouwstenen opnemen + restproducten afgeven
5. Groei en reproductie
• Nood aan genetische code (erfelijke bron van info)
• Reden = nakomelingen moeten vergelijkende structuur + organisatie hebben als de
ouders
6. Onderhevig aan evolutie
• De genetische code kan veranderen doorheen de generaties
B. Ontstaan van het leven
1. CONDITIES VOOR LEVEN OP AARDE
Water
ð Levende organismen: 60-90 % water
1
,Water = Ideaal medium voor het leven:
1. Uitstekend oplosmiddel voor verschillende moleculen
Gevolg?
• Talrijke biochemische reacties vinden plaats in water
• Watermoleculen participeren zelf in deze reacties
2. Hoge warmtecapaciteit
Gevolg?
- Veel energie nodig vooraleer T verandert
ð Ideale buffer tegen Tschommelingen
ð Zorgt voor stabiel microklimaat in/rond mechanisme + stabiel klimaat ter hoogte van
aardkorst en atmosfeer
Conclusie?
- Oceanen = warmteregelaars die klimaat stabiel houden
3. Unieke densiteit (dichtheid)
- Densiteit ijs (vast) < densiteit water (vloeibaar)
<-> meeste stoffen
- Ijs drijft hierdoor op het water
ð Ijs krijgt een isolerende functie, waardoor het water eronder zeer traag/niet bevriest
Gevolg?
- Organismen kunnen overleven in de lage vloeibare waterkolom + leven overwint de
ijstijden
Koolstof, waterstof, stikstof, zuurstof, fosfor en zwavel
6 meest voorkomende elementen in de macromoleculen van levende organismen
ð CHNOPS
Koolstof: bruggenbouwer tussen deze elementen
ð Koolwaterstofverbindingen: C gebonden met O en H
• ruggengraat van meeste macromoleculen
• Vormen:
o Suikers = opslagplaats energie + soms structurele eigenschappen
o Lipiden (vetten) = opslagplaats energie + soms structurele eigenschappen
(fosfolipiden in celmembraan)
o Aminozuren = basisbouwstenen eiwitten met diverse functies
o Nucleïnezuren = basisbouwstenen DNA, RNA + opslagplaats energie (ATP)
Stabiel klimaat
Belangrijk voor continuïteit van het leven:
• Vloeibaar water = basismedium voor leven
ð Leven heeft nood aan klimaat tussen vriespunt – kookpunt water
Waarom?
Extreme koude/hitte is dodelijk voor alle dieren
Doel: ondersteunen metabolisme (zorgt voor groei, homeostase)
• Belangrijkste bron: zonne-energie
• Bron van het eerste leven: chemisch van aard (vermoeden)
o Zwavelverbindingen
2. ONTSTAAN LEVEN
4,6 miljard jaar geleden: °aarde uit puin, gas en stof
ð °hete bol
ð Koelde stelselmatig af
4,2 – 3,9 miljard jaar geleden: °aardkorst met oceanen, zeeën en landmassa’s
ð Kort nadien: °leven
Verschillende stappen in het tot stand komen van leven:
a) Ontstaan van organische verbindingen en macromoleculen
b) Assemblage van deze chemische componenten binnen membraanstructuur
c) Ontstaan van informatiedragers die erfelijke info kunnen doorgeven
Abiogenese: aanmaak van organische moleculen als bouwstenen voor het eerste leven
Samenstelling van de aardatmosfeer 3,9 miljard jaar geleden:
• N2 (stikstof) Hoofzakelijk
• CO2 (koolstofdioxide)
• CO (koolstofmonoxide)
• NH3 (ammoniak)
• CH4 (methaan)
ð Hieruit kan onmogelijk complexere levensvorm ontstaan zijn
Theorie: ABIOGENESE (1924)
= Het tot stand komen van complexere organische verbindingen in vroege oceanen en/of
atmosfeer in afwezigheid van levende organismen (spreekt tegen dat complexe moleculen
enkel ontstaan adhv chemische reacties)
•Alexandr Oparin: complexe organische verbindingen komen tot stand door
toevoeging van energie in de vroege atmosfeer
• John B.S. Haldane: zelfde theorie als Oparin
ð Oparin-Haldane theorie:
• °oersoep met complexe organische verbindingen van waaruit leven kon ontstaan
3
, • 1953: experimenteel bevestigd door Miller-Urey
Experiment
• atmosfeer werd nagebootst in proefbuis met stoom, methaan, ammoniak en
waterstof
• Toevoeging van energie door elektrische ontladingen (gelijkend op stormen,
blikseminslagen die frequent voorkwamen omwille van onstabiele atmosfeer)
• Na week: °eenvoudige aminozuren + vetzuren
ð Bevestiging abiogenese
Recent onderzoek
• Abiogenese kan aanleiding geven tot grote macromoleculen (vb. RNA polymeren)
• Exacte condities + energiebron blijven raadsel
(Zelf)-assemblage van de bouwstenen tot protocellen
Voorwaarden organische bouwstenen:
• Voldoende hoge concentratie zodat er interactie is met elkaar + ontstaan van
chemische reacties
• Reacties moeten fysisch afgescheiden worden van de omgeving
ð Verschillende scenario’s
Hoe hoge concentratie verkrijgen?
1. concentraties vonden plaats in getijdepoelen
- Verdamping water -> stijgende concentratie macromoleculen
2. vulkanische klei = bindingsplaats voor organische moleculen
- Zorgt zo voor vereiste hoge concentratie voor de organische reacties
Hoe ruimtelijke afscheiding?
1. aan de hand van celachtige vesikels omgeven door membraan
van amififiele vetten
= vetten met aan één zijde een waterafstotend (hydrofoob) uiteinde + aan de andere zijde
een hydrofiel uiteinde (vb. fosfolipiden in membraan van alle levende cellen)
- Vormen spontaan kleine bolvormige vesikels (liposoom) met dubbel
lipidenmembraan dat barrière vormt voor intern mileu van de buitenwereld
(zie ook werking huidige cel)
ð Liposomen kunnen vanzelf blijven groeien door incorporatie van extra amfifiele
moleculen
ð Liposomen kunnen vanzelf splitsen wanneer ze voldoende groot zijn
Functie: behouden van chemische compositie + organisatie van cel doorheen generaties
2 belangrijke macromoleculen: DNA en RNA
DNA
= Meest belangrijke informatiedrager
à transcriptie naar RNA à translatie nucleïnezuursequentie in nieuwe proteïnes
Hypothese eenvoudig systeem bij eerste levensvormen:
RNA werd gebruikt door de eerste levensvormen voor
- Informatieopslag
- Onderhouden van het primitieve metabolisme
RNA was ook in staat om
- Zichzelf te repliceren
- Te werken als een enzym
- Functies van proteïnes uit te voeren (beperkter)
Latere hypothese:
- DNA is veel stabielere informatiedrager
- Proteïnes vormen stabielere enzymen
ð Organismen met DNA hebben een evolutionair voordeel tegenover de organismen met
enkel onstabiel RNA
3. LUCA -> PROKARYOTEN; EUKARYOTEN; MEERCELLIGEN
Al het gekende leven is terug te brengen tot
ð LUCA: last universal common ancestor
= één laatste gemeenschappelijke voorouder
Waarom?
• Universele genetische code
• Universele pool van aminozuren
• Functionele proteïnen zijn allemaal linksdraaiende enantiomeren terwijl
rechtsdraaiende ook functioneren en in gelijke mate voorkomen
Conclusie?
• Verwantschap tussen alle levende organismen
ð Universal tree of life (universele stamboom)
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur BM12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.