Hoofdstuk 4: Analyse van het
consumentengedrag
1)De keuze van de optimale goederncombinatie
Welke factoren spelen rol bij aankoop
o Prijs
o Kwaliteit
o Kwantiteit
o Smaken
o Dienstverlening
o Geld
Welke goederencombinatie is optimaal?
Preferentie (subjectief)
Prijs (objectief)
Inkomen (objectief)
o Behoeften worden bepaald door
Sociologische factoren: gezinssituatie, sociale klasse, religie…
Psychologische factoren: levensstijl (bandwagon- en
snobeffect), persoonlijkheid, attitude
Tijd: seizoenen, reclame
o Kiezen op basis van
Economische en niet-economische factoren
o Preferenties zijn subjectief maar geen waarde in economie
Preferenties
o Eerste wet van Gossen
Wet van het dalend grensnut
Bij elke extra hap daalt uw nut
Grensnut (marginaal nut)
= het nut van de laatst toegevoegde eenheid
o Uitzonderingen
Verslavingen
Verzamelaars
o Kritisch
Bij grafiek normaal geen cijfer, dit is niet mogelijk om uit te drukken in cijfers
Wat er bij komt, komt in de marginale grafiek
o Indifferentiecurven
Over 1 persoon
Voorkeuren tekenen
Goederencombinaties die de consument eenzelfde nut geven (= even
content)
Hoe dichter de curve bij de oorsprong, hoe minder nut
Vb
2 goederen
Wat kies je?
Maakt niet uit wat op x-as staat
, Eigenschappen
Stijgende grafiek is onmogelijk
o Hoe meer hoe liever dus als rationele consument kan je niet
even tevreden zijn met 8 pakken friet en 8 pakken sushi en 4
pakken friet en 4 pakken sushi
Snijden elkaar niet
o 8 frieten en 8 sushi hoort dan tot 2 verschillende
indifferentiecurven. Je kan niet 2 meningen hebben over een
en dezelfde goederenbundel
Bolle kant naar de oorsprong
o Je hebt niet meer zoveel extra nut van nog een extra pak
frieten dus je bent niet meer bereid om veel op te geven van
het andere. Als deze grafiek stijgend zou zijn dan heb je een
heeeel andere situatie, dit gaat niet.
Budget en prijzen
o Budgetlijn
De lijn der mogelijkheden
B = P1*Q1 + P2*Q2
Alle combinaties die je juist kan kopen met je budget
Alles boven de budgetrechte kan ik niet betalen, alles eronder wel maar ik
hoe over dus best op de rechte.
Optimum van de homo economicus
Budget stijgt nominale inkomensstijging
Nominaal = Het geld stijgt
Reëel = wat kan ik doen met het geld in de buitenwereld
Budget daalt nominale inkomensdaling
Prijzen worden goedkoper
Een punt blijft hetzelfde, ander punt verschuift
Naar buiten toe
Prijzen worden duurder
Naar binnen toe
Oefeningen
o Oefening 1
C
o Oefening 3
C
o Oefening 4
Tekenen: zie ppt
o Oefening 7
Zie ppt
o Oefening 8
D
4.2 De prijsvraagcurve (= de vraagcurve)
VALT EEN DEEL WEG
o Afleiding niet kennen
o Duidelijk op de dia
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ambervanrijkelen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.