Samenvatting van het boek Evolution and Human Behaviour voor het vak gedrag en evolutie van de studie psychobiologie (UvA). Samenvatting bevat alle hoofdstukken die noodzakelijk zijn voor het tentamen bij deze opleiding. Bijbehorende hoorcolleges (ook tentamenstof) zijn te vinden in een ander docum...
Collegeaantekeningen Ontwikkeling (5102ONTW6Y) Deeltentamen 2 Week 6: autisme, core knowledge, neuroconstructivisme, life history theory, hechtingstheorie, cultuur en evolutie
Tout pour ce livre (15)
École, étude et sujet
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Psychobiologie
Evolutie En Gedrag (5102EVGE6Y)
Tous les documents sur ce sujet (19)
1
vérifier
Par: nienkerooijen • 5 mois de cela
Vendeur
S'abonner
gittevogels
Avis reçus
Aperçu du contenu
Evolution and human behavior
Hoofdstuk 1: Historische introductie
Rond de tijd van Darwin negeerde de meeste psychologen zijn theorie helemaal. Dit had
waarschijnlijk te maken met het paradigma (Kuhn) wat in die tijd heerste.
Paradigma = Een set van procedures, aannames, methodologieën en achtergrond theorieën dat alle
wetenschappers aanhouden.
Het doel is dan ook te begrijpen dat psychologen niet klakkeloos heel veel paden hebben bewandeld
en wetenschappers negeerde, maar ze snapte ze juist niet goed.
Darwinisme (1859)
- Begon met: ‘the origin of species by means of natural selection’
o Dit boek kwam tot stand nadat Darwin een brief las van Wallace met dezelfde
conclusies. Samen besloten ze dit boek te schrijven.
Aan het begin van Darwin zijn carrière werden de evolutionaire principes vooral toegepast op de
studie van het gedrag van niet-menselijke dieren i.p.v. mensen, dit kwam pas later.
Ethologie (1900-1970)
- Bekend persoon is: Austrian Konrad Lorenz. Hij keek naar de analogie tussen mens en dier
vanaf beide kanten. Dieren werden begrepen door mentale stand van mensen te tekenen en
dit kon dan weer toegepast worden op mensen.
o Experiment = Imprinting van eentjes die net geboren worden
- Volgens Lorenz is het belangrijk om het gedrag van verschillende soorten te vergelijken en
ook het begrijpen van evolutionaire relaties tussen soorten.
Fixed action pattern = Patroon van gedrag wat ‘aangezet’ kan worden door een externe stimulus, een
sign stimuli of releasers. Dit noemde hij toen instinct. Dit heeft de volgende eigenschappen:
1. De vorm is constant, dus dezelfde opeenvolgende acties
2. Ze hoeven niet aangeleerd te worden
3. Ze zijn karakteristiek voor een soort
4. Ze kunnen niet ‘unlearned’ worden
5. Ze worden ‘aangezet’ door een stimulus
Vb. Een gans zal een ei wat uit der nest aan het rollen is terug door de buitkant van de snavel te
gebruiken.
Wanneer het doel van de actie bekend is, kan er naar variatie gekeken worden. Als een dier kan
kiezen tussen twee eieren en het kiest de grootste is dit een extremer geval van het instinct dan
normaal. Zo deed Lorenz alleen onderzoek naar soorten en niet individuele gevallen. Dit kan omdat
hij zichzelf wilde onderscheiden van de dieren psychologie. Hij deed deze experimenten ook in het
wild. Lorenz vergeleek het gedrag wat hij zag met het psycho-haudralic of flush toilet model.
- Dit betekent dat gedrag vloeit als water en de kracht waarmee het wordt vrijgegeven de
stimulus is. Het ging hierbij om dat het gaat om de opstapeling van ‘action-specific energy’.
Dit komt omdat het gedrag van de dieren ook afhankelijk is van elkaar, als het mannetje een
bepaalde beweging doet heeft een willekeurig vrouwtje hier altijd dezelfde reactie op.
,Timbergen:
- Hij dacht dat er een hiërarchische organisatie was bij instincten van dieren die dan
geactiveerd worden om de beurt.
- Kritiek:
o Was moeilijk te verklaren met de groeiende kennis in de neurobiologie over
structuren in de hersenen
- De vier ‘waaroms’ van diergedrag
o Wat zijn de mechanisme die het gedrag veroorzaken? -> causatief
Hoe weet een vogel wanneer ze moeten gaan migreren?
o Hoe ontwikkelt het gedrag zich in een individu? -> ontwikkeling
Is migratie-gedrag instinctief of aangeleerd?
o Hoe is het gedrag ontwikkelt? -> evolutie
Wordt dit gedrag ook in gerelateerde soorten gezien?
o Wat is de functie of overlevingswaarde van het gedrag? -> functie
Waarom leidt migratie tot hogere fitness?
ABCDEF = Animal Behavior, Cause, Development, Evolution, Function
Veel kritiek kwam vooral van Lehrman. Hij zei dat je gedrag niet kan classificeren in ‘aangeleerd’ of
instinct, der zit ook wat tussenin. In de experimenten van Lorenz zijn dieren namelijk geïsoleerd van
andere dieren om zo te zorgen dat alleen instinct gedrag naar voren komt, maar het was niet
duidelijk wie ze wat aanleerde. Dus misschien deed het dag/nacht ritme dat wel in plaats van de
moeder. Hieruit kwam dus dat gedrag van twee invloeden ontstaat.
Comparatieve psychologie (1900-1970)
Pavlov : Hij heeft de eerste ontdekking gedaan van klassieke conditionering. Hij keek vooral naar wat
er gebeurde aan de buitenkant van het dier en niet zo zeer wat er aan de binnenkant omging. Dit
groeide later uit tot behaviorisme.
Behaviorisme : Watson zei dat psychologie ouderwets zou worden tenzij ze afstand zouden doen van
dingen die je niet kan observeren zoals je ‘mind’ en bewustzijn. Hij vond dat richting religie gaan en
daar is geen ruimte voor in de wetenschap. Na de wereldoorlog werd behaviorisme het hoofdpunt in
de experimentele psychologie waarbij omgeving conditionering een belangrijke rol speelde.
Watson was wel anti-evolutionair en anti-overerving. Hij ontkende ook bepaalde
overervingskarakteristieken. Dit was ook bekend als environmentalisme wat binnen het
behaviorisme viel. Hier claimde ze dat ze van een ‘goed’ kind alles konden maken wat ze willen, dat
dat dus volledig afhankelijk was van de omgeving. Het behaviorisme sloot zich bij het positivisme.
Deze stroming zegt dat statements alleen betekenis hebben als ze operationeel gedefinieerd kunnen
worden. Het geldt dus alleen als het bevestigd kan worden.
Nadat Popper en Kuhn lieten zien dat het bevestigen van theorieën niet altijd de oplossing is ging
deze stroming achteruit in volging. De link van behaviorisme en positivisme werd als volgt gezegd:
‘It appeared as if the behaviourists enterprise had emptied psychology of its content in order to
pursue an image of science that was itself a mirage’.
Skinner : operante psychologie
- Wetenschap moet gebaseerd worden op een basis van connecties tussen empirische
observaties.
, - Theoretische begrippen zoals honger, pijn etc. moeten vanuit de laboratorische wetenschap
bekeken worden
- Al het gedrag kan worden gereduceerd tot basis principes
o Operante conditionering
Dit hierboven was in Amerika, in Europa was vooral Freud een grote in deze tijd. Skinner volgde de
opvatting van Freud dat gedrag een object is van onbewuste krachten. Dit kwam ook overeen met
behaviorisme wat zegt dat gedrag geen bewuste reden heeft. Skinner was het alleen niet eens met
de ego, super ego etc.
Wanneer Skinner ging zeggen dat taal niet iets is wat speciaal is en ook terug geleid kan worden tot
basis principes werd de stroming minder aangehouden.
Sociobiologie naar evolutionaire psychologie
Sociobiologie : Paste de evolutie van sociaal gedrag toe op dieren en mensen. Het houdt zich bezig
met de functionele aspecten van gedrag wat richting van Tinbergen gaat. Het houdt ook de gedachte
van Darwin aan dat als je voortplanting doet bij gerelateerde dieren dat je dan minder kans hebt op
overleving. Dit gaat om altruïsme, waarmee je helemaal niet aan jezelf denkt en hier kan selectie op
komen als dit meer overleving zou zorgen voor nakomelingen.
De meningen over deze stroming waren verdeeld, sommige mensen vonden het een nieuw inzicht
andere vond het onzin. Behavioral ecologisten keken meer naar niet-menselijk dierlijk gedrag en
keken ook naar hoeveel resources etc. Sociobiologie kijkt naar mensen en niet-menselijke dieren,
maar het begon met fitness en zitten tussen een aantal disciplines in.
Wynne was de eerste die kwam met het fenomeen namelijk dat individuen hun eigen zelf-interesse
willen opgeven voor het welzijn van de groep.
Kritiek:
- Hamilton = Hier ging het over dat evolutie op het niveau van een individu is
- Maynard = Hij zegt dat gedrag van een individu wel gelinkt is aan het gedrag van anderen en
dat heeft dus invloed op elkaar. En de fitness komt dan van de competitie in gedrag.
Wilson zei later dat ethologie en comparatieve psychologie uiteindelijk weg zouden gaan van
neuropsychologie aan de ene kant en sociobiologie en gedragsecologie aan de andere kant.
Evolutionaire psychologie komt nu deels vooruit uit de sociobiologie. Dit kijkt naar de mentale
aanpassingsmechanisme die mensen hebben. Dit gaat dan om de ‘environment of evolutionaire
adaptedness’ (EEA). De opkomst van deze stroming ging tegelijk met de cognitieve revolutie in de
psychologie. De tweede wereldoorlog was hier ook een trigger voor doordat er gekeken werd naar
menselijke objecten in samenwerking met machines.
Belangrijke quote = ‘De functie van de hersenen is ontwikkelt naar computational, doordat het
informatie moet verwerken en daarna moet uiten in gedrag, maar de hersenen zijn niet zomaar een
computer. Het is een fysiek systeem dat is gemaakt om informatie te verwerken’.
Invloed van evolutionaire psychologie
Darwin en Wilson hebben uiteindelijk veel invloed gehad op de vorming van de hedendaagse
psychologie.
, Alle sociobiologen en evolutionaire psychologen zien de mensen nu als een fysieke eenheid wat
bestaat uit de mensheid, omdat bewijs hier naar toegaat.
Darwinianen:
- Geloven dat genen en belangrijke invloed hebben gehad in het gedrag van mensen nu.
- Er zijn heel veel culturen die invloed hebben op mensen maar al deze universums reflecteren
de fylogenetische aanpassingen. Dit betekent niet dat je genen hebt voor specifiek gedrag,
maar genen beschrijven eiwitten in plaats van gedrag.
Hoofdstuk 2: Foundations van Darwinian psychologie
Invloed van aanpassing op evolutionaire psychologie
De hele evolutionaire psychologie is gebaseerd op het idee dat gedrag gedreven is door
veranderingen. Wanneer iets kan aanpassingen zeg je dat iets kan promoten en wanneer het
gepromoot is dan zorgt het voor een betere voortplanting. Niet elke eigenschap heeft in andere
dieren dezelfde functie, zoals grote oren bij konijnen en olifanten.
‘just so stories’ = Dat mensen zelf een redenering gaan bedenken voor het nut van een eigenschap.
Dit is een stroming waarin het gaat om evolutionaire gebeurtenis die makkelijk opgebouwd zijn om
het bewijs uit te leggen, maar niet echt toetsbaar zijn.
Panglossainisme = Dit is de poging om een aanpassingsreden te bedenken voor elk facet van de
morfologie, fysiologie en gedrag van een dier
Niet alle genetische eigenschappen zullen meer aanpassen (genetische drift, mutaties) en sommige
eigenschappen zijn niet direct op genen gebaseerd (leren, culturele veranderingen), maar de
mechanisme waardoor dit is geleerd dan weer wel.
Adaptie (Williams) = Karakteristiek dat naar voren is gekomen en gevormd door natuurlijke en of
seksuele selectie. Het ontwikkelt zich steady in individuen in een populatie doordat het problemen
van overleving of reproductie kan oplossen. Er kan verwacht worden dat het een genetische basis
heeft.
3 criteria of het adaptief is:
1. Reliability -> Hieraan wordt voldaan als de eigenschap gereguleerd ontwikkelt in alle
individuen van een soort bij normale omgevingsomstandigheden.
2. Economy -> Hieraan wordt voldaan als het mechanisme of de eigenschap een adaptief
probleem oplost zonder hoge kosten voor de toekomst successen van een soort.
3. Efficiancy -> Het moet een goede oplossing zijn voor het adaptieve probleem en moet dus
goed functioneren.
Fitness en adaptaties
Niet alle adaptaties zorgen voor de beste overlevingskans. (Bv. Testosteron bij mannen). Darwinisme
gaat dan ook over de overleving van genen en niet over de fitness van die genen. Niet alle adaptaties
zijn ook perfect, want soms verandert de omgeving sneller dan de adaptatie. Sommige adaptaties
zijn ook pas handig op lange termijn.
2 soorten denkwijzen in evolutionaire psychologie:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur gittevogels. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.