Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Psychologie, ISBN 9789089319111 Algemene Psychologie (B001629A) €6,89   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Psychologie, ISBN 9789089319111 Algemene Psychologie (B001629A)

 16 vues  1 fois vendu

samenvatting algemene psychologie, lessen, powerpoints en boek

Aperçu 4 sur 92  pages

  • Non
  • Hoofdstuk1,2,4,5,6,7,8
  • 22 juin 2021
  • 92
  • 2020/2021
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
zoeampe
Algemene psychologie

1.Wat is psychologie?
1.1. Een definitie van psychologie

Psychologie = een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die
gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag
ten grondslag liggen.

 grote overeenkomst met de definitie van andere wetenschappen, net als andere
wetenschappen: inzicht krijgen in de processen die niet rechtstreeks kunnen worden
geobserveerd.



1.2. Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk gemaakt
hebben
1.2.1. Rede, intuïtie en geloof
1.2.1.1. Filosofie in het Oude Griekenland


Plato en Aristoteles: vragen over het universum en de plaats van de mens erin. Antwoorden
op deze vragen vonden hun oorsprong binnen de mens.

Plato: maakte een onderscheid tussen:

1) De ware, onzichtbare wereld van onveranderlijke, ideale vormen: menselijke ziel woont
tijdelijk in het lichaam en keert na de dood terug naar de kosmos. Echte kennis komt
voort uit de menselijke geest. Bv.: wiskunde (bewegingen met getallen zijn mogelijk
zonder referentie naar de materiële wereld).

2) De zichtbare, veranderlijke wereld rondom ons. Die een onvolmaakte afspiegeling is van
de ware wereld: observatie was onbelangrijk, omdat dit deel was van de materiële
wereld.


Aristoteles: meer belang aan observatie dan Plato, maar ook voor hem kon ware kennis niet
op observatie gebaseerd zijn. om tot echte kennis te komen, moet men uit gaan van
onwrikbare uitgangspunten (axioma’s). die werden door de menselijke ziel intuïtief als
zelfevident herkend. Bv.: Water en aarde streven naar het centrum van de wereld, terwijl
lucht en vuur aar de maan streven. Daar zou hij dan de rest van de menselijke kennis uit af
kunnen leiden.




1

, 1.2.1.2. De Kerk


Na de val van het Romeinse Rijk was de rooms-katholieke Kerk de belangrijkste hoeder van
kennis in de westerse wereld. Zij vertaalde de geschriften van Plato & Aristoteles naar de
kerkelijke leer. Geleerden moesten opzoek gaan naar oude geschriften: Adam & Eva, oude
Griekse handschriften….



1.2.2. De wetenschappelijke revolutie
1.2.2.1. Een nieuwe manier van denken


Rond de 16de / 17de eeuw ontstond de idee dat ware kennis gebaseerd is op systematische
observatie en actief ingrijpen in de wereld. Dit wordt de ‘wetenschappelijke revolutie
genoemd. Belangrijke namen zijn Copernicus, Galilei en Newton.

Copernicaanse revolutie: kalender bleek niet te kloppen, waardoor er om de 134 jaar een
dag gemist werd. Daardoor ontstond de discussie over de gedachte dat de Aarde stilstond in
het centrum van het universum.

 Copernicus kwam met de veronderstelling dat de aarde rond de zon draaide

 Galilei verdedigde het copernicaanse model met observaties die dit onderbouwden

 Newton beschreef de bewegingen van de planeten rond de zon a.d.h.v. wiskundige
formules

Ook was er de gedachte dat nieuwe ontdekkingen niet zouden volgen uit het passief
observeren van fenomenen, maar door actief op de fenomenen in te grijpen, door te
experimenteren.



1.2.3. De groeiende macht van de wetenschappen en het
ontstaan van 2 culturen


Onderscheid tussen Rooms-Katholieke lande (Italië, Frankrijk, Spanje) en landen die zich van
de RKK hadden onttrokken (Duitsland, GB, Nederland). De invloed van de landen die zich
meer op wetenschap richtten groeide, omdat de nieuwe ontdekkingen belangrijke voordelen
boden (bv.: voor de handel).  prestige voor de wetenschap

2 aparte culturen:

1) De humanistische, klassieke cultuur = alfa Vandaag de dag is dit onderscheid er nog steeds.
2) De natuurwetenschappelijke cultuur = bèta




2

, 1.2.4. De toepassing van de wetenschappelijke methode op het
menselijke functioneren


Men begon zich vragen te stellen over de mogelijkheden en beperkingen van de menselijke
waarneming. Bv.: persoonlijke fout in de sterrenkunde: elke astronoom komt tot andere
resultaten. .

Onderzoek Donders: bouwde voor op onderzoek van Helmholtz:

 Veronderstelde dat alle
mentale handelingen een
zeker verwerkingstijd
nodig hadden. =
fysiologische tijd. Hij
vroeg zich af hoe hij dit
kon meten
 Hij werkte met 3
verschillende condities
waarbij geluiden
aangeboden werden als
stimulus: ka, ke, ki, ko en
ku
 1ste conditie: er wordt steeds dezelfde stimulus aangeboden waarbij de proefpersoon
deze zo snel mogelijk moest herhalen = a-reactie = eenzelfde reactie op steeds dezelfde
stimulus: 197 milliseconden
 2de conditie: de 5 lettergrepen worden door elkaar aangeboden en de proefpersoon
moest de lettergrepen zo snel mogelijk herhalen. = b-reactie = een reactie waarbij
zowel een discriminatie van de stimulus als een keuze van het antwoord gemaakt
moest worden: 285 milliseconden
 3de conditie: de 5 lettergrepen worden opnieuw aangeboden, maar de proefpersoon
diende alleen de stimulus ‘ki’ te herhalen = c-reactie = een reactie waarbij alleen een
discriminatie van de stimulus gemaakt moest worden: 243 milliseconden
 O.b.v. de resultaten berekende hij de tijd die nodig is voor de discriminatie van een
stimulus: perceptuele discriminatie = c-a = 46 ms. En de tijd die nodig is voor de keuze
van het antwoord: b-c = 42 ms
 Mentale chronometrie = een techniek waarbij men de psychologische processen in
informatieverwerking probeert te achterhalen door te kijken naar de tijd die mensen
nodig hebben om allerhande taken uit te voeren.


1.2.5. De evolutietheorie


Evolutietheorie van Charles Darwin stelt dat levende wezens het resultaat zijn van een
aanpassingsproces aan veranderende omstandigheden. Binnen een soort bestaat er
genetische variatie. De omgeving verandert voortdurend en telkens bieden bepaalde
eigenschappen meer voordelen dan andere. Dieren en planten met slechte kenmerken zullen
moeite hebben om zich voor te planten, en zullen uitsterven = struggle for life,survival of the
fittest. Dit zorgt ervoor dat dieren en planten continu veranderen o.i.v. de lokale omgeving.

3

, 1.3. Het ontstaan van de psychologie
1.3.1. Ontwikkelingen binnen de filosofie


De eerste wetenschappers waren filosofen: de wetenschappelijke revolutie is een gevolg van
het feit dat filosofen kritische begonnen na te denken.

2 denkstromingen:

1) Descartes:
 Dualisme: de mens bestaat uit 2 onafhankelijke elementen: de geest (vrije wil,
vormt de kern van het menselijke denken) & het lichaam (niet meer dan een
omhulsel van de geest)  sloot aan bij Plato & de Katholieke Kerk
 Rationalisme: ware kennis is gebaseerd op de rede, die door het toepassen van
logica nieuwe informatie afleidt uit de bestaande
 Nativisme: de overtuiging dat de mens aangeboren kennis heeft, die het
uitganspunt vormt van alle andere, afgeleide kennis
 het universum vormt een machine die wiskundig beschreven kan worden. het
menselijke lichaam is hier onderdeel van (aan natuurwetten onderworpen).



2) Empirisme in Engeland:
 Tegenbeweging tegen het nativisme en rationalisme
 De inhoud van de geest wordt gevormd door zintuigelijke ervaringen die met
elkaar geassocieerd worden.
 Grondlegger John Locke: alle menselijke kennis komt voort uit ervaringen met
externe voelbare voorwerpen en niet vanuit aangeboren ideeën


 grotere aandacht voor de mens & de psychologie groeide uit tot een belangrijk
onderzoeksonderwerp binnen de filosofie



1.3.2. Psychologie als nieuwe wetenschap


Aantal kerngebeurtenissen die ervoor zorgden dat de psychologie wetenschappelijk werd:

1) Wundt en het 1ste laboratorium voor psychologie
 Definieert de wetenschappelijk psychologie als: een alliantie tussen enerzijds de
fysiologie die ons informeert over levensfenomenen die we met onze zintuigen
kunnen warnemen, en anderzijds de psychologie waarbij de persoon van
binnenuit naar zichzelf kijkt?  introspectie
 Richt het eerste laboratorium voor experimentele psychologie aan de universiteit
van Leipzig op
 Innere warhrnehmung & Experimentelle selbstbeobachtung




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur zoeampe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,89  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter