Neurbiologie pwp 1
Les 1: Inleiding
Biologie = studie van het leven:
Onderdelen van het leven:
Voedselopname
o Heel bepalend voor je gedrag en het functioneren van je systeem.
Stofwisseling
o Uit voeding jouw energie halen door stoffen af te breken en te wisselen in hetgeen
dat je nodig hebt.
Voortplanting
o Een belangrijk stuk wordt daar al gecreëerd. Ieder levend wezen wilt zich
voortplanten.
Reactie op omgeving
o Elk levend wezen kan zich sterk aanpassen aan omgevingsfactoren en heeft een
sterke reactie op de omgeving waarin het leeft. Alle genen dat iemand binnen krijgt
worden ook beïnvloed door de omgeving. Hoe sterk is die invloed van de omgeving
op een persoon en op welke manier uit zich dit?
Groei en ontwikkeling
o Kind groeit en ontwikkeld zich ook omdat zijn brein zich verder ontwikkeld. Welke
voeding heeft dat brein nodig om goed te kunnen ontwikkelen, om te kunnen doen
waarvoor het gemaakt is. Wat kan ik aanrijken en hoe kan ik daarop inspelen om die
ontwikkeling zo goed mogelijk te laten verlopen?
Erfelijkheid
o Erfelijk materiaal zorgt ervoor hoe je functioneert en hoe je kan functioneren.
Epigenetica: werken met levende wezens die aanhoudend veranderen en onder invloed staan van de
omgeving.
Gezondheid is afhankelijk van de sociale klasse waarin men toebehoort en wordt beïnvloed door
voeding, beweging en aandoeningen (= erfelijke belasting).
Groei en ontwikkeling is specifiek in de levensloop. Kijk ook naar het neurologische.
1
,Neurobiologie
Hoofdstuk 1 Bouwstenen en Celcyclus
1. De bouwstenen: 4 groepen moleculen
De bouwstenen hebben 4 groepen moleculen: koolhydraten, lipiden, eiwitten en nucleïnezuren (DNA
en RNA)
1.1 Koolhydraten: sachariden of suikers (-ose)
Term -ose duid vaak op een suiker: glucose, sacharose, lactose, fructose.
3 dingen die we er mee kunnen doen:
1. Gebruiken we voornamelijk als brandstof: monosacharide gaan we omzetten in energie, een
disacharide en polysacharide moeten we eerst in stukjes knippen en kunnen we dan pas
omzetten in energie.
2. Polysacharide kunnen we gebruiken als opslag, als we suiker nodig hebben kunnen we het
dan vrijgeven. Bv. amylase, het is een keten van suiker/koolhydraten.
3. We gebruiken de onderdelen om dan om te zetten in eiwitten of vetten. We kunnen de
stukjes dan zodanig klein afbreken dat we er eiwitten of vetten mee kunnen maken.
1.2 Lipiden: vetten
Isolatielaag: om onszelf warm te houden. Je moet een minimumpercentage hebben voor je
lichaam want anders gaat je lichaam zijn functies niet meer kunnen doen. Het is een nodige
isolatielaag!
Afbraakstof om energie te produceren. De energie die vrijkomt bij de afbraak van vetten is
2X hoger dan die van koolhydraten. Als je in die vetverbranding komt ga je veel meer energie
produceren.
2 soorten vetten: verzadigde (=dieren) en onverzadigde vetten (=planten).
Vetten zijn noodzakelijk voor de opbouw van ons lichaam. Ze zitten namelijk in iedere cel, in
het celmembraan. Het zorgt ervoor dat alle onderdelen in de cel blijven.
1.3 Eiwitten of proteïnen
Eiwitten zijn een zeer belangrijk onderdeel voor ons organisme. Het is essentieel voor ons lichaam,
we moeten zorgen dat we er voldoende opnemen zodat we die ook kunnen omzetten en gebruiken.
Eiwitten hebben heel wat verschillende functies voor ons lichaam.
2
,Neurobiologie
Eiwitten zijn het product van het DNA. In ons DNA staat geschreven welke eiwitten wanneer er
gemaakt moeten worden, daarmee dat eiwitten de basis zijn van heel ons bestaan.
Plasma-eiwitten: Plasma is een onderdeel van bloed. In het plasma zitten eiwitten
zogenaamd de plasma-eiwitten. Voorbeelden van een plasma-eiwit:
o Immunoglobuline: zijn onderdelen van ons immuunsysteem
o Stollingsfactoren
o Hemoglobine: eiwit die zuurstof meedraagt en dit transporteert naar onze spieren
Receptoreiwitten: eiwitten die zorgen voor het ontvangen van informatie.
Bv. op het oog zitten receptoreiwitten die zorgen dat we het beeld kunnen opnemen dat we
zien. Cataract is een ziekte waarbij dat er een zone van die receptoreiwitten afgebroken
wordt en op die plek kan je dan niet zien. Dit zorgt voor een zwarte vlek in uw beeld.
Hormonen: vb. insuline is een eiwit en een hormoon die zorgt voor een goede suikerspiegel.
Als daar iets mee mis is kan je suikerziekte hebben. Insuline is een eiwit met een specifieke
opbouw om te controleren van uw suiker.
Enzymen: stoffen die zorgen voor de afbraak van andere stoffen. Vb. amylase en pepsine.
Pepsine is een afbraakstof voor andere eiwitten.
50% van een cel bestaat uit eiwitten. Er zijn meer dan 1000 soorten en structuren. Je hebt eiwitten die je zelf
aanmaakt, die zijn niet essentieel. En je hebt er die je moet opnemen uit voeding, die zijn wel essentieel.
Bouw van Eiwitten
Eiwit is opgebouwd uit aminozuren (= het kleinste deeltje van een eiwit).
Een eiwit bestaat uit aminozuren.
Er zijn 20 verschillende aminozuren (waarvan 8 essentiële) en die kunnen een
polypeptideketen vormen (= veel aminozuren aan elkaar geplakt/ kunnen een eiwit
vormen).
2 aminozuren die met elkaar verbinden noemt een peptideketen of een peptidebinding.
Een aminozuurketen gaat zich opspiraliseren tot een bepaalde vorm: een driedimensionale structuur.
Een driedimensionale structuur van een eiwit zorgt ervoor dat een eiwit zijn functie kan uitvoeren.
Er bestaan een enorme variëteit aan eiwitten. Hoe meer eiwitten er een in een keten zitten, hoe
langer het eiwit. Al die verschillende aminozuren kunnen ook in een andere volgorde voorkomen. Zo
zijn er dus verschillende variëteiten.
Die eiwitvariaties worden omschreven in het DNA.
3
, Neurobiologie
Er ontstaan intoleranties voor aminozuren/eiwitten zoals bv. gluten, eieren, koemelkeiwit,
fenylalanine.
Als je het aminozuur fenylalanine afbreekt dan heeft dat hele zware consequenties. Dat is een
erfelijke aandoening dat ze PKU (=fenylketonurie) noemen. Het is dus een disfunctie van het lichaam
als je allergisch/intolerant bent aan een eiwit/aminozuur.
Eiwitstructuur
De polypeptideketen spiraliseert zich op tot een bepaalde vorm.
De blauwe is hemoglobine: die transporteert zuurstof. In het midden zie je schijfjes en dat
zijn de ijzermoleculen waar de zuurstof aan bindt en op die manier zuurstof meeneemt in het
bloed.
De groene en de roze vezels/eiwitten, die komen vooral voor in de spieren. Dat zijn de vezels
van de spieren en structuren die zich in de spieren bevindt.
1.4 Nucleïnezuren
2 nucleïnezuren:
DNA: deoxyribo nucleine acid (acid = zuur)
RNA: ribo nucleïne acid
o Kleiner deel van DNA dat is overgeschreven
DNA = molecule waar de erfelijke informatie is opgeslagen in chromosomen.
Chromosomen bestaan uit: ons DNA en nog andere eiwitten.
Als we puur naar ons DNA gaan kijken dan is dat een molecule waar dat al die erfelijke
informatie is opgeslagen dus je moet dat een beetje zien als een boek met hoofstukken waar
alles staat ingeschreven over hoe jouw lichaam moet functioneren.
o Er zit informatie in voor alle activiteiten van alle verschillende cellen.
o Stukje informatie = gen.
- VB: Kleur ogen
o Er zijn 46 verschillende langgerekte moleculen met honderden genen op 1 molecule.
o Omzetting van DNA naar eiwitten:
- Moleculen gebruiken eiwitten om te lezen → moleculen halen een gen uit
die eiwit → dat gen (= DNA code) wordt gelezen → wordt omgezet naar een
RNA → wordt dan omgezet naar een eiwit.
- DNA is het boek. RNA is het recept om een eiwit te maken
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur HannahSRW. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.