Allochtoon, autochtoon niet gebruiken in taak! – eerder mensen met vlaamse
achtergrond - referentiekader
Interculturele
communicatie
Les 1
Wat is cultuur?
• 15de eeuw: oogst en dieren
• 16de en 17de eeuw: het menselijke brein
• 18de eeuw: kunst en wetenschap = rijke mensen
• 18de eeuw: alternatief beeld = collectieve erfgoed
• Dynamisch: het verandert met de tijd, niet statisch
• Veel verschillen
Cultuur is
- overal: gevoelens, handelingen, taal, grapjes
- nergens: bestaat niet, is een concept
- groepen: zelfde nationaliteit, etniciteit
- als repertoire:
- Waarden: ouderlijke huis verlaten als je job hebt
- Normen: thuis blijven tot je getrouwd ben – dingen waarop je beoordeeld kan
worden
- Tradities: paaseieren verstoppen
Cultuur is betekenis geven aan sommige handelingen bv: hand schudden
Het geheel van gebruiken, waarden en normen van een bepaalde groep, op een
bepaalde plaats, in een bepaalde tijd.
Buitenste laag:
Zichtbare artefacten – externe gedrag, wat zichtbaar is: kleren, eten, bouwstijlen
(vierkant denken)
Middenste laag:
De beleden waarden – meer intern maar zichtbaar bv: om 18 uur eten, om 22 uur
slapen
• Punctualiteit
• Respect voor ouderen
• Conservatieve kleding
,Allochtoon, autochtoon niet gebruiken in taak! – eerder mensen met vlaamse
achtergrond - referentiekader
• Met twee woorden spreken
• De rechter hand als ‘schone’ hand en de linkerhand als ‘vuile’ hand
Binnenste, intern laag:
De onderliggende basis veronderstellingen die verbonden zijn aan zeer fundamentele
zaken – niet zichtbaar
Basale opvattingen over:
• Goed en kwaad
• Normaal en abnormaal bv: aarde is van iedereen, geen omleiding rond huis
• Mooi en lelijk
• Bv: Rechter hand is de propere hand, geen hand geven met linker hand
Dingen dat we zien is toppunt van ijsberg:
- geen conclusies trekken over enkel de
dingen dat we zien
- in ogen kijken voor respect, niet in ogen
kijken
Try before you D.I.E.
Descriptie: wat ik waarneem: zie, voel, proef, hoor ,… (alleen observaties, feiten)
- kan zoveel negatief als positief zijn
Interpretatie: wat ik denk over wat ik zie
Evaluatie: wat ik voel over wat ik denk. Mijn oordeel kan zowel negatief als positief
zijn.
Cultuurkennis
• Etnografische kennis = degene dat je kent, als hulpverlener alleen concrete
vragen die je nodig hebt die moment zodat je deskundigheid behoudt en thema
niet verandert van de hulpverlening
• Bewustzijn van eigen culturele opvattingen
• Multiculturele vaardigheden = cultuur gezien als geheel sociale regels die moeten
gevolgd worden, valkuil: probleem komt vanuit cultuur
• Bewustzijn van eigen culturele opvattingen
1. Kennis van eigen culturele bagage
2. Kennis van andere culturen en effecten van migratie
3. Onbevooroordeeld- open houding
,Allochtoon, autochtoon niet gebruiken in taak! – eerder mensen met vlaamse
achtergrond - referentiekader
4. Erkennen dat wat je weet subjectief en individueel is
5. Bewustzijn van verborgen dimensies blinde vlekken bv: westen willen snelle
beslissingen, aziaten moeten hun tijd nemen
• Uit wat voor ‘nest’ kom je?
• Wat heeft jou gevormd?
• Welke waarden, opvattingen?
• Welke culturele bagage?
• Wat doe je nu anders?
Kruispuntdenken = Caleidoscopisch denken
Cultuursensitiviteit
- vermogen hebben om cultuur verschillen waar te nemen
Etnocentrisme: eigen cultuur staat centraal in referentiekader
Etnorelativisme: andere culturen bekijken vanuit je eigen referentiekader
Ontkenning:
- niet bewust van culturele verschillen, oriëntatie waarbij je eigen cul is de enige
goede cul
- niet geïnteresseerd in culturele verschillen
- agressief en denigreren als ze geconfronteerd worden
Bv: we zijn onder dezelfde zon
Doen:
- over dingen beginnen die zichtbaar zijn bv: trouwfeest, suikerfeest
- mensen moeten bewust gemaakt worden van cultuurverschillen
Verdeding/omkering:
- wel bewust maar ze ervaren andere cul minderwaardig of bedreigend voor eigen
cultuur
- iemand die eigen cultuur ziet als de enige goed functionerende cul
- ze kunnen de onderscheid maken
- ze denken wij en zij
- ze hebben stereotype beeld van anderen
- alle moslims zijn slecht, er zijn een paar uitzonderingen
, Allochtoon, autochtoon niet gebruiken in taak! – eerder mensen met vlaamse
achtergrond - referentiekader
bv: waarom spreken ze geen Ned, ze pakken ons werk af, ze komen hier en ze dragen
niet bij
- wat heb je gedaan om die buurman te helpen om Ned te leren? = waarom ik? Wat
moet ik doen? hij is degene die moet het leren
Doen:
- verschillen benoemen
- op zoek gaan naar overeenkomsten, gelijkenissen
- focus op gelijkenissen plaatsen
- boeken en films met andere culturen - > andere wereld gaat open
Minimalisering:
- minimaliseren van verschillen
- verschillen worden geneutraliseerd door in categorieën te plaatsen
- ze gaan zelf op zoek naar overeenkomsten maar hopen ze de gedrag van anderen
aanpassen aan eigen verwachtingen
- bewust van verschillen maar vooral de oppervlakkige verschillen
- eigen normen en waarden is universeel
- uit eigen denkkader andere zien
- anderen willen helpen enkel omdat ze willen dat anderen net als zij worden (geen
tolk want ze moeten zelf de taal leren)
Bv: uitspraken van goed of slecht, goed gedrag of slecht gedrag
Doen:
- bewust maken van eigen culturele progammering
- kader van Halte, Hoofdstede
- hoofd en laagcontext communiceren
- staan open voor theoretisch gegeven
Aanvaarding: je weet het = kennis
- eigen cultuur zien als een van de bestaande culturen
- alle culturen zijn gelijk
- anderen hun waarden en normen erkennen
- cultuur verschil wordt niet meer gezien als probleem
Bv: hoe meer culturen hoe meer ideeën, we zijn zelfde maar toch beetje verschillen
Doen:
- theorieën
- meer verdiepen in bepaalde cultuur, verblijven in een land
Aanpassing: je weet, je voelt en je kan je zo gedragen =
gevoel