Volledige samenvatting van alle problemen (inclusief toevoegingen vanuit de nabespreking). Belangrijke begrippen zijn blauw en per leerdoel is aangegeven welke literatuur gelezen is.
Good structure design. Clearly written, few language errors
Vendeur
S'abonner
madelieflambregts
Avis reçus
Aperçu du contenu
Probleem 1: Adoptie
1. Wat zijn de gevolgen van interlandelijke adoptie voor de ontwikkeling?
- Voorafgaand aan de adoptie
Instituut
Leeftijd adoptie
Stress
Voeding
- Lichamelijk
Geen verschil catch up
- Gedragsproblemen
Meer gedragsproblemen
Afname in volwassenheid
- Sociaal functioneren
Geen verschil
- Hechting
< 1 geadopteerd geen verschil
>1 geadopteerd wel een verschil
- Zelfwaardering
Geen verschil
- Cognitief
Wisselend: geen verschil & andere onderzoeken wel?
2. Wat is de achtergrond info rondom interlandelijke adoptie als je kijkt naar def. Demografische
trends , theorieën en interventies?
- Cijfers ministerie van Justitie
3. Wat betekent opvoeden/adopteren voor de adoptie ouders?
- Baby:
- Belemmeringen
Acceptatie zelf niet zwanger kunnen worden
Moeilijke keuzes over adoptie (special needs? Wel/geen contact biologische ouders?)
Stressvol toelatingstraject
Onvolledige/ verkeerde ingeschatte kindkenmerken
Mogelijke post-adoptie depressie
- Beschermingen
Vaak ouder
Langer getrouwd & meer tevreden over huwelijk
Financieel stabiel
Door de screening heen gekomen, goede ouders
Veel steun van anderen
Goede voorbereiding op ouderschap
- Kleuters
Adoptie ingangsverhalen
Familie differentiatie
Afwijzing van verschil (Theorie van Kurk)
Erkenning van verschil (Theorie van Kurk)
Begrip voor beperkte begripsvermogen van het kind
- Basisschoolkinderen
Meer vragen, onbegrip en verdriet van het kind
Ouders: begrip tonen, steun bieden, niet persoonlijk opvatten
- Adolescenten
, Identiteitsontwikkeling
Ouders: begrip, steun, normale ontwikkeling voor een adolescent.
- Etnische/raciale socialisatie
- Cultuur socialisatie
- Preparation-for bias
- Egalitarian (egalitarisme) socialisatie
- Color blind messages
4. Welke verschillende manieren zijn er om hier onderzoek naar te doen en wat voor invloed heeft
dit op de resultaten?
- ERA
165 Roemeense kinderen die ernstig verwaarloosd waren
Controlegroep: binnenlands geadopteerden
Metingen: 4 jaar, 6 jaar, 11 jaar, 15 jaar
Verschillend in: leeftijd bij adoptie, ervaringen met verwaarlozing/mishandeling voor
adoptie, voeding/hechting voor adoptie
- Romanian
75 Roemeense kinderen 1) vroeg geadopteerden & 2) geadopteerd vanaf 8
maanden
Controlegroep: 46 Canadese kinderen
Metingen: gevolgd tot 17 jaar
- RLA
2148 geadopteerden uit 50 landen, meestal geadopteerd voor 2jarige leeftijd
Controlegroep: geen
Metingen: adolescent en volwassene
Adoptieouders 2x vragenlijst, geadopteerden 1x vragenlijst & 1x interview
- LLAS
160 geadopteerden bij 11 weken oud, zonder institutionele zorg
Controlegroep: geen
Metingen: 6 maanden, 7 jaar, 14 jaar
Sommige ouders kregen een interventie voor ouderlijke sensitiviteit
,LD1: Wat zijn de gevolgen van interlandelijke adoptie voor de
ontwikkeling?
Juffer 2011
- Adoptie is effectief voor kinderen die veel vroege tegenslag hebben gehad, omdat ze de
psychologische, sociaal-emotionele en cognitieve schade hiermee in lijken te halen. Mogelijk
door de veilige thuissituatie die adoptie biedt en het feit dat ouders gescreend en geschoold
zijn over opvoeding.
- Kinderen die goed hechten met de adoptie ouders & sensitieve adoptie ouders hebben
ontwikkelen betere sociale vaardigheden dan geadopteerde kinderen die een andere situatie
hebben.
- Kinderen met adoptie ouders met een hoge SES hebben vaker psychische problemen.
Mogelijk omdat de adoptie ouders te hoge verwachtingen hebben.
Juffer 2009
Bowlby: ‘’Ouderlijke deprivatie (verwaarlozing) leidt tot een slechte ontwikkeling en vormt een risico
voor verschillende mentale problemen.’’
Voorafgaand aan de adoptie
- Hoe langer de kinderen in institutionele zorg zijn, hoe meer vertraagt hun lengte zal zijn.
- Gedesorganiseerde hechting kan zich ontwikkelen door de angstige institutionele omgeving
waar onvoldoende responsiviteit is.
- Kinderen die in institutionele zorg hebben gezeten hebben een hoger risico op een
vertraagde cognitieve ontwikkeling, verstandelijke beperking.
- De stress van de institutionele zorg kan leiden tot cognitieve en sociaal-emotionele
vertragingen, omdat het de breinontwikkeling van het kind aantast.
Lichamelijk
Juffer 2009
- Het 1ste jaar na adoptie laten de kinderen een ‘catch-up’ zien in fysieke ontwikkeling. Ze
krijgen er meer gewicht en lengte bij dan niet-geadopteerde leeftijdsgenoten.
- Hoe langer ze in een instituut zitten, hoe groter de groei achterstand.
Uit meta analyse
- Als de kinderen geadopteerd worden, hebben ze vaak ernstige vertragingen in gewicht,
lengte en hoofdomvang.
- Na gemiddeld 8 jaar bij het adoptie gezin is er een catch-up in gewicht en lengte,
hoofdomvang niet. De vroege breinschade door bv. stress kan niet worden weggenomen
door tijd bij het adoptiegezin.
Gedragsproblemen
Juffer 2009
- Moeder en docent zijn ondervraagd met een vragenlijst. Hieruit kwam naar voren dat
geadopteerde kinderen significant meer gedragsproblemen hebben & meer
internaliserend/externaliserend probleemgedrag, voor zowel meisjes als jongens.
Meta-analyse
- Geadopteerden laten meer probleemgedrag zien, maar de meerderheid van deze kinderen is
goed aangepast.
- Er is geen verschil in gedragsproblemen voor kinderen die op jonge leeftijd geadopteerd zijn
of op oudere leeftijd.
, - Meer gedragsproblemen in de kinderleeftijd dan op volwassen leeftijd.
- Meer gedragsproblemen dan kinderen die binnenlands geadopteerd zijn.
Juffer 2011
- Meer gedragsproblemen bij geadopteerde kinderen
- Geadopteerde kinderen vaker in de mentale gezondheidszorg
- Meer externaliserende problemen bij kinderen die voor de adoptie veel tegenslag hadden.
Echter, als deze kinderen volwassen zijn nemen deze gedragsproblemen weer af.
LLAS
- Adoptiekinderen (vooral jongens) hebben meer gedragsproblemen dan niet geadopteerden.
RLA
- In de kindertijd en adolescentie vertonen de adoptiekinderen meer internaliserend en
externaliserend probleemgedrag dan niet-geadopteerde kinderen.
- Hoe vroeger de ervaring met mishandeling/verwaarlozing, hoe groter het risico op
problemen.
Roemeense adoptie project
- Meer probleemgedrag bij de Roemeense wezen.
Hangt af van leeftijd, contact met biologische ouders en de mate van verwaarlozing die ze hebben
meegemaakt.
Sociaal functioneren
- Wisselend: sociale vaardigheden zijn hetzelfde als die van niet-geadopteerden.
Hechting
Juffer 2011
- Grote kans op een onveilige hechting voor kinderen die geadopteerd worden vanaf 1 jaar.
- LLAS: geen verschil hechting geadopteerd & niet-geadopteerd
LLAS
- De adoptiekinderen in de LLAS bleken zich normaal te ontwikkelen wat betreft veilige
gehechtheid en gedesorganiseerde gehechtheid in de vroege kinderjaren en wat betreft de
cognitie en zelfwaardering op de basisschoolleeftijd
Zowel de sensitiviteit van de adoptieouder als de vroege gehechtheidsrelatie
tussen adoptiekind en -ouder van invloed zijn op de latere ontwikkeling van het
adoptiekind tijdens de schooljaren en in de puberteit veilig gehechte
adoptiekinderen en adoptiekinderen met sensitieve adoptieouders bleken zich
later beter te ontwikkelen op sociaal en cognitief gebied. Zo hadden zij betere
sociale vaardigheden om met leeftijdgenoten en volwassenen om te gaan
- Een meta-analyse van 17 studies (N=772 geadopteerde kinderen) ontdekte een significant
risico op onveilige hechting voor kinderen die na de leeftijd van één jaar werden
geadopteerd. Ongeacht de leeftijd werd ook een risico op gedesorganiseerde hechting
gevonden.
Kinderen die in institutionele instellingen verblijven voordat zij geadopteerd
worden, hebben een groter risico om onveilig gehecht te raken (meerdere
onderzoeken bevestigen dit)
,The Romanin Adoption Project (Canada)
11 maanden na de adoptie, 4,5 en 10,5 jaar na de adoptie bleken veel minder kinderen uit de
“Roemeense wezengroep” veilig gehecht te zijn. Er was geen verschil tussen de groep vroeg
geadopteerde kinderen en de groep kinderen die bij de biologische ouders woonde. Op de leeftijd
van 4,5 jaar vertoonden kinderen uit de Roemeense wezengroep vaker gedesorganiseerde hechting.
Maar, op de leeftijden van 10,5 en 17,5 was er geen verschil tussen de drie groepen in de self-reports
van de kinderen over hun vertrouwen in, communicatie met en vervreemding van de ouders.
Zelfwaardering
Juffer 2011
- Geen verschil gevonden tussen geadopteerden en niet-geadopteerden.
Cognitief
Juffer 2011
- Geen lagere/hoger IQ voor geadopteerde kinderen
- Lagere schoolprestaties: bij kinderen die pas vanaf hun 1ste jaar geadopteerd werden én
kinderen die verwaarloosd zijn.
- De geadopteerde kinderen hadden gemiddeld een hoger IQ en betere schoolresultaten dan
de kinderen die achterbleven in de institutionele zorg. In vergelijking tot leeftijdsgenoten die
niet-geadopteerd waren scoorden de geadopteerde kinderen gelijk.
The Romanin Adoption Project (Canada)
- Vergelijkingen van de groepen op de leeftijd van 4,5 en 10,5 jaar tonen een vergelijkbaar
patroon aan m.b.t. IQ. De groep Roemeense wezen had gemiddeld een significant lager IQ
dan de groep Canadese kinderen.
- Met 4,5 jaar had de groep Roemeense wezen ook significant lagere “school readiness scores”
en probleemoplossende vaardigheden dan beide andere groepen.
- Op de leeftijd van 10,5 jaar presteerden ze ook significant lager dan de groep vroeg
geadopteerden op school, die op zijn beurt weer een stuk lager presteerde dan de groep
Canadese kinderen
Rotterdamse longitudinale adoptiestudie
- Adoptiekinderen scoren minder goed i.v.m. leeftijdsgenoten uit Nederland. Ze volgen vaker
speciaal onderwijs. Echter, ze behalen wel hetzelfde gemiddelde opleidingsniveau als
volwassene vergeleken met Nederlanders.
Conclusie
Leidse Longitudinale Adoptiestudie
- De sensitiviteit van de adoptieouders en de vroege gehechtheidsrelatie tussen adoptieouder
en kind houden verband met de sociale vaardigheden van de adoptiekinderen op 7 jaar.
- De uitkomsten tonen een bewijs van ‘nurture’ aan: bij een biologisch verwante
onderzoeksgroep zou het niet uitgesloten kunnen worden dat betere sociale vaardigheden
van een kind genetisch worden overgedragen van ouder op kind (nature). Daarvan kon in dit
adoptiedesign geen sprake van zijn
Rotterdamse Longitudinale Adoptiestudie
- De oorzaak van emotionele en gedragsproblemen van adoptiekinderen kan deels gevonden
worden in de deprivatie die adoptiekinderen hebben meegemaakt voorafgaand aan de
adoptieplaatsing. Er werd gevonden dat meer deprivatie voorafgaand aan de adoptie
samenhangt met meer problematiek later ( zelfs in de volwassenheid)
Ervaringen in de eerste kinderjaren zijn van invloed op de latere ontwikkeling
, Het meemaken van vroege verwaarlozing voor de adoptie houdt verband met een
groter risico op gedragsproblemen in de adolescentie en psychiatrische problemen in
de volwassenheid
Geadopteerden die na de adoptie opgroeiende bij hoogopgeleide adoptieouders
liepen meer risico op psychische problemen dan geadopteerden die lager opgeleide
adoptieouders hadden
Bij deze studie had de helft van de geadopteerden te maken met vroegkinderlijke
deprivatie en werden er langdurige gevolgen van vroege deprivatie op het
functioneren van de geadopteerden gevonden tot in de volwassenheid. Tegelijkertijd
bleek de overgrote meerderheid van de geadopteerden normaal te functioneren,
wat er op wijst dat ook veel herstel en inhaalgroei heeft plaatsgevonden
Geen verschil voor geadopteerde kinderen Wel een verschil voor geadopteerde kinderen
Cognitief (wel lagere schoolprestaties na 1ste Gedragsproblemen
levensjaar adoptie)
Sociaal functioneren in de volwassenheid Fysieke groei (wel grote kans op inhaalslag)
Zelfvertrouwen Hechting: >1 jaar en deprivatie = verschil
<1 jaar en geen deprivatie = geen verschil
, LD2: Wat is de achtergrond informatie van interlandelijke adoptie?
(demografische trends, theorieen, interventies)
- Het aantal adoptieverzoeken neemt af.
- In het Haagse Adoptieverdrag (1993) staat dat er eerst in het land van herkomst een geschikt
gezin gezocht moet worden. Pas als dit niet lukt mag het kind worden aangeboden voor
interlandelijke adoptie.
Theorieen
Sommige wetenschappers stellen dat huidige ervaringen belangrijker zijn, terwijl anderen weer
stellen dat vroegere ervaringen de grootste invloed op het leven hebben
- Lewis (1997): stelde dat het gedrag van een kind vooral de context weerspiegelt waarin dat
gedrag zich voordoet (huidige ervaringen zouden de ontwikkeling/het gedrag verklaren)
- Erikson (1963): stelt dat iedere fase in de psychosociale ontwikkeling beïnvloed wordt door
wat er plaatsvond in eerdere fasen.
- Bowlby (1982): verklaard vanuit de hechtingstheorie dat het huidige gedrag een uitkomst is
van beide: van vroegere aanpassingen en huidige ervaringen bij de ontwikkeling van het
kind in zijn groei naar volwassenheid moet er rekening gehouden worden met vroegere en
huidige ervaringen en functioneren.
Zijn de eerste levensjaren bepalend voor de latere ontwikkeling van kinderen? Vanuit sommige
theorieen word gedacht dat ervaringen in de vroege kindertijd allesbepalend zijn voor het verdere
leven. Deze deterministische visie wordt bestreden door wetenschappers die stellen dat alleen
huidige ervaringen er toe doen en door onderzoekers die vinden dat zowel de vroegere als de latere
ervaringen de ontwikkeling beïnvloeden (de ontwikkeling van kinderen kan bijgestuurd worden als er
bijvoorbeeld iets traumatisch is gebeurd)
Substidiariteitsprincipe
Eerst kijken binnen familie, dan in hetzelfde land en dan pas interlands.
Trends in onderzoek
- Vergelijken met leeftijdsgenoten
- Vergelijken met achtergebleven kinderen
- Vergelijken met wel/geen problemen
LD3: Wat betekent opvoeden/adopteren voor de adoptieouders?
Ouders die een kind internationaal adopteren willen graag een kind een thuis bieden, zonder dat dit
contact heeft met zijn biologische ouders. Er is tegenwoordig steeds meer hulp voor adoptieouders
nadat zij geadopteerd hebben.
Adoptie socialisatie een proces waarin ouders adoptie informatie en ervaringen verstrekken op
zo’n manier dat het goed is voor de mentale identiteit en psychologische aanpassing van hun
kinderen en de familie als geheel.
Bijvoorbeeld: kiezen welk kind je adopteert en vanwaar vandaan, het kind integreren in de familie,
adoptie informatie delen me het kind, het steunen van nieuwsgierigheid van het kind over zijn/haar
afkomst etc.
Adoptie ouder worden: baby
Adoptie ouders kiezen vaak voor adoptie omdat ze onvruchtbaar zijn. Moeilijkheden voor adoptie
ouders zijn:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur madelieflambregts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.