Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Celbiologie Voets €7,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Celbiologie Voets

 47 vues  1 fois vendu

Samenvatting celbiologie 1ste jaar, 2de semester biomedische wetenschappen Thomas Voets KULeuven

Dernier document publié: 3 année de cela

Aperçu 3 sur 27  pages

  • 15 juin 2021
  • 21 juin 2021
  • 27
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (43)
avatar-seller
emolgr
CELBIOLOGIE
HOOFDSTUK 1: BIOMEMBRANEN

Oppervlakten in cel:

- Plasmamembraan = 700 µm²
- Intracellulaire membranen = 7000 µm²
- Cytoskelet = 94000 µm²

Definities:

- Cytoplasma = alles binnen plasmamembraan behalve nucleus
- Cytosol = waterige gedeelte buiten celorganellen
- Lumen = waterige gedeelte in celorganellen

AFM (Atomic Force Microscopy): 3D-structuur plasmamembraan verkrijgen door zeer gevoelige combinatie van
naald en laser.

Fosfolipidedubbellaag is ongeveer 3-4nm dik en bestaat uit twee rijen amfipatische fosfolipiden: hydrofiele
hoofdgroep (polaire groep, fosfaat, glycerol) naar buiten, hydrofobe vetzuurstaart naar binnen. Amfipatische
moleculen komen in drie vormen voor: micelle (gesloten bol, één rij), liposoom (open bol, twee rijen) of
fosfolipidendubbellaag.

Exoplasmatische (wijst naar de buitenkant) en cytosolische (wijst naar cytosol) zijden blijven behouden, ook als
er een ventrikel gevormd wordt. De zijden zijn niet omwisselbaar.

DRIE SOORTEN LIPIDEN (ZIE SLIDES VOOR STRUCTUUR)

Fosfoglyceriden en plasmalogenen: van de triacylglycerol verandert één staart in een fosfaat met kopgroep
(diacylglycerol + fosfaat = fosfatidyl). Plasmalogene zijn fosfoglyceriden maar dan zonder de =O op de eerste
staart.

Sfingolipiden: stoffen met sfingosine als basis.

- Glycosfingolipiden: sfingolipiden met als derde staart een suikergroep/suikergroepen.
- Gangliosiden: glycosfingolipiden met complexere suikergroepen.
o Komen enkel exoplasmatisch voor (buitenste laag plasmamembraan).
o Zijn een aanhechtingsplaats voor antilichamen, toxines, eiwitten, glycolipiden, …
o De oligosachariden bepalen ook welke bloedgroep men heeft  bloedgroeptransfusieregels

Sterolen: zijn afgeleid van steroïden.

- Cholesterol: een amfipatisch sterol. Dient als precursor voor stoffen zoals cortisone, testosteron, Vit D,
estradiol,…
- Vitamine D wordt o.i.v. UV-licht uit cholesterol gemaakt, essentieel voor de Ca-opname. Bij gebrek aan
zon  rachitis (o.a. verstoorde botopbouw).



1

,BEWEEGLIJKHEID VAN LIPIDEN IN EEN BIOMEMBRAAN

Axiale rotatie: rotatie rond eigen as, hoofd blijft omhoog, kan men niet besturen.

Laterale diffusie: opschuiven in rij van membraan, bewegen binnen het blad. Kan gemeten worden door FRAP:
enige manier dat er terug fluorescentie komt in gebleachte gebied is wanneer er laterale diffusie plaatsvindt.
Opmerking: diffusie gebeurt 10x sneller in een artificiële fosfolipidedubbellaag.

Flip-flop: omspringen van rij in membraan, van ene blad naar andere blad. Energetisch ongunstig proces dat
enkel kan plaatsvinden wanneer enzym flippase (gebruikt ATP) aanwezig is. Meting flip-flop: fluorescente
fosfolipiden zitten in het buitenste blad van de fosfolipidedubbellaag.

- Eén groep fluorescente fosfolipiden wordt niet blootgesteld aan ATP, men voegt een quencher toe aan
de buitenzijde en daardoor verliezen de fosfolipiden hun fluorescentie enkel fluorescente moleculen
die in de binnenkant zitten blijven fluorescent.
- De andere groep komt wel in contact met ATP, die levert energie aan flippase, waardoor fosfolipiden
van het buitenste naar het binnenste blad getransporteerd worden. Zo zijn ze beschermd tegen de
quencher en blijven ze fluorescent.

Beweging van vetzuurstaarten: plooien, strekken, … wordt bepaald door:

- Temperatuur: hoe warmer, hoe meer chaotische bewegingen. Vetzuurstaarten meer geordend bij
lagere temperatuur.
- Aard/samenstelling van vetzuurstaarten – invloed van samenstelling op de vloeibaarheid – vetzuur-
staarten worden samen gehouden door:
o Hydrofoob effect: in waterige omgeving hebben niet-wateroplosbare stoffen de neiging naar
elkaar toe te komen. Elke stof opgelost in water wordt omgeven door een watermantel. Twee
kleine vetdruppels hebben elk een mantel. Bij samenkomst zijn ze omgeven door één grote
mantel. Een aantal watermoleculen zitten niet meer in de mantel maar kunnen vrij bewegen
 grotere entropie = energetisch gunstiger.
o Van der Waals-krachten: atomen stoten elkaar af zodra hun van der Waals-radius met elkaar
in contact komt  stabiliteit.

Verzadigde vetzuren: zonder dubbele binding, kunnen we zelf aanmaken. Een rechte structuur, gemakkelijk
dicht naast elkaar te plaatsen. Dicht contact tussen atomen van verschillende vetzuren  grotere Tsmelt. Heeft
een kortere staart  minder kans op interactie van de VDW-krachten  verhoogde vloeibaarheid.

Onverzadigde vetzuren: met cis-dubbele binding. Bepaalde onverzadigde vetzuren kunnen we zelf niet
aanmaken en moeten we uit voeding halen = essentiële vetzuren, vb.: omega-6-vetzuur: -C = laatste C,
gebruikt om aan te tonen wat de positie is van de dubbele binding vanaf het -C. Bij -6 zit een dubbele
binding tussen 6e en 7e C. Cis-dubbele binding  kink in structuur t.h.v. dubbele binding  moeilijk dicht bij
elkaar te plaatsen  lagere Tsmelt. Hoe meer dubbele bindingen, hoe meer kinken. Minder VDW-krachten 
verhoogde vloeibaarheid

- Cholesterol: door amfipatisch karakter kan het zich mengen tussen de staarten van fosfolipiden  rekt
de vetzuurstaarten meer uit, meer ordening  membraan wordt dikker  vloeibaarheid membraan
neemt af met de dikte  ontstaan van ‘lipid rafts’ = eilandjes te zien op AFM

Kromming van de membraan wordt bepaald door de lipidensamenstelling. Hoe kleiner de hoofdgroep, hoe
meer de membraan verkromt zal zijn. Veel processen waarbij membranen dynamisch van vorm veranderen.
Chemische samenstelling heeft belangrijke gevolgen voor de eigenschappen van het biomembraan.



2

, FUNCTIES VAN DE PLASMAMEMBRAAN


BARRIÈRE

Proteïnen in biomembranen zorgen voor geregelde permanentie; slechts een kleine fractie van de moleculen
kunnen doorheen het membraan diffunderen. Gassen (CO 2, N2, O2) en ethanol ondervinden geen hinder. Voor
H2O is het lichtjes permeabel. Voor ionen, geladen polaire moleculen (ATP, proteïnen,…) en grote ongeladen
polaire moleculen (fructose, glucose) is het impermeabel.

Osmotische druk: osmotische verschillen kunnen ontstaan door verschillen in permeabiliteit. H 2O verplaatst
zich naar de plek met hogere concentratie. Toepassing osmotische druk in planten: mechanisme waarmee
planten H2O van de grond tot boven in de blaadjes kunnen transporteren. Hoge suiker in de blaadjes door
fotosynthese  osmotisch verschil tussen blaadjes en grond  H2O tot in blaadjes zuigen.

- Hypotoon medium: H2O van buiten de cel naar binnen de cel  cel kan ontploffen.
- Hypertoon medium: H2O van binnen de cel naar buiten de cel  cel krimpt.


ELEKTRISCHE CONDENSATOR

Elk plasmamembraan = condensator  in elk plasmamembraan kan landing worden opgeslagen.


RESERVOIR VOOR SIGNAALMOLECULEN

Fosfolipasen (PLA1, PLA2, PLC, PLD = verschillende aangrijpingsplaatsen) splitsen fosfoglyceriden. Vb: PLC
splitst PIP2 tussen 3e C (glycerol) en fosfaat  genereert DAG en IP3. PIP2, DAG en IP3 zijn signaalmoleculen.


2D-VLOEISTOF

De membraan als 2D vloeistof: Er zitten verschillende eiwitten op membraan – drie soorten
membraanproteïnen

Integrale membraanproteïnen: peptideketen gaat één of meerdere keren doorheen membraan. Topologie:
ingebed in membraan met intramembranair, exoplasmatisch en cytosolisch deel. Hebben hydrofobe kern en
hydrofiele AZ-keten  zorgt voor een probleem; Oplossing:

- α-helix (meest gebruikt): heeft hydrofobe zijketens. 6 windingen (20-25 AZ) nodig om het hydrofobe
gedeelte te overbruggen. De R-groepen wijzen naar de buitenkant.
Hydropathy Analysis: transmembranaire helices identificeren uitgaande van AZ-sequentie. Positief =
transmembranaire sequentie = hydrofoob gedeelte, rode zones = α-helix lang genoeg om door
membraan te geraken. Negatief = hydrofiel gedeelte.
Single-pass membraanproteïne vs. multi-pass membraanproteïne: resp. kalium- vs. waterkanaal
(aquaporine).
- β-barrel: ‘tonnetje’ van β-sheets. Porines: kanalen in de buitenste membraan van een bacterie.

Membraanproteïnen met vetanker (covalent gebonden aan vetanker):

- Acylanker aan cytosolische zijde, zit in lipid rafts (COO -)
- Prenylanker aan cytosolische zijde, zit niet in lipid rafts (NH3+)
- GPI-anker (glucosylfosfatidylinositol) aan exoplasmatische zijde, zit in lipid rafts (suikers)




3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emolgr. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter