Een uitgebreide samenvatting van het boek Staatsrecht begrepen. Samenvatting bestaat uit ongeveer 30 pagina's. De onderwerpen die hierin genoemd worden zijn: het Koninkrijk der Nederlanden, de internationale rechtsorde, de centrale overheid, agentschappen en Zbo's, wetgeving, rechtspraak, decentral...
Samenvatting Staatsrecht - Staatsrecht begrepen - Staats en bestuursrecht (USG2060)
Samenvatting Staatsrecht begrepen HBO-Rechten
Samenvatting staatsrecht B&O BA2
Tout pour ce livre (18)
École, étude et sujet
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
HBO-Rechten
Staatsrecht
Tous les documents sur ce sujet (12)
3
revues
Par: xnadjiah • 1 mois de cela
Par: jetdemonnink1 • 1 année de cela
Par: 21021120 • 2 année de cela
Vendeur
S'abonner
birgitruiter
Avis reçus
Aperçu du contenu
Aantekeningen staatsrecht
Inhoudsopgave
1.2. Staat en staatsrecht.......................................................................................................................................3
1.10. Scheiding der machten.................................................................................................................................4
2.2. Het Statuut.....................................................................................................................................................8
3.4 Het internationale recht en Nederland...........................................................................................................9
4.8. De EU-rechtsorde..........................................................................................................................................10
5.4. Politieke partijen en fracties.........................................................................................................................13
5.8. Ministers en departementen........................................................................................................................15
5.10. Hoge colleges van staat.............................................................................................................................15
5.13. Nationale Politie.........................................................................................................................................16
5.14. Defensie......................................................................................................................................................17
5.17. Veiligheidsdiensten en NCTV......................................................................................................................17
6.2. Wet in materiële en formele zin...................................................................................................................18
6.3. Bevoegdheidsgrondslag voor wetgeving.....................................................................................................18
6.4. Wie maakt wetgeving en hoe?.....................................................................................................................18
6.5. Hiërarchie van wetgeving.............................................................................................................................20
6.6. Kwaliteit van wetgeving...............................................................................................................................20
8.2. Rechter, rechtsstaat en democratie.............................................................................................................21
8.3. Rechtspraak en rechterlijke organisatie.......................................................................................................22
8.4. Raad voor de rechtspraak............................................................................................................................22
10.3. Botsingen van grondrechten......................................................................................................................29
De centrale overheid is onderverdeeld in provincies, die weer onderverdeeld is in
gemeenten en waterschappen, deze verdeling noemen we territoriale decentralisatie. De
waterschappen zijn verantwoordelijk voor het waterhuishouden en waterbeheer.
In Nederland zijn er twee vormen van decentralisatie: autonomie en medebewind. Bij
autonomie gaat het eigenlijk om het overdragen van bepaalde bevoegdheden die ze zelf
gaan uitvoeren. Bij medebewind krijgt het medebewindorgaan de bevoegdheid/plicht om
mee te werken aan een hogere regeling.
Ministerraad bestaat uit alle ministers, art. 45 lid 1 Gw.
Regering bestaat uit alle ministers en de Koning, art. 42 lid 1 Gw.
Kabinet bestaat uit alle ministers en staatssecretarissen.
Parlement bestaat uit de eerste en tweede kamer.
Staten-Generaal bestaat uit de eerste en tweede kamer, art. 51 lid 1 Gw.
1.2. Staat en staatsrecht
Criteria van een staat zijn:
Het is een organisatie met overheidsgezag
Heeft betrekking op een bepaald grondgebied
Heeft geweldsmonopolie
Heeft soevereiniteit
Uit internationaal perspectief: de organisatie is erkend als staat door andere
staten, het gevolg hiervan is agressieverbod en recht op zelfverdediging.
Een staat heeft rechtspersoonlijkheid, hij kan deelnemen aan internationaal
rechtsverkeer en verdragen afsluiten, art. 2:1 BW.
1.3. Soevereiniteit
Als een staat soevereiniteit heeft dan heeft het: een eigen lotsbestemming, eigen koers,
hoeft het geen interventies van andere landen te dulden en mag het bedreigd of
aangevallen worden door andere landen. Soevereiniteit kan in verschillende contexten
gebruikt worden:
Interne soevereiniteit; autonomie bij het maken van eigen keuzes.
Soevereiniteit die aanduidt wie het hoogste gezag is binnen de staat.
Soevereiniteit die aanduidt wat de grondslag is voor het gezag.
Externe soevereiniteit; de rechten die het krijgt wanneer het internationaal erkend
is.
De structuur van de staat wordt de constitutie genoemd, de constitutie omvat regels
betreft bevoegdheden, instellingen, procedures, rechten van burgers, rechtspraak en
organen. In Nederland heet dit de Grondwet, dit is ook de reden waarom het in het Engels
de Constitution wordt genoemd.
1.7. Democratie
Directe democratie
De vertaling van democratie is ‘zeggenschap van het volk’. Het geeft de bevolking een
stem in de beslissingen door de overheid. Er zijn verschillende vormen, op het moment
, dat de bevolking zelf besluit heet dat directe democratie. Dit is erg lastig, maar ook vaak
omdat er een bepaalde deskundigheid nodig is voor beslissingen.
Indirecte democratie
Burgers kiezen bij deze variatie voor mensen die de beslissingen maken voor de burgers
en hun vertegenwoordigen.
Combinaties: het referendum als toevoeging
Indirecte democratie kan leiden tot een gevoel van burgers waarbij ze vinden dat niet
goed genoeg worden vertegenwoordigd, of dat er niet goed genoeg wordt geluisterd naar
de burgers. Om dit gat op te vullen kan er om de meningen van het volk gevraagd
worden door middel van een referendum. Dit gaat over een specifiek vraagstuk en kan
een bindend of raadgevend referendum zijn.
1.8. Kiesstelsel
Bij indirecte democratie, representatieve democratie, is er een kiesstelsel nodig waarbij
het volk goed vertegenwoordigd wordt. Een algemeen kiesstelsel heeft de volgende
eisen:
De verkiezingen voor de vertegenwoordigers moeten regelmatig plaatsvinden.
Het tellen van die stemmen dient zorgvuldig gedaan te worden (zonder corruptie).
De stemmingen dienen geheim te zijn.
De stemmingen dienen even zwaar te wegen.
Mogelijkheid tot stemmen moet er voor iedereen zijn.
De eisen voor het kandidaat stellen moet algemeen en duidelijk zijn.
Evenredige vertegenwoordiging
Dit betekent dat percentage stemmen op een vertegenwoordiger overeenkomst het met
percentage zetels.
Meerderheidsstelsel
Dit betekent dat de vertegenwoordigers die de meeste stemmen krijgen, zetels krijgen.
Het nadeel hiervan is wel dat de kleinere partijen hoogstwaarschijnlijk geen zetels
krijgen.
1.10. Scheiding der machten
Om machtsmisbruik te voorkomen bedacht Montesquieu het systeem Trias Politica,
scheiding der machten, art. 92 Grondwet. Er zijn 3 functies en machten, horizontale
scheiding der machten:
Naast horizontale scheiding der machten is er ook verticale scheiding der machten.
Verticale machtenscheiding vloeit niet direct voort uit de leer van Montesquieu en
betreft de spreiding van bevoegdheden over hogere en lagere overheidsorganen. Bij de
rechtsprekende macht zijn dat de rechtbanken > gerechtshoven > Hoge Raad.
1.11. Staatsvormen
Er zijn veel verschillende staatsvormen, de meesten kunnen onderscheiden worden
tussen:
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur birgitruiter. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.