Veroudering
H1: Geriatrische syndromen
1 Dementie
- Komt vaak voor, cijfers blijven stijgen (± 180 000 personen met dementie in België
- 1/3 v+85 leidt aan dementie
- Is gn ziekte, maar een syndroom met ≠ oorzaken
- Duurt tijdje voor het w gediagnosticeerd
iADL: instrumentele ADL = meer complexe
activiteiten (klusjes, activiteiten organiseren,
…)
1.1 Anamnese
- Soms klaagt pte zelf v geheugenverlies, maar meestal de omgeving
- W doorverwezen nr een geheugenkliniek
- Vaak gebeurt er een heteroanamnese, door de anosognosie (= het nt hebben v ziekte-
inzicht) dus heteroanamnese is belangrijk want k andere informatie geven
- Mini-mental-status examination: gaat # cognitieve dingen overlopen in een test
§ Desoriëntatie in tijd/ ruimte
§ Inprentingsvermogen
§ Aandacht en werkgeheugen
§ Geheugen
§ Taal
1
, Veroudering
1.4 Alzheimer’s Dementia (AD)
- Belangrijk teken: verandering i/d tijd i/d mate v functioneren.
- Al jaren voordat klinische diagnose w gesteld, functioneren mensen op een lager niveau.
- Naarmate het voortschrijdt, neemt het vermogen om alledaagse handelingen te verrichten
af.
Studie: cohorten opvolgen, gaan kijken wie dementie
heeft en wie nt.
Medicatie, vervoer en geldzaken is al # jaar voordien
zichtbaar bij mensen die dementie ontwikkelen.
Eerst gaan de complexe taken achteruit, nadien de
basale activiteiten.
- Heel typisch progressief over maanden tot jaren
- Duidelijk verhaal v achteruitgang v cognitieve vaardigheden
- 2 types: anamnestische (meest voorkomend) en nt-anamnestische
§ Anamnestische presentatie: moeilijkheiden in aanleren en oproepen nieuwe info, 1
ander cognitief domein is ook aangetast.
§ Nt-anamnestische presentatie: nt zozeer de geheugenproblematieken maar eerder
taaldeficit, visuospatiële, executieve dysfunctie.
Medicatie: enkel symptomatische therapie, gaat symptomen verzachten. We willen nr oorzakelijke
behandeling (vb. ingrijpen op amyloïdcascade).
1.5 Gedragsveranderingen
- Dementie verloopt traag progressief en bij een normaal bewustzijn à belangrijk i/d
differentieel diagnose.
- Gedragsveranderingen (k heel uitlopend zijn)
§ Humeurschommelingen
§ Decorumverlies
§ Paranoïde of psychotische kenmerken
1.6 Oorzaken van dementie
- Frontotemporale dementie
- Dementie met Lewy Bodies
- Vasculaire dementie
- Ziekte v Alzheimer
3
, Veroudering
Vasculaire dementie
- Dementie – cerebrovasculaire aantasting
- Meestal acuut begin, gaat vaak gepaard met CVA
- Stapsgewijs plots nr beneden
- Risicofactoren
2 Depressie
Risicofactoren
- Chronische medische aandoeningen
- Cognitieve stoornis
- Verminderde zelfredzaamheid
- Opname in instelling
- Ouder w is risicofactor op zich
Symptomen
- Neerslachtigheid gedurende grootste deel vd dag
- Anhedonie: verlies v interesse, betrokkenheid of plezier
- Vitaal syndroom (eetlust, verstoord dag/ nachtpatroon, seksueel)
- Psychomotorische rusteloosheid of remming
- Verlies v E of vermoeidheid
- Cognitie (concentratie en geheugen)
- Negatief zelfbeeld, zelfverwijt, schuldgevoelens
- Terugkerende gedachten over de dood, doodswens, suïcidale gedachten à altijd nagaan!
- Angstig, prikkelbaar, emotionele instabiliteit
2.1 Criteria voor depressie
- Majeure (≥ 5) vs mineure (<5) depressieve episode/ minimaal 2 weken
- Significante invloed op het sociaal functioneren, beroep of andere belangrijke dingen
- Gn direct gevolg v medicatie, drugs of lichamelijke aandoening/ gn rouw
- Psychotische symptomen (wanen en hallucinaties)
- Klagen meer over vage symptomen (hoofdpijn, moeheid, constipatie, …
- Ontkennen gevoelens meer, moeilijker om over te praten
- Slaapstoornissen
- Grijpen meer nr alcohol en middelenmisbruik
Behandeling: medicatie, psychotherapie en ECT (electroconvulsietherapie).
5