Uitwerking tutorial 6 van Openbaar Bestuur. Het gaat o.a. over art. 172, 175, en 176 Gemeentewet, art. 13 Opw, bevoegdheden van de burgemeester m.b.t. openbare orde, en de regelgeving omtrent de coronamaatregelen.
Bijeenkomst 6 – Handhaving openbare orde
Er zijn specifieke bevoegdheden en de vergaarbevoegdheid van lichte bevelsbevoegdheid; ken de
verschillende voorwaarden uit de artikelen (zie presentaties/bijeenkomst) waaraan voldaan moet zijn
om bevoegdheid te mogen toepassen.
Literatuur: bestuurlijke ophouding. Als het aan bod komt eerder relevant als annotatie.
Taak 6.1 – Artikel 172 Gemeentewet
Van oudsher vinden de burgemeesterlijke bevoegdheden hun grondslag in algemene bepalingen in de
Gemeentewet, met artikel 172 Gemeentewet als fundament. Op grond van dit artikel zijn verschillende
‘nieuwe’ instrumenten ter handhaving van de openbare orde tot ontwikkeling gekomen. Sommigen
zijn daarop voorzien van een eigen ‘solide’ wettelijke grondslag. Voor andere bevoegdheden geldt dat
moet worden teruggegrepen op art. 172 Gemeentewet.
Artikel 172
1. De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde.
2. De burgemeester is bevoegd overtredingen van wettelijke voorschriften die betrekking
hebben op de openbare orde, te beletten of te beëindigen. Hij bedient zich daarbij van de onder
zijn gezag staande politie.
3. De burgemeester is bevoegd bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor
het ontstaan daarvan, de bevelen te geven die noodzakelijk te achten zijn voor de handhaving
van de openbare orde.
4. De commissaris van de Koning geeft, indien een ordeverstoring van meer dan plaatselijke
betekenis dan wel ernstige vrees voor het ontstaan van zodanige ordeverstoring zulks
noodzakelijk maakt, de burgemeesters in de provincie zoveel mogelijk na overleg met hen, de
nodige aanwijzingen met betrekking tot het door hen ter handhaving van de openbare orde te
voeren beleid. De aanwijzingen worden zo enigszins mogelijk schriftelijk gegeven.
Wat houdt de lichte bevelsbevoegdheid in?
De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde (art. 172(1)
Gemw). Hiertoe verkrijgt de burgemeester op grond van de Gemeentewet enkele
bevoegdheden, waarvan art. 172(3) er eentje is;
In de parlementaire geschiedenis is deze bevoegdheid een ‘lichte bevelsbevoegdheid’
genoemd, bestemd voor situaties waarin niet direct duidelijk is dat er strafbare feiten zijn
begaan, maar optreden om de openbare orde te herstellen wel noodzakelijk is;
De Afdeling: een verstoring van de openbare orde of ernstige vrees daarvoor kan ontstaan
door ‘uiteenlopende feiten en omstandigheden’, die in art. 172(3) Gemw niet nader zijn
omschreven, evenmin als de inhoud en reikwijdte van de bevelen die de burgemeester mag
geven. Dientengevolge is de burgemeester ‘een aanzienlijke beoordelingsruimte gelaten om te
bepalen of de openbare orde is verstoord dan wel ernstige vrees daarvoor bestaat en welke
maatregelen daartegen moeten worden genomen’;
Dit is een bewuste keus van de wetgever. ‘Als de burgemeester zich onverwacht
geconfronteerd ziet met een verstoring van de openbare orde of indien daar ernstige vrees voor
bestaat, heeft hij op grond van deze bepaling de bevoegdheid om daartegen op te treden door
het geven van bevelen die op de desbetreffende situatie zijn toegesneden;
Niettemin dient de burgemeester bij de uitleg en de aanwending van deze bevelsbevoegdheid
‘rekening te houden met het feit dat de bevelen zeer beperkt voorzienbaar zijn en dat daardoor
afbreuk kan worden gedaan aan de rechtszekerheid’.
,Hoe zit het met bevel tegen slachtoffers van openbare ordeverstoringen?
De rechter heeft toelaatbaar geacht dat de bevelsbevoegdheid om maatregelen te nemen ook
tegen slachtoffers van (dreigende) openbare ordeverstoringen wordt gebruikt.
Rb. ’s-Hertogenbosch (vzr.) 2 november 2011, ECLI:NL:RBSHE:2011:BU2968
De voorzieningenrechter vond het toelaatbaar dat de burgemeester van Eindhoven aan een
inwoner van die stad wiens woning met een automatisch wapen was beschoten, het bevel gaf
zijn woning gedurende drie maanden te verlaten en zich niet te begeven in een begrensd
gebied rond die woning.
Rb. Oost-Brabant (vzr.) 14 april 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:2161
De voorzieningenrechter achtte een gebiedsverbod dat werd opgelegd aan iemand die
vermoedelijk doelwit was van een beschieting van zijn woning gerechtvaardigd. De stelling
van de man dat waarschijnlijk niet hij, maar zijn schoonmoeder het doelwit van de aanslag
was werd niet gevolgd, evenmin als de suggestie dat de aanvallers het ook op zijn echtgenote
gemunt konden hebben.
Welk spanningsveld neemt men waar?
De ‘lichte’ bevelsbevoegdheid dankt haar naam aan het beoogde doel ervan als instrument
voor de burgemeester waarmee hij bij acute ordeverstoringen met behulp van de politie
onmiddellijk in kan grijpen om zo de openbare orde te herstellen.
Is de Gemeentewet een “wet in formele zin” die de grondrechten kan inperken?
Op grond van art. 175 Gemw (de noodbevelsbevoegdheid) mag de burgemeester bij een
noodbevel afwijken van ‘andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften’. Art. 172 biedt
die mogelijkheid niet, gelet op de subsidiariteit (is er een andere bevoegdheid – gebruik deze
dan. Gebruikt men toch 172(3) Gemw, dan mag het geen inbreuk maken op bestaande
regelgeving).1 Men mag bij de lichte bevelsbevoegdheid geen inbreuk maken op andere
wetgeving, anders dan art. 175 en 176 Gemw.
De vraag is of dit het ‘lichte’ karakter van art. 172(3) Gemw ten opzichte van de
noodbevoegdheden onderstreept. Volgens de beperkingssystematiek van de Grondwet kunnen
in de Grondwet vastgelegde rechten worden ingeperkt, maar daarvoor is altijd een basis in een
formele wet nodig. De vraag is of een zeer ruim omschreven bevoegdheid als die van art. 172
lid 3 Gemw, een voldoende specifieke wettelijke grondslag biedt voor zo’n inperking.
Diezelfde vraag is overigens ook gerechtvaardigd bij het gebruik van een noodbevel.
Uit de hiervoor genoemde kritische uitspraken van een aantal voorzieningenrechters, maak ik
op dat zij vooral moeite hebben met de combinatie van de als ‘licht’ bedoelde
bevelsbevoegdheid voor het opleggen van een maatregel die onmiskenbaar een inperking van
grond- en verdragsrechten betekent (o.a. artikel 10 Gw, art. 8 EVRM, art. 2 Protocol 4
EVRM).
Spanning met het rechtszekerheidsbeginsel
De afdeling wijst tevens op de spanning met het rechtszekerheidsbeginsel, nu de maatregelen
die de burgemeester kan nemen niet nader in de bepaling staan omschreven.
Zie eveneens: Afdeling 14 december 2016
1
Denk aan grondrechtenschendingen; apv-artikelen. Wanneer de burgemeester bijv. bepaalt dat een gebied ontruimd moet worden, betekent
dit niet dat tevens inbreuk wordt gemaakt op grondrechten. Dit is immers van korte duur; geldend voor een bepaald gebied; specifieke
maatregel. De mensen wordt immers niet voor langere duur verboden het gebied te betreden, dit geldt slechts voor een bepaald moment.
, De Afdeling beantwoordt allereerst de vraag of het een bepaling betreft in de sfeer van de
openbare orde. Dit is het geval, gelet op het oogmerk om gevaar, schade en overlast te
voorkomen, wordt met het artikellid een invulling gegeven aan het in Hilversum gewenste
niveau van orde en rust in het openbare leven.
Vervolgens wordt de vraag beantwoord of met het nemen van een besluit als bedoeld in de zin
van de APV invulling wordt gegeven aan het begrip handhaving van de openbare orde als
bedoeld in art. 172(1) Gemw, ten aanzien waarvan de burgemeester exclusief bevoegd is.
Blijkens de wetgeschiedenis dient onder ‘handhaving’ van de openbare orde het ‘feitelijk
herstellen en bewaren’ van de openbare orde te worden verstaan. Dit is niet het geval bij het
voorliggende artikellid van de APV. Op grond van dit artikel kan een vorm van nadere
regelgeving op het terrein van de openbare orde worden vastgesteld. De bevoegdheid daartoe
kan (ook) aan het college worden toebedeeld.
Conclusie: geen strijd met art. 172(1) Gemw. Eveneens is de uitzondering van art. 160(1)
Gemw niet van toepassing, en dus mocht de aanwijzing van een gebied in de zin van de
voorliggende APB aan het college worden toebedeeld.
NB: De vraag naar de verbindendheid van algemeen verbindende voorschriften wordt door de
rechter exceptief getoetst. De exceptieve toetsing houdt in dat de rechter een niet door de
formele wetgever gegeven voorschrift buiten toepassing dient te laten, indien dit voorschrift in
strijd is met een hogere regeling of met een algemeen rechtsbeginsel.
De burgemeester heeft verschillende bevoegdheden:
Specifieke instrumenten: art. 175, 176, 174a Gemw, 13b Opw
Algemeen instrument: 172 Gemw
De lichte bevelsbevoegdheid (art. 172(3) Gemw) mag echter niet te pas en te onpas ingezet
worden. In het verleden deden burgemeesters dit wel.
Wanneer is het, gelet op de specifieke bevoegdheden, gepast om de lichte bevelsbevoegdheid
toe te passen?
Literatuur: 1) onmiddellijkheid; 2) acuut situatie was op voorhand niet te
voorzien; men kon niet weten dat de bevoegdheid nodig zou zijn.
De subsidiariteit is hier belangrijk: er is geen ander instrument (niet in een apv,
andere wet, of ander artikel in de Gemeentewet), dat men in deze specifieke
situatie kan inzetten ultimum remedium
De lichte bevelsbevoegdheid is van kortere duur.
o Bij preventief fouilleren weet men bijvoorbeeld reeds op voorhand dat er
iets moet gebeuren. Het is daarnaast een bevoegdheid die langer ingezet
wordt. Dit leent zich dus al niet voor art. 172(3) Gemw.
‘Handhaving’ dient beperkt uitgelegd te worden: alleen het feitelijk herstel of
handhaven van openbare orde (ABRvS 14 december 2016).
Niks anders voorhanden en acuut handelen is geboden? Dan kan de lichte
bevelsbevoegdheid inzetten.
NB: art. 172 Gemw is géén herstelsanctie: art. 13b Opw is dit wel. Er wordt immers geen
situatie hersteld naar de ‘normale situatie’. Art. 172(3) Gemw is tijdelijk, en dit karakter
strookt niet met een herstellende sanctie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur robinUM. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.