Alles wat je nodig hebt voor het tentamenonderdeel verandercommunicatie (blok 2.4). Bestaat uit:
- 5 flitscollege's
- Samenvatting van hfst 1 tm 8 Reijners - basisboek interne communicatie
- 10.4, 11.5 en 13.5 uit Handboek organisatie & Management (marcus & van Dam)
Goede samenvatting interne communicatie met veel plaatjes uit boek
Tout pour ce livre (24)
École, étude et sujet
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Communicatie
Verandercommunicatie
Tous les documents sur ce sujet (4)
Vendeur
S'abonner
maureenhalbersma
Aperçu du contenu
Verandercommunicatie
Flitscollege 1 Context
Context: de totale omgeving waarin iets betekenis krijgt.
OF
Context: de achtergrond of referentie van een uitdrukking, idee of gebeurtenis waaraan het
zijn betekenis ontleent.
Context bij verandering: alle omstandigheden waar je rekening mee moet houden bij een
verandering. Je moet dus de context kennen
Organisatiecontext:
- Macro: niet of nauwelijks te beïnvloeden: DESTEP-factoren
- Meso: externe actoren (mensen, stakeholders, betrokkenen) waarmee kan worden
gecommuniceerd en waarmee transacties kunnen plaatsvinden
- Micro: het krachtenveld binnen de organisatie: 7S model
Al het andere berichtenverkeer bij communicatie:
- Hebben bepaalde termen, woorden of verhalen een bepaalde lading gekregen?
- Beleveniswereld van de betrokkenen
- Context is dus bepalend voor interpretatie en betekenisgeving in de organisatie.
Context & Cultuur
1. Laagcontext communiceren:
o Alle informatie die nodig is om een bericht te kunnen begrijpen is opgenomen
in het bericht zelf
o Recht voor zijn raap: duidelijk, onpersoonlijk, zakelijk
o Veelal te vinden in Amerikaanse en West-Europese culturen
2. Hoog context communiceren:
o De meeste informatie van een bericht is vervat in de context
o De woorden die er gesproken worden zijn ondergeschikt aan datgene wat er
niet wordt gezegd
o De wijze waarop iets wordt gezegd en de situatie waar iets wordt gezegd, is
belangrijker dan wat er wordt gezegd
o Vooral Aziatische en Arabische culturen
o De bedoelingen van de gesprekspartner moeten afgeleid worden uit:
De relatie met die gesprekspartner
Referenties aan gebeurtenissen uit het verleden
Entourage: plaats en omstandigheden
Gebaren, emoties, blikken
Spreektempo, intonatie, pauzes
o Belangrijk: veel tijd steken in persoonlijk contact en het opbouwen van een
relatie
,Laagcontext cultuur: Al het andere berichtenverkeer voor en tijdens communicatie
- WAT wordt gecommuniceerd?
Hoog context cultuur: Waar te nemen signalen en omstandigheden voor en tijdens
communicatie
- Het gaat hier dus meer om HOE dan WAT wordt gecommuniceerd
Cultuur ontstaat door communicatie
- Nieuw? Elkaar leren kennen Laagcontext cultuur
o Weinig gedeelde kennis in ervaringen, normen en waarden
o Weinig gedeelde sociale context
- Leren kennen? meer hoog-context
Cultuur & Verandering
- Een (organisatie)cultuur is lastig te veranderen: ingeslepen patronen,
betekenisgevingen en gewoonten
- Cultuur wordt gevormd door interactie en communicatie, verandering: communicatie
- Waarom weerstand? Waarom zijn ingeslepen patronen moeilijk te veranderen.
- De harde S’en makkelijk te veranderen, de zachte S’en (menselijke factoren) moeilijk
te veranderen
Een (stabiele) culturele context:
- Het geeft houvast in betekenisgeving
- Een gemeenschappelijk referentiekader maakt communicatie en betekenisgeving
eenvoudiger
- Het geeft rust en zekerheid
- Ingeslepen patronen kosten minder energie en geven minder stress
Dit wil men dus niet snel opgeven
Verstoring van balans zorgt voor …
- Onrust
- Onzekerheid
- Weerstand
Tenminste …
- Bij een niet zelf gekozen verandering
Oorzaken van verandering, waarom zou je veranderen?
1. Omgevingsfactoren
o Macro-, meso- of micro-omgeving vraagt om verandering
2. Ambitie van de directie: concurrentievoordeel
3. Persoonlijke verandering
,Flitscollege 2 Organisatiecontext
Organisatiecontext kijken naar het 7S model: de specifieke context waarbinnen de interne
communicatie plaatsvindt.
Waar moet je rekening mee houden bij verandercommunicatie?
- Wat is dit voor type organisatie?
- Welke doelen streeft het na?
- Wat zijn de specifieke kenmerken?
- Hoe is samenwerking georganiseerd?
Een organisatie volgt een constante cyclus van richten, inrichten en verrichten:
- Richten (beleidsbepaling): visie – missie – doelen – strategie
- Inrichten: het organiseren van de bedrijfsvoering en samenwerking (7Sen)
- Verrichten: samenwerken om doelen te realiseren (resultaten)
Communicatie in organisaties is ook gericht op deze processen:
Samenwerking en de rol van communicatie hierbij …
- Samenwerking vraagt om afstemming en coördinatie van communicatie
- Reijnders spreekt in dit verband van de smeer-, bind- en interpretatiefunctie van
interne communicatie
- Communicatie zelf is geen doel, het is een middel om doelen te behalen
Smeerfunctie: houdt in dat werkzaamheden efficiënt worden uitgevoerd omdat mensen
weten wat ze moeten doen en waarom. Niet alleen hoe hij of zij zijn eigen doelen behaald,
maar ook hoe dit in het grote geheel past.
Bindfunctie: houdt in dat medewerkers zich verbonden voelen met de bedrijfsdoelen en de
missie
Interpretatiefunctie: houdt in dat je op verschillende manieren naar een onderwerp kan kijken
en je in dialoog een gedeeld perspectief kan creeëren. Open communicatie is hierbij
, belangrijk. Formele en informele communicatie lopen langs elkaar. Deze stromen vullen
elkaar niet aan, maar zorgen voor 2 verschillende verhalen.
Verandering geeft een andere invulling en configuratie van de zeven S’en:
- Verandering = een of meer S’en veranderen
- De samenwerking wordt anders ingevuld
- Patronen worden doorbroken
Verandering eist meer dan interne communicatie
- De smeer-, bind- en interpretatiefunctie om tot nieuwe vormen van samenwerking te
komen
- Alle soorten (taak-, beleid-, beheer-, en sociale informatie) moeten goed in gang
gezet worden
- Informatie-uitwisseling vindt zowel formeel als informeel plaats: let goed op de
verhoudingen tussen beide…
Formele en informele communicatie en de mogelijke verhoudingen tussen beide:
- Verlengstuk: elkaar aanvullen
- Oppositie: elkaar bestrijden
- Alternatief: elkaar erkennen
- Non-verhouding: onverschillig, staan los van elkaar
Organisatiecontext (inrichting):
Inzicht aan de hand van de 7 S’en
- Deze 7 S’en zijn in principe eindeloos te variëren en te combineren
- Zijn er overeenkomsten in configuraties te vinden?
Mintzberg & organisatieverandering
Organisaties met overeenkomstige configuraties:
Meeste organisaties zijn echter hybride vormen (kenmerken van … maar ook van …)
Ondernemers organisatie:
Kracht: slagvaardigheid
- Relatief kleine organisatie
- Ondernemer meestal opzichter en heel sterk sturende rol
- Bij de start van het bedrijf is de ondernemer vaak alleen: heeft deze succes dan
komen er medewerkers bij
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maureenhalbersma. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.