Micro-economie Macro-economie
Gedrag van individuele entiteiten Gedrag van gehele economie
Reële sector met meerdere goederen, Reële sector met één geaggregeerd goed,
marketn en prijzen één prijs
Geldmarkt, financiële markt, wisselmarkt
Micro-economie
= deel van de economische wetenschap, dat de economische activiteiten van individuele bedrijven
en gezinnen bestudeert in verband met beslissingen maken en hoe ze met elkaar interageren met
elkaar in de markt.
Macro-economie
= de studie van de economie in zijn geheel
Het doel van macro-economie is om de economische veranderingen te verklaren die invloed hebben
op de huishoudens, bedrijven en markten tegelijkertijd.
Micro en macro-economie zijn sterk gelinkt aan elkaar
Macro economie geeft antwoord op volgende vragen:
Waarom is het gemiddelde inkomen hoog in sommige landen en laag in andere?
o Onderwijs,
o Kapitaalgoederen
o Technologie
o Wetgeving
o Politieke stabiliteit Bv. Oorlog
o Klimaat
Waarom stijgen prijzen snel over sommige periodes en zijn ze meer stabiel over andere
periodes?
Waarom nemen productie en arbeid toe in sommige jaren en af in andere jaren?
o Productie en arbeid staan in verband met werkloosheid
o Minder groei Hogere werkloosheid
1
,Hoofdstuk 1. Measuring a Nation’s wellbeing and the price
level
1. De natuur van Macroeconomie
Zie H1: inleiding
Niveaus van welzijn
Subjectief welzijn verwijst naar de manier waarop mensen hun eigen geluk evalueren.
Objectief welzijn verwijst naar maatstaven voor de kwaliteit van het leven en maakt gebruik
van indicatoren zoals opleidingsniveau, maatstaven voor de levensstandaard,
levensverwachting.
Landen met een hoger nationaal inkomen hebben beter onderwijs, betere huisvesting enz.
2. De inkomsten en uitgaven van de economie
Hoe controleren economen de prestaties van de globale economie
Kijken naar totale inkomen dat iedereen binnen de economie verdient, nationaal inkomen
GDP = Gross domestic product
GDP is een maat voor het inkomen en de uitgaven van een economie
Voor de economie in zijn geheel moeten de inkomst = de uitgaven omdat:
- Iedere transactie een koper en verkoper heeft
- Iedere euro die uitgegeven wordt door een koper een inkomen is voor een verkoper
- Illustratie: the circular-flow diagram
2
,The circular flow diagram:
Huishoudens kopen goederen en diensten van bedrijven; bedrijven gebruiken dit geld om
middelen te betalen die van huishoudens zijn gekocht.
Wanneer huishoudens inkomen ontvangen, wordt een deel van het inkomen gespaard (S),
dit zorgt voor de financiering van financiële instellingen. Een deel van het inkomen wordt
belast (T). De belastingen kunnen door de overheid worden gebruikt bij aankopen (G) zoals
onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur.
Sommige producten en diensten kunnen worden gekocht uit andere landen als import (M)
en sommige diensten en producten kunnen in het buitenland worden verkocht als export (X).
Sommige bedrijven zullen (I) investeren in nieuw kapitaal.
Lekkages zijn T (belastingen) + S (sparen) + M (import)
Injecties in de economie komen van G (goverment borrowing), X (export) en I (inkomen)
3. Het meten van het BBP
GDP is een maatstaf voor het inkomen en de uitgaven van een economie.
= Bruto binnenlands product (BBP)
= de totale marktwaarde van alle finale goederen en diensten die in een bepaalde periode in
een land worden geproduceerd.
o Marktwaarde: output wordt gewaardeerd aan de marktwaarde
o Finaal: Enkel de waarde van de finale, afgewerkte goederen wordt in achting
genomen, niet de waarde van de tussen/ hulpproducten (deze worden afgetrokken).
o Goederen en -diensten: materiële (voedsel, kledij, voertuigen) en immateriële
(kappers en huishouden).
o Geproduceerd: in de welbepaalde periode die in achting wordt genomen. Geen
transacties die in het verleden werden gemaakt (bv. tweedehands)
o land: binnen de geografische grenzen van een land (dus ook migranten)
o bepaalde periode: per jaar
Andere maatstaven van inkomen
Gross national product (GNP) is het totale inkomen het totale inkomen verdiend door de
permanente inwoners van een land (de zogenaamde staatsburgers).
Netto nationaal product (NNP) is het totale inkomen van de ingezetenen van een land (BNP)
minus verliezen door waardevermindering (depreciation)
o Waardevermindering is de slijtage van de voorraad apparatuur en constructies in de
economie, zoals het roesten van vrachtwagens en het verouderen van computers.
Nationaal inkomen (NY) (BNP) is het totale inkomen dat door de inwoners van een land
wordt verdiend bij de productie van goederen en diensten bv. Ook dividenden
Persoonlijk inkomen is het inkomen dat huishoudens en niet-zakelijke bedrijven ontvangen.
Beschikbaar persoonlijk inkomen is het inkomen dat huishoudens en niet-zakelijke bedrijven
over hebben nadat ze aan al hun verplichtingen jegens de overheid hebben voldaan (zowel
subsidies als belastingen)
3
, 4. De componenten van het GDP (BBP)
GDP omvat niet:
- De meeste producten die thuis worden geproduceerd of geconsumeerd en die nooit op de
markt komen (bv. groenten uit eigen groententuin, kinderopvang door grootouders, ..)
- Illegale goederen zoals bv. Drugs
! sinds 2014 worden wapens, drugs en prostitutie wel meegeteld
Verhogen van het GDP zorgt ervoor dat de schuldgraad daalt, met een lage schuldgraad kunnen
landen meer lenen
schuldgraad = totale staatschuld/ BBP
Y = C + I + G + NX
- Y = GDP = BBP
- C = Consumptie: de uitgaven van huishoudens aan goederen en diensten. Uitzondering:
kopen van huisvestiging.
- I = Investeringen: de uitgaven aan kapitaalgoederen, voorraden en structuren ( = niet-
residentieel ) ook de aankoop van huisvestiging ( = residentieel)
- G = government purchases = overheidsbestedingen:
De uitgaven aan goederen en diensten van lokale en centrale overheden, omvat geen
transferbetalingen ( bv. werkloosheidsuitkering) omdat het betalingen zijn waar geen goed
of dienst tegenover staat.
- NX = netto export : Export – Import (geproduceerd in het buitenland)
GDP per capita: GDP / populatie van een land om zo het nationaal inkomen per inwoner te bekomen,
dit is gemakkelijker om te vergelijken tussen landen
5. Reëel vs. Nominaal GDP
Om een nauwkeurig beeld van de economie te krijgen, zetten economisten het nominaal GDP om
naar het reëel GDP met een GDP delfator.
Nominaal GDP waardeert de productie van goederen en diensten aan huidige prijzen. Berekend door
output te vermenigvuldigen met de huidige prijzen.
nominaal BBP = Q . P
Als BBP groeit:
- Je wordt productiever
- Inflatie (prijzen stijgen)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marketingstudente. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.