Nefrologie
• Doel
o Herkennen nierptn
o Interpretatie labo resultaten, aanvraag labo
o Ernst/complicaties inschatten
o Diagnostisch uitwerken/doorverwijzing
o Behandeling/preventie
• Theorie: anamnese met klachten, symptomen, klinisch onderzoek, urine, bloed, anderen
investigaties
• Praktijk: Klachten, symptomen en/of urine, bloed: nierziekte X, nierziekte Y en ziekte Z
• Cursus: tussen haakjes wel kennen, cursief niet kennen
1. Onderzoeksmethoden
• Bevloeiing en filtratie
o A renalis (1.2l/min) → aff arteriolen bevloeien glomeruli → capillaire lissen (20% vh
plasma treedt uit bloedbaan en w opgevangen in ruimte Bowman) = prim urine →
resterend bloed verlaat glomerulus via efferente arteriole
o Prim urine lijkt sterk op plasma (maar zonder eiwitten < 40.000D)
o Tubulus: resorptie Na, K, HCO3, Ca, PO4, H2O, glucose en AZ
o Distale tubulus en ductus colligens: fijnregeling NaCl (via ANP) en H2O (via ADH)
o Ductus colligens: zuursecretie
• Endocriene functie (epo, renine, omzetting VitD) en autocriene functie (endothelines, PG)
• Onderzoeksmethoden
o Anamnese en nazicht medisch dossier, KO, urineonderzoek, bloedonderzoek en
bepaling nierfunctie, beeldvorming (echo urinaire tractus, duplex a en v renalis, CT,
MRI, isotopenscan), nierbiopt, onderzoeken ter evaluatie schade aan andere organen
(oogfundus, echocardio, ECG)
1.1 Inleiding
• Functie nier: eliminatie afvalstoffen: glomerulaire filtratie, tubulaire secretie, katabolisme
• Onderscheid prerenaal, renaal/parenchym en postrenaal nierlijden
o Prerenaal: onvoldoende perfusiedruk
o Postrenaal: urine vloeit onvoldoende af
• Glomerulus
o Onderdeel van nier waar filtratie optreedt: GFR =
glomerulaire filtratie snelheid = 125ml/min of 180 l/24u
o Cut off permeabiliteit: 40.000 Dalton
o 2 delen: bloed en tubulair
▪ Blind eindigend stuk tubulus (bruin) geplakt tegen
capillaire lis = overgang van plasmawater naar
ultrafiltraat/prim urine
• Nefron
o Glumerulus → tubulair systeem
o Doel
▪ Prim urine modifiëren
▪ Tubulaire secretie afvalproducten/GM
1
, o Prox: resorptie zout, bicarbonaat, glucose
o Henle: water
o Dist: fijnregeling (bv K)
• Nier: bloedvaten, nefron (glomeruli en tubuli), interstitium, afvoersysteem urine
• Tabel
Prerenaal Renaal Renaal Renaal Renaal Postrenaal
Bloedvaten Glomeruli Tubuli Interstitieel
Acuut
Chronisch
• Anamnese: klachten en symptomen, medicatie (NSAID, ACEI, ARB, AB, chemo),
voorgeschiedenis/vroegere onderzoeken, beroep/hobby, familiale anamnese
o Klachten gerelateerd aan nierlijden zelf, hypertensie, volumeoverbelasting,
onderliggende ziekte, …
o Acute nierinsufficiëntie: oligurie, dyspnoe, nausea, braken, algemeen ziektegevoel
▪ Sterk wisselende diurese: kan wijzen op intermittente urinaire obstructie
o Chronische nierlijden: aspecifiek, laattijdig (GFR<20ml/min), traag progressief
• KO
• Nierpalpatie: re caudaal v li (dr lever li)
1.2 Urine onderzoek
• Macro (visueel), dipstick, sediment, chemische analyse, kweek
1.2.1 Visueel en dipstick
• Visuele inspectie
o Zeer donkeren urine: hemoglobinurie
▪ Hb komt in de urine door hemolyse
o Bruine urine: leverfalen met hyperbilirubinemie
o Pyurie = troebele urine door WBC
o Schuimende urine: proteïnurie
o Gedilueerde urine: nefropathie, veel drinken
• Dipstick: RBC, WBC, cilinders, kristallen, eiwit, kweek, ionen, osmol (hypoNa), glucose, pH
o Positief vr vrij Hb, myoglobine of RBC: verder onderzoek met urinesediment
o Positief vr eiwit: steeds kwantificatie
1.2.2 Urinesediment
• Urinesediment: centrifugeren urine (max 2u na mictie)
o RBC, WBC, kristallen, cilinders, bacteriën, epitheelcellen
2
, o RBC <25/𝜇l (of max 5/veld), WBC <25/𝜇l, plaveiselepitheel 25/𝜇l
o Hyaliene cilinders: 3/𝜇l
o Pathologische cilinders: 1/𝜇l
RBC: hematurie
• Hematurie vs hemoglobinurie/myoglobinurie/rode kleurstof: centrifugeren
o Hematurie: bezinking RBC
o Hb: vrije kleurstof (kleurstof niet intracellulair)
• Hematurie: vorm RBC
o Isomorf: bloeding in urologische tractus
o Afwijkende RBC (acanthocyten): glomerulaire hematurie
o Oorzaken rode urine na lichamelijke inspanning
▪ Glomerulaire hematurie, inspanningshematurie, opstoot IgA nefropathie
▪ Hemoglobinurie door traumatische hemolyse (trauma rode bloedcellen thv
voeten)
▪ Myoglobinurie door rabdomyolyse
▪ Traumatische niet glomerulaire hematurie (trauma nieren/of blaas)
Leukocyten, tubulaire cellen, kristallen en cilinders
• Leukocyten: infectie
o Geen groei bij kweek (steriele leukocyturie): mycoB tuberculosis, AB vr afname
urinekweek, papilnecrose, acute interstitiële nefritis, nefrolithiasis, chlamydia,
anaerobe bacteriën
o Eosinofielen: acute allergische interstitiële nefritis, cholesterolembolen thv nier
• Tubulaire cellen: tubulusnecrose, acute interstitiële nefritis
• Kristallen
o Veel Ca-oxalaat en urinezuurkristallen: saturatie met mogelijks steenvorming.
o Cystinekristallen: cystinurie
• Cilinders = agietsel v tubulus
o Tamm Horsfall Mucoproteïne: gemaakt in Henle, niet patho
o Cilinder met RBC: zeker dat RBC in de tractus zitten voor de tubuli (in de nier)
▪ Steeds patho: glomerulonefritis, ernstige interstitiele nefritis
o WBC: nierinfectie of niet-bacteriële inflammatie (acute interstitiële nefritis)
o Epitheelcel: acute tubulusnecrose en acute interstitiële nefritis
o Granulaire cilinders (korrelcilinders): intrinsiek nierlijden (acute tubulusnecrose)
o Vetcilinders: nefrotisch syndroom
Proteïnurie
• Oorzaken
3
, o Glomerulaire proteïnurie: ↑ permeabiliteit glomerulus (schade of verhoogde druk)
▪ Selectief (enkel albuminurie) <--> niet-selectief (ook grotere eiwitten)
o Tubulaire proteïnurie: ↓ resoprite thv tubulus (schade)
▪ Eiwitten met laag moleculair gewicht
▪ 𝛼1 microglobuline: nefrotoxiciteit, Fanconi syndroom, cystitis vs pyelonefritis
o Overloop proteïnurie: te hoge plasma[] v bepaalde eiwitten
▪ Bence Jones = vrije lichte ketens: multiple myeloom
• Proteïnurie meten: urine teststrook (ev zeer gevoelig vr albumine), turbidometrie
o Klassieke teststrook: detectie albumine vanaf 150 mg/l
▪ Ptn produceert 2l/d → 300mg/24u
▪ Nadeel: enkel testing albumine
o Kwantitatieve bepaling: 24u-collectie
▪ Indien niet mogelijk: urinestaal → proteïnurie uitdrukken in g eiwit / g
creatinine (indien aanwezig: enkele keren herhalen)
o Ook bij koorts, infectie, hevige inspanning
• Proteïne/creatinine (G/G) in urine (EXAMEN)
o Doel: eiwitverlies meten
o Urinestaal die je gaat corrigeren obv een afvalstof in urine om correctie te maken vr
delutie-effect
▪ Iemand die veel drinkt en plast en heeft 1g eiwit per liter = veel proteïnurie
▪ Creatinine = maat voor hoe geconcentreerd de urine is
• Urine gedilueerd: lage creatinine
• Urine geconcentreerd: hoge creatinine
▪ Liefst op ochtendstaal (savonds is de proteïnurie hoger door inspanning
doorheen de dag)
4