Electrocardiogram
1. Normaal ECG
• Wat lees je af op het ECG
• 1mm = 1 klein hokje = 0.1 mV of 40 ms
• Controleer eerst ritme: regulier, snel/traag?
• Lage sens en spec
1.1. P-golf
• Duur: <100ms (<3 hokjes)
• Morfologie
o + in I, II, III, aVF, V3, V4, V5, V6
o - in aVR, aVL
o + en dan – in V1, V2
1.2. PR interval
• Zegt iets over voorgeleiding kamer
• Duur: 120-200ms (3-5 kleine hokjes)
o Kort: WPW, nl
1
,1.3. QRS
• Duur: <100ms
o Breed: BTB, ventriculair ritme
• Morfologie
o – in: aVR, aVL, V1, (V2)
o + in: I, II, (III), aVF, V3-V6
▪ Stel ze zijn -: LAHB
o Pathologische Q-golven?
o Pre-excitatie?
• As: zie je op perifere afleidingen (frontaal vlak)
o Bepaling as
▪ Kwadrant methode
▪ Adhv QRS
• Grootste QRS + → as parallel aan die afleiding en in de richting vd +
electrode (en de afleiding die daar loodrecht op staat, heeft grootste
– deflectie) (bv grootste opschrijving + in II → as = 60°)
Grootste QRS negatief → as parallel en in de richting vd negatieve
electrode (bv grootste opschrijving – in II → kijk op cirkel en doe II 60°
- 180° → as = -120°)
• Bv: grootste + in II dus as 60°. Grootste – in aVR dus klopt
▪ Equifasisch complex: som – en + deflecties = 0
• As staat loodrecht op afleiding met equifasisch complex
o Mogelijke assen
▪ Nl: -30° tot 90°
▪ Linker as: -30° tot -90°
▪ Rechter as: 90° tot 180°
▪ Noord-West as: -90° tot -180°
2
,• R-progressie in precordiale afleidingen (V1-V6, horizontaal vlak)
o R neemt toe van V1-V6
o S neemt af van V1-V6
o Transitiezone: V3 en V4
o R/S in V1<1 en in V6>1
• J-punt = einde QRS
• q-golf fysiologisch in I, aVL, III, V5, V6
1.4. T-golf
• Morfologie: volgt ongeveer zelfde richting als QRS, mooi afgerond, op einde vd AP
o Uitzondering: vaak – in III, vaak + in V2
o Asymmetrisch met traag stijgen en snel dalen
o Soms U-golf
o Amplitude: <5mm in perifere afl, <10mm in precordiale afl
1.5. QT interval
• Duur: afh v hartfrequentie
o 60 bpm: QTc <440ms
o Sneller ritme: verkorting QT
𝑄𝑇 𝑖𝑛𝑡𝑒𝑟𝑣𝑎𝑙 (𝑚𝑠)
• Correctie voor hartfrequentie: QTc interval =
√𝑅𝑅 (𝑠)
1.6. ST segment
• Van J-punt tot begin T-golf
• Normaal: isoëlektrisch
• Beoordeel
o J-punt: iso, depressie, elevatie?
▪ J-punt elevatie in V1 en V2 zonder ST-elevatie is normaal, ook bij atleten en
jongeren
o J-punt + 80ms: iso, elevatie?
o Depressie, elevatie?
• ST depressie kan oplopen of aflopen (laatste wijst altijd op patho)
3
, • ST elevatie is convex of concaaf
2. Stoornissen in het sinusritme
• Normaal sinus ritme
o 500-100 bpm
o NORMALE P-top
o PR en geleidingen, QRS, T-toppen: normaal of abnormaal
• Sinus bradycardie
o Als ritme te traag: escape ritme
▪ Regelmatig en smal QRS (want escape ontstaat boven bliksem)
o Deze vorm v AV dissociatie ≠ AV blok
• Sinus arrest: pauze is GEEN exact veelvoud vh basaal PP-interval
3. Geleidingsstoornissen
• Intraventriculair: RBTB, LBTB, LAHB, LPHB, BB, TB, alternerend BTB
o Altijd infranodaal (?)
• AV geleidingsstoornissen
o Intranodaal
o Infranodaal
3.1. Intraventriculaire geleidingsstoornissen
3.1.1. RBTB
• Voorkomen
o Structureel normaal hart: normaal, atleten (onvolledig RBTB tot 10-50%), tachycardie
(RBT aberrantie)
o Structureel hartlijden: degeneratief, ASD, infarct, longembool, anti-aritmica
• Morfologie in horizontaal vak
o QRS >120ms in alle afleidingen
▪ rSR’ = konijnenoor in V1-V2
▪ Brede S = hangmatje in V5-V6, I en aVL
o PR normaal
4