LATIJNSE NAMEN
Klassen --> orden --> families --> geslachten --> diersoorten --> rassen
Vogels: Aves
• Duifachtigen: Columbiformes, de wilde voorloper van de tamme duiven.
• Hoenderachtigen: Galliformes.
o Kip: Gallus gallus
o Kalkoen: Meleagris gallopavo
Zoogdieren
• Haasachtigen: Lagomorpha, twee knaagtanden en 2 stifttanden, heet ook wel
Duplicidentata.
o Haas: Lepus europeus
o Konijn: Oryctolagus cuniculus
• Andere orde knaagdieren zonder stifttanden: Rodentia, o.a. rat, muis, cavia, chinchilla.
• Roofdieren: Carnivora
o Huishond: Canis familiaris
o Huiskat: Felis catus
• Onevenhoevigen: Perissodactyla (paardachtigen)
o Paard: Equus przewalski, het mongools wild paard
o Paard: Equus caballus, het gewoon gedomesticeerd paard
o Ezel: Equus asinus africanus, de nubische ezel, donkere aalstreep op de rug
o Ezel: Equus asinus asinus, huisezel, afgestampt van Equus asinus africanus.
o Ezel: Equus asinus somalicus, de somalische ezel, dwarsstrepen
• Evenhoevigen: Artiodactyla, landbouwhuisdieren
o Herkauwers: Ruminantia
▪ Holhoornigen: Bovidae
• Huisschaap: Ovis aries
• Huisgeit: Capra hircus
• Runderen: Bovinae
o Buffels: Bubalus
o Bos
▪ Huisrund: Bos taurus
▪ Zebu: Bos indicus, in subtropische streken
o Varken: Sus scrofa
,DOMESTICATIE EN SELECTIE
Domesticatie= tot huisdier worden op maken van oorspronkelijk wilde dieren.
• Onderdanigheid werd afgedwongen door uithongering.
Domesticatie volgorde: Hond --> geit --> schaap --> varkens --> rund --> duiven --> ezel --> paard -->
wilde hazen --> duiven --> parelhoen --> kalkoen en cavia --> konijnen
Eerste gedomesticeerde dieren: herbivoren
Diversiteit en specialisatie bij huisdierrassen: omwille van aanpassingsvermogen aan de mens, maar
ook door sterk doorgedreven selectie.
Selectie: op basis van specifieke en wetenschappelijk gefundeerde paringen tussen zorgvuldig
uitgekozen fokdieren.
Natuurlijke selectie induceert éénvormigheid in gestalte, gewicht, lichaamsverhoudingen, beharing,
haarkleur.
Hedendaagse selectie maakt gebruik van kennis in onder andere:
• Erfelijkheidsleer, biometrie, computerwetenschappen, voortplanting, diervoeding,
empirische observaties.
• Wordt gebruikt gemaakt van: kunstmatige inseminatie, MOET (multiple ovulatie en embryo
transfer) en OPU/UVP (ovum pick up / in vitro productie)
Domesticatie en selectie induceren uitwendige verscheidenheid in grootte en gewicht.
Verandering lichaamsbouw:
• Wegvallen van verdedigingsstructuren (gewei, hoornen, slagtanden)
• Wilde runderen/varkensachtigs: sterkere voorkant, gaat samen met groot atletisch hart en
longen; zwaarder skelet. Nu is de achterkant sterker.
• Hersenomvang is kleiner (voor delen van zintuigen, gevoel en motoriek)
Selectie kan abnormaliteiten introduceren: soms levensbedreigend.
• Verkorten, bovenkaak, reductie lengte ademhalingswegen.
• Verkorten van de ledenmaten.
• Wanverhoudingen ten gevolge van ras standaarden / voorkeur eigenaars.
Domesticatie brengt ook de nood aan bescherming mee:
• Verandering in beharing / lichaamsbedekking: langere wol, andere haarsoorten.
• Verandering vanwege liefhebberij: konijnen en kippenrassen: kopversierselen die bij wilde
dieren niet zouden kunnen bestaan.
• Meer variatie in beveering bij duiven, kippen.
• Het verdwijnen van monotone schutkleuren.
,Functionele eigenschappen = fysiologisch
• Gedragsveranderingen: dulden van aanwezigheid van mensen.
• Afhankelijkheid voor voedsel, huisvesting, bescherming, gezondheid.
• Aanpassingen in overlevingsinstinct, paringsgedrag, broedgedrag.
• Bevordering van het geheugen, de wil en het verstand.
• Verworven veranderingen worden ook overgedragen aan nakomelingen.
Wijzingen in voortplantingskarakteristieken:
• Vroegrijpheid door selectie
• Evolutie van seizoensgebonden voortplanting naar continue.
• Verbetering van de vruchtbaarheid: toename van de worpgrootte bij multiparen.
• Achteruitgang van moederinstinct ten voordele van productiviteit.
Erfelijke gebreken
• Doggenmuil, verkorte ledenmaten, losse heupgewrichten (honden).
• Dikbilrunderen kunnen niet meer afkalven.
• Verkorte onderkaak belet om te grazen (runderen en schapen).
• Neurotische legkippen leiden aan pikzucht.
• Stressgevoelige varkens sterven aan plotse hartdood bij opwinding of fysische inspanning.
Aanleren of africhten van dieren berust op:
• Herhaling, ritme, continuïteit, progressiviteit.
, HOOFDSTUK 2 PAARD
EVOLUTIE
Paard in Noord-Amerika 30-40 cm 4/5 tenen --> Paard in Noord-Amerika 70-80 cm 3 tenen --> Paard
migreert van Noord-Amerika naar Centraal Azië en Europa 1,4m 1 teen --> Paard tijdens ijstijd 1,2m -
-> Paarden sterven uit in Amerika --> Verschillende typen ontstaan over uiteenlopende werelddelen.
DOMESTICATIE
Aller eerste trekdieren waren runderen -->
4.000 voor chr. Spaakwiel werd uitgevonden , paard werd trekdier, ezel lastdier -->
Eerste domesticatiehaard in Zuid-Oekraïne rond 3.500 voor chr. -->
Uitbreiden van gedomesticeerde hoogvlaktepaarden naar Zuid-Oost Europa -->
• Tarpan herkomst: intermediair type tussen groot lymfatisch woudpaard in Europa en het
Mongools wild steppenpaard in Midden-Azië.
2.000 voor Chr. Eerste bereden paarden in Mesopotamië, daarna in Mongolië -->
• Azië: kleine pony-achtige paarden, voorgang van Oosterse populaties.
• Zuid-Oost Europa: hoogbenige lymfatische bospaarden, voorgang recente trekpaarden.
1.500 voor Chr. Meer paarden in Egypte en Azië, ze werden als individuen behandeld -->
1.300 voor Chr. Werden paarden aangespannen en bereden door de Chinezen -->
500 voor Chr. Zadel en stijgbeugels werden uitgevonden -->
Middeleeuwen Zwaardere rijpaarden werden gehouden in Europa (tornooipaarden) -->
• Ook lichtere paarden, voor reizen.
1200 Mongoolse heerschappij gedankt aan ruiterij van kleine, mobiele Aziatische paarden -->
1519 paarden werden vanuit Mexico naar Amerika gebracht -->
16/17de eeuw werden in Amerika veel Spaanse paarden ingevoerd -->
• Indianen hadden grote belangstelling, paarden werden een deel van hun
beschavingspatroon.
17/18de eeuw invoeren van Engelse halfbloedpaarden naar Amerika -->
17de eeuw invoeren van paarden van Engelse origine naar Australië en Nieuw-Zeeland -->
WOI trekpaarden waren belangrijk voor landbouw en industrie -->
• Staatsstoeterijen werden opgericht, ter verbetering van allerhande rassen.
• Renpaarden en sportpaarden namen toe.
WOII door mechanisatie waren paarden niet meer nodig, werd een teken van achterstand.
• Trekpaarden werden vervangen door rijpaarden sportpaarden.
• Ponyrassen namen toe om kinderen rijvaardigheid aan te leren.