INTERPERSOONLIJKE
COMMUNICATIE
P. Vyncke (2020-2021)
MDS
, CHAPTER 1: INTRODUCTION
Inleiding:
Cue =/= signal (andere perspectieven op communicatie)
Cue → ontvangersperspectief
Signal → zenderperspectief
Semiotiek = wetenschap van de tekens (wetenschap van betekenissystemen en -processen)
→ Ingewikkeld jargon, dus omgevormd naar een meer verstaanbare cursus, nl. interpersoonlijke
communicatie
Toep.: Reclamemakers maken ook vaak gebruik van semiotiek
Evolutionaire psychologie → invloeden vanuit de biologie
Kritiek op communicatiemodel van Laswell:
- Effect is meer dan enkel feedback
- Communicatie in niet unidirectioneel, maar eerder bidirectioneel, of zelfs
multidirectioneel (via social media)
- Het begrip ‘channel’ en ‘medium’ is vrij vaag → face-to-face, wat is dan het kanaal?
- Model focust op W-vragen, maar hoe-vraag blijft buiten beschouwing → wat zijn die cues,
over welke signalen beschikken we? + Waarom-vraag blijft ook buiten beschouwing, wat is
het nut, de functie van communiceren?
→ Op deze twee vragen zullen we focussen in deze cursus
- Model ziet communicatie als een informatie-transfer, maar de menselijke geest is
misschien niet zo zeer een informatieverwerker (het brein misschien wel), als je kijkt naar
de menselijke geest (‘de mind’) die is eerder een betekenisverwerker
MDS 1
,Oefening op ppt:
2 verschillende sets van informatie (afbeeldingen van de mona-lisa geblurd, verschillende foto’s
van Brad Pitt) , maar je geeft toch dezelfde betekenis
→ Informatie is totaal verschillend, maar toch ziet ons brein er 2x hetzelfde in
Eenmaal de betekenis in ons brein actief is, gaan we ook in moeilijker herkenbare foto’s hetzelfde
herkennen (Brad Pitt in verschillende rollen en dus verschillende looks)
(Op basis van informatie ga je een bepaalde betekenis creëren)
Onderzoek van Christof Koch – fMRI
Foto’s van celebrities → voor elke celebrity lichten andere neuronen in ons brein op, elke celebrity
had zijn eigen groepje neuronen die geactiveerd wordt.
Heel verschillende foto’s werden getoond, verschillende looks, profielen… maar elk van die
stimuli activeerde dezelfde neuronen voor de dezelfde celebrity (vb Halle Berry op ppt)
Conclusie van Koch: zolang de betekenis herkenbaar was, ging hetzelfde gebied oplichten → duidt
erop dat ons brein eerder betekenis verwerkt dan de informatie
Definitie van het teken: iets waar we betekenis waar we aan toe kennen en een teken staat ook in
de plaats voor iets anders (komt later nog terug)
‘The brain is meaning processor, not (merely) an information processor’
➔ BMaar hoe creëren we betekenis?
Focus op cues en signals
Cues: verbale/non-verbale tekens, die een ontvanger gebruikt om betekenis te creëren
Signals: tekens die de zender gebruikt om betekenis te creëren
Waarom een cursus interpersoonlijke communicatie?
→ Eigenlijk bouwt massamediale communicatie (vanaf nu: MMC) verder op interpersoonlijke, is
het eigenlijk niet gewoon gemedieerde interpersoonlijke communicatie?
→ Impact van MMC hangt af van aspecten van interpersoonlijke communicatie (vanaf nu: IPC)
1. MMC komt grotendeels neer op IPC
MDS 2
,Bv. online lessen nu, online vergadering = mmc, maar ervaren we dat niet eerder als IPC?
Idem voor posten op Facebook, Instagram…
Bv. aflevering van Friends: wordt vormgegeven op een manier dat jij jou betrokken voelt (als ze in
Central Perk zitten bv, het is alsof ze rechtegenover jou zitten) → je krijgt het gevoel van
interpersoonlijke communicatie
Idem voor het journaal (nieuwsanker kijkt recht in de camera, hij/zij spreekt jou precies
persoonlijk aan) → is MMC, maar voelt toch ook aan als IPC
Heeft het zin dat we deze vormen van communicatie massamediaal noemen?
2. Impact van MMC is afh van de daarin gemedieerd IPC
Prof doet vnl. onderzoek naar reclame → hoe heeft IPC in een advertentie invloed op de effecten
die reclame genereert?
- Gezichten gebruiken in advertenties helpt om aandacht te trekken
2/3 ads gebruiken een gezicht in hun vormgeving (ook voor producten die daar eigenlijk
niets mee te maken hebben zoals bv. verzekeringen, parfum, confituur…)
Onderzoek hiernaar a.d.h.v. eye-tracker (bv. wanneer we 4 afbeeldingen naast elkaar
hebben, 3 wereldwonderen en 1 foto van een kind dat we niet kennen, zullen we meer
aand&acht geven aan die foto van het kindje)
- Non-verbale IPC-cues in ads hebben een impact ook op de ad-likeability
Als je kleine veranderingen maakt op vlak van IPC-cues, dan heeft dat een impact
→ Emotionally competent stimuli
Experiment in ppt: steeds foto links en rechts, met kleine verschillen → we verkiezen
wittere tanden, meer symmetrische gelaatstrekken, minder sproeten, bij mannen meer
typische mannelijke trekken zoals zware wenkbrauwen en bij vrouwen meer typisch
vrouwelijke trekken zoals zandloper figuur… (gebeurt onbewust, dit werkt via emoties,
heeft vaak te maken met vruchtbaarheid, bv wanneer een vrouw grijze haren heeft is ze
wss niet meer vruchtbaar/a.h. einde van haar vruchtbaarheid)
→ Sommige cues doen wel iets met ons brein, andere cues niet, om dit te begrijpen maken
we gebruik van evolutionaire psychologie
- Sommige cues zijn intentioneel, andere zijn niet-intentioneel → in deze cursus
bestempelen we beide als communicatie en dus niet enkel wanneer de zender de intentie
had
- Interpretatie van signals kan bewust/onbewust, expliciet/impliciet zijn
- Cues kunnen eerlijk, informatief of oneerlijk, manipulatief (bv. wanneer je je grijze haren
verft) zijn
MDS 3
,`
MDS 4
, Les 2: CHAPTER 1 PART 1
INTRODUCTION: COMMUNICATION AND THE HIDDEN MOTIVES OF UNDERLYING
OUR BEHAVIOUR
1.1. SCIENTIFIC (R)EVOLUTION IS NOT GRADUAL
Thomas Kuhn: The structure of Scientific Revolutions
- About the paradigm shifts, a manner of looking to things, a manner to study the reality
o Kuhn says a paradigm shift is a shift where people suddenly look to the world
different than before.
o De aandacht voor het bewuste en onbewuste is een slingerbeweging. Komt door de
constante paradigmawissels van Kuhn.
o Boek van hem heeft duidelijk gemaakt dat wetenschap zich niet evolueert, maar
verandert van paradigma (= paradigma shit). Eerder plotselings grote
veranderingen dan echt gelijdelijk aan.
▪ Vb. Behaviourism & Depth Psychology → The Cognitive Revolution
1.1.1. BEHAVIOURISM – WATSON & SKINNER
- Behavourism maakte een switch in de psychologie.
- Stimulus → Black Box → Response
- The black box is something you don’t need to focus on. The Stimulus makes the Response
1.1.2. DEPTH PSYCHOLOGY – JUNG & FREUD
- Dieptepsychologie ging net focussen rond die black box en gaan die in kaart proberen
brengen.
- Stimulus → black box → Response
- Largely nonsense about what’s happing in human mind
- De fantasty van Freud was soms te gebasseerd op dromen van 1 patient (was een
psychiater).
- Terwijl Jung het beter deed (recenter ook).
1.1.3. SHIFT OF PARADIGM: THE COGNITIVE REVOLUTION
- ’60: nieuw paradigma: black box central, focus op mentale processen (cognitief, gedrag en
affectieve). Shift naar mentalistische verklaringen.
The black box is central here, “what happens in the mind of people?”
➔ Mentalistic explanations
o Our behaviour isn’t pure.
▪ Gedrag wordt niet gesteld door enkel een stimulus. Dit wordt ook bepaald
door de betekenis die we eraan toekennen
• Vb. als we donkere wolken zien zullen we een paraplu meenemen,
want we linken donkere wolken aan regen, dit is geleerd in het
verleden.
o The person wants – thinking
Stimulus → Organism → Response
➔ Between the stimulus and the response is a living organism. And we need to know what
happens there. ( Behaviourism & Depth P.)
➔ Tussen stimulus en respons zit weldegelijk een brein: een organisme.
MDS 5
, ➔ Behaviouristen zeggen dat je al die gevoelens en opinies niet kan bestuderen.
DIEPTEPSYCHOLOGIE (PSYCHO-ANALYSIS)
FREUD JUNG
- Es: kind in ons, het lust principe, ze - Niet zozeer het persoonlijke
willen het nu. “IK WIL DIE AUTOOOO” onbewuste
- Ich: es onder controle, - Onbewuste dat we delen met iedereen.
realiteitsprincipe, ik wil nu wel een Een soort oerbeelden/constructies: de
chique auto maar ga er eerst voor moeder, de vader, de mannelijke kant
moetenn werken of vrouwelijke kant van ons, de zon, de
maan, de reus (architypen/oerbeelden)
- Uber – ich: De ouder,
moraliteitsprincipe, controleert es en - Focus op visuele kunst (mandala’s)
ich. ” Is die auto wel wenselijk, wel
geapprecieerd door anderen, is het - Mythes, sprookjes,..
niet vervuilende auto?” ”Heb je
- In je leven heb je 1 of 2 architypen
uberhaupt wel een auto nodig?”
moet realiseren in je leven volgens
- Vooral Es is een diep niveau van een Jung
menselijk brein: trauma’s. Seksuele
driften, doodsdriften.
- Freud heeft het echt over een
persoonlijk systeem.
- Driften in onze dromen. In
versprekingen kunnen ons onbewuste
wel zitten. Soms verliezen uber ich en
ich de controle
1.2. THE COGNITIVE PARADIGM (SSSM)
The brain as the information “processor”.
- Central idea of the standard social science model: The (human) mind (and even organisms
in general) is an information processor (het brein als informatieverwerker), just like a
computer is
o Psychology: Theory of planned behaviour / theory of reasoned action.
o Communication science: The informational model (Laswell)
▪ Communication is a process of information transfer from (the mind of a)
sender to (the mind of a) receiver.
1.3. CONTEMPORARY UPDATES OF THE SSSM
- Shift naar transactionele modellen: transactie tussen mensen is betekenisvol, is niet
eenzijdig.
MDS 6
, o Psychology: Dual system theory (Kahneman)
▪ We have not 1 brain, but 2. We have 2 different manners of processing
information. System 1 and system 2.
• System 2 is the classic system, where you process things with
reason, with logic, …
o Typical human (but a few animals shows to some
characteristics of system 2)
• System 1 is based on emotion, intuition,… This is not less valuable!
== Systeem 1 is niet minderwaardig dan system 2. Systeem 1 is eigenlijk veel krachtiger. Veel
onderzoekers gaan zich focussen op systeem 1.
- Daarbij is systeem 2 typisch menselijk
o Minder aanwezig bij dolfijnen, raven,..
o Grotendeel van de dieren valt terug op systeem 1
1.4. DANIEL KAHNEMAN – DUAL THEORY
Book: Thinking Fast and Slow (winner of a Nobel prize)
- System 1: fast, unconscious, automatic, everyday decisions, error prone
o Subliminal (= onder de drempel van het bewustzijn) – Mlodinow
o Drunk Tank Pink – Adam Alter
o Het slimme onbewust – Dijksterhuis
- System 2: slow conscious, effortful, complex decisions, more reliable (but that’s not
always the case)
1.5. FREUD ONCE MORE…
- Eros
o De positieve
o The love drift
- Thanatos
o De aggressieve, doodsdrift (alcohol, seks, drugs, in het containerparkt iets in de
verkeerde bak goooien.)
o The dead drift
MDS 7
,To develop yourself (self-realitzation) or to get a master’s degree?
Do you study to learn and remember for a lifetime… or just to pass exams and get your degree?
MDS 8
, Les 3:
LES 3: COMMUNICATION AND THE HIDDEN MOTIVES UNDERLYING OUR
BEHAVIOUR THE RETURN OF THE UNCONSCIOUS
Our idea of how humans process information and make decisions has indeed been revolutionized
over the past two decades emphasizing the role of unconscious processes
And each other has his/her own terminology, but Kahneman makes a much easier think
- System 1
o Evolutionary old (shared with animals)
o Unconcious, preconcious, implicit
o Automatic and parallel → fast
▪ It doesn’t cost much energy, it isn’t controlled
o High capacity (11.000.000 bits/second)
o Kan parallel werken: verschillende informatiestromen tegelijkertijd gaan
verwerken.
o Zou altijd aanstaan (ook als we slapen)
o Enorme capaciteit
o Zaken in een bepaalde context gaan zien (bv non-verbale communicatie: armen
kruisen (als steun of als je boos bent.)
o Intuitive, reflexive
o Contextualized
o Emotional control
o Associative
BV. Film kijken: weinig inspanning voor nodig
- System 2
o Evolutionary old (distinctively human), onderscheid mensen van andere dieren.
o Bij andere dieren is ook wer intelligentie te vinden.
o Conscious, explicit
o Sequentieel: informatie komt niet tegelijkertijd maar na elkaar
o Staat niet aan als je zou slapen.
o Controlled and sequential → slow
▪ All things comes after each other, everything has his place
• Vb. A sentence, each word has his place and is followed by another
word.
o Low capacity (40-50 bits/second)
o Rational, reflective
o Abstract
o Logical control
o Behoorlijk lui systeem (snel uitgeput), soort correctie van systeem 1, wilt het
eigenlijk geswoon bevestigen wat systeem al lang dacht
o Rule-based: gebasseerd op je logische regels (wiskunde, taal,..)
o Is very fast ‘uitgeput’, you need pauses if you read or study for example
▪ BV. Boek lezen (veel concenstratie nodig
MDS 9