2020-2021 Psychodynamisch
werken
Met kinderen, jongeren en gezinnen
(POW63a)
Michelle De Belser
,PSYCHODYNAMISCHE PSYCHOTHERAPIE INLEIDING
Hoe studeren?
• Te kennen: powerpoint slides
• Examen: schriftelijk, gesloten boek, open en gesloten vragen
Opbouw van de colleges
1) Basispijlers van het psychoanalytisch therapieproces (4 colleges)
2) Psychodynamisch werken kinderen, jongeren en ouders (7 colleges)
3) Integratief college (1 college)
OVERZICHT
HET THERAPEUTISCH KADER
• Een specifiek kader met
o Een regelmaat en frequentie
o Een positie in de ruimte
o Afspraken (over bv betaling)
o Gebaseerd op regels als
▪ vrije associatie/ vrij spel (cliënt)
▪ Welwillende neutraliteit (therapeut)
• Biedt een ‘podium’ waarop het het verhaal of het spel zich kan ontvouwen, en waarin bewuste en
onbewuste thema’s en inhouden tot leven kunnen komen
• College kader – N. Vliegen
DYNAMISCH MENSBEELD
• Ons actuele bewuste denken, voelen en handelen is steeds en op een dynamische wijze verbonden met
onbewuste gedachten/ verlangens/ gevoelens…
• die vorm hebben gekregen doorheen onze persoonlijke geschiedenis (impact van je vroegere ervaringen)
• die conflictueus en tegenstrijdig kunnen zijn
• College Dynamisch mensbeeld en onbewuste – B. Lowyck
WEERSTAND EN AFWEERMECHANISMEN
• Veranderen is per definitie dubbelzinnig; mensen willen veranderen en tegelijkertijd ook niet. Het begrip
‘weerstand’ heeft betrekking op de psychotherapeutische situatie, en de weerstand tegen verandering.
• Het begrip ‘afweer’ kan worden toegepast op het gedrag en de belevingswerelden van mensen die een
bepaalde ‘waarheid’ over zichzelf niet onder ogen kunnen zien. Hiervoor kunnen verschillende
afweermechanismen worden ‘aangewend’.
• College ‘Weerstand en afweermechanismen’ – B. Lowyck
DE THERAPEUTISCHE REL ATIE
• Psychotherapeutische groei en verandering kan slechts plaats vinden binnen de bijzonderheid van een
therapeutische relatie
• Waarbij processen van overdracht en tegenoverdracht centraal staan en waarin zowel therapeut als patiënt
geconfronteerd worden met de kracht van het intrapsychische
• En gekenmerkt is door principes vanuit de gehechtheidstheorie
• College Relatie - N. Vliegen
1
,INLEIDING: HET CONCEPT ‘KADER’ GESITUEERD EN GEDEFINIEERD
DEFINITIE: GEHEEL AAN AFSP RAKEN OVER 4 DIMENSIES
Zonder kader kan er moeilijk een therapeutisch proces plaatsvinden. Afbakenen van het terrein: klaarmaken van de
plaats waar het zal gebeuren. Hetzelfde bij bv een sportwedstrijd/concert/college: vindt plaats in verschillend kader,
als je ‘binnenkomt’, krijg je al een specifiek gevoel van ‘hier gaat het gebeuren’. Het kader is zodanig gemaakt zodat
wat er gaat gebeuren, betekenisvol wordt. Zo is een les of optreden ook helemaal anders online door corona.
1) De tijd: duur, frequentie en verloop van de afspraken
o Wekelijks/ meermaals per week/ veertiendaags
o Afwisselend ouders en kind samen en ouders apart
o Meestal van 50 – 60 minuten
o Afgebakend in tijd (korterdurend) of ‘open-ended’ (langerdurend)
2) De ruimte: de plaats van afspraak/ opstelling van de zitplaatsen
o Bank/ stoel(en)/ spelkamer/ speelmat
o Online als specifieke kader
3) De regels en afspraken
o Omtrent betaling (bv overschrijving, rekening, cash…), lichamelijk contact, geschenken
4) De werkwijze
o Vrije associatie/ vrij spel versus afgesproken focus
o Individueel/ groep/ ouder en kind…
Het kader grenst af ten opzichte van wat zich buiten bevindt, en omlijnt de specifieke inhoud.
KADER ALS DRAGER VAN EEN ERVARING : CASUSSEN
Evelien, 6 jaar: stomme klok
• Als einde van sessie in zicht komt: afronden is lastig – wordt eisend, kan er niet tegen dat andere kinderen
aan ‘haar speelgoed’ komen. Begint over film van Romeinen die al het goud en zilver moeten hebben. “Ken
jij dat gevoel ook van alles te willen/moeten hebben?” Probeert verlangen te benoemen achter eisend
verlangen: “dat poppenhuis dat zou je precies wel voor jou helemaal alleen willen hebben?” → “ik kan
verstaan dat je dat zou willen, en leuk om te fantaseren dat dat alleen voor jou is, en dat uurtje dat jij hier
bent is dat ook zo, maar daarna ook voor andere kindjes” → kind zegt dat ze er hele dag wel wilt zijn;
praten over afscheid nemen en dat dat wel droevig kan zijn… Mee zoeken naar woorden of iets te doen met
grote verlangen, zonder het te veroordelen, en er zonder aan toe te geven!!
• Het ontdekken van een grenzeloos verlangen om alles voor mezelf te hebben, voor mij alleen
• De hele ruimte, de therapeut, en de tijd… alles zou ik voor mij willen hebben
• Therapeutische ervaring: dat ik dit kan ervaren en dat er iemand woorden zoekt om dat met mij uit te
spreken – zonder veroordeling over mijn verlangen
Tuur, 9j: de klok aan diggelen
• Einde sessie: zo boos dat hij met pijl en boog op klok richt, en op deur. Klok valt op grond en is kapot.
Zowel boosheid als dingen niet gaan zoals hij wilt en schuldgevoel: verder therapeutisch traject hiermee.
Verlangen naar controle, woede op klok en deur. Belangrijke elementen in kader! Helpen met gevoelens te
ervaren en verdragen: regel om niets kapot te maken maar gaan niet straffen: wel nadenken over wat doen
als je half per ongeluk iets kapot hebt gemaakt
• Een sterk verlangen naar omnipotente controle, en een diepe woede over niet alles kunnen controleren
• het schuldgevoel dat er hoort bij alles naar je toe trekken, en je agressie zijn gang hebben laten gaan
• Therapeutische ervaring: iemand die helpt deze gevoelens te ervaren en te verdragen; te verwoorden hoe
lastig dit is, dat gevoel van altijd de baas te willen zijn en hoe schuldig je je achteraf kan voelen als je weer
eens iets stuk hebt gemaakt, iemand die hier niet boos over wordt
2
, Louise, 4 jaar: ‘Wie staat er op Louise te wachten?’
• Moeilijke adoptie en kwetsbare hechting: moeite met binnen en buitenkomen van spelkamer. Ook op
school zijn overgangen heel moeilijk. Gepaard met boosheid en huilbuien. Elke overgang kan verwijzen naar
traumatische separatie. Continuïteit ondersteund: niet elke deur die sluit is definitieve separatie: “gaat ze
nog wel opnieuw terugzien”, moeite met beeld vast te houden van spelkamer en therapeut en kleuterjuf die
er nog wél is en nog terugkomt! Spel gemaakt: playmobil prinses die wacht op haar: dus zorgde dat prinses
telkens op die plek stond te wachten. “Wie zou er nu op Louise staan te wachten?” dus herinneringssporen
activeren: gaat het na een tijd zelf zeggen, ontwikkelt spel waarin ander figuur op haar wacht, rituelen
ontstaan waarbij ze in begin van sessie telkens naar zelfde boekje wil luisteren etc… zorgen voor
continuïteit!
• Een erg onveilige gehechtheidsontwikkeling die getriggerd wordt bij elke overgang, ook die van de
spelkamer weer naar huis
• Therapeutische ervaring: iemand die verwoordt hoe lastig (‘hertraumatiserend’) overgangen wel zijn als je
nooit echt zeker bent dat je dezelfde wereld weer terug vindt als degene die je achterliet – en die mee
zoekt naar continuïteit
Die ene ruimte betekent voor verschillende mensen iets anders, en kan heel andere processen in gang zetten.
KADER VERSUS SETTING
• Kader
o Frans: ‘cadre’
o Engels: gebruikt soms ‘frame’ (meer afbakenend), maar vaker ‘setting’ (ruimer concept)
o Nederlands: neemt soms het Engelse woord ‘setting’ over, waardoor dit in twee betekenissen
wordt gebruikt.
o Bv therapieruimte waar ik mensen ontvang. Maar die zelfde therapieruimte kan zich ook voordoen
binnen CGG of ziekenhuis bv: in bepaalde setting
• Setting
o verwijst soms naar ‘kader’
o ook naar de institutionele context waarbinnen het therapeutische werk zich afspeelt: privé-praktijk
- ambulante setting (CGG) - residentiële instelling / ziekenhuis…
• De setting is het kader rondom het kader,
o of hoe de buitendeur zich verhoudt tot de binnendeur…
KORTE HISTORIEK
FREUD (1900)
• Tijdsgeest
o Psychodynamisch denken is ontstaan bij meer gegoede patiënten: hadden tijd en financiën
o De prototypische patiënt was een jonge en intelligente vrouw met een conversiehysterie die
verliefd werd op haar oudere mannelijke dokter/ therapeut. (want mannen die zoveel aandacht
besteedden aan hen, terwijl seksualiteit altijd taboe was, niet over praten…)
o periode van hypnose & suggestie (nog geen gesprekstherapie)
• Freud:
o wilde de patiënt op een andere manier laten spreken
o (legde patiënt op sofa en Freud erachter: niet face-to-face, zodat spreken mogelijk wordt zonder
dat patiënt de therapeut rechtstreeks aankijkt dus kan meer open praten)
o Overdracht (wat voel ik tov therapeut: verliefd, boos, angst…) en tegenoverdracht (wat voelt
therapeut tov cliënt). Dat verliefd worden mocht niet zomaar gebeuren
o wilde een spreken faciliteren dat een weg opende naar het onbewuste materiaal dat verdrongen
was, en waartegen de patiënt zich verdedigde.
3