Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting leerdoelen tentamen Omgevingsrecht milieu K4 €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting leerdoelen tentamen Omgevingsrecht milieu K4

 37 vues  2 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit document bevat een samenvatting van alle leerdoelen die nodig zijn voor het tentamen Omgevingsrecht Milieu in de K4 van de opleiding HBO-Rechten

Aperçu 4 sur 35  pages

  • Oui
  • 7 juin 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Leerdoelen Omgevingsrecht Milieu
Leerdoelen week 1 – Algemene inleiding & kenmerken omgevingsvergunning
Het recht dat betrekking heeft op de ordening en bescherming van de fysieke leefomgeving
van de mens kan worden aangeduid als omgevingsrecht. Het fysieke leefmilieu is de
(natuurlijke) omgeving van mens, dier en plant. De overheid gebruikt het omgevingsrecht om
activiteiten die gevolgen hebben voor het leefmilieu te reguleren. Eén van de belangrijkste
instrumenten voor de overheid is de omgevingsvergunning. Deze week wordt aandacht
besteed aan de kenmerken van de omgevingsvergunning.
In de omgevingsvergunning zijn in 2010 ruim 25 toestemmingen samengevoegd tot één
vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Indien een
burger of ondernemer meerder activiteiten wil verrichten die vergunningplicht zijn, kan
volstaan worden met één aanvraag bij één bevoegd gezag, die zal resulteren in één
vergunning. Het begrip ‘onlosmakelijke samenhang’ in de Wabo vormt de kapstok voor het
verlenen van één vergunning voor de verschillende activiteiten. Deze week wordt aandacht
besteed aan de verschillende vergunningplichtige activiteiten en de samenhang tussen deze
activiteiten die maken dat er één vergunning aangevraagd moet worden.
Leerdoelen
a. De student kan aangeven wat belangrijke begrippen, regels en beginselen van het
omgevingsrecht inhouden en de betekenis hiervan uitleggen.
b. De student kan in een bestuursrechtelijke casus beoordelen voor welke activiteiten
een omgevingsvergunning op grond van de Wabo aangevraagd dient te worden.
c. De student kan in eigen woorden het begrip ‘gefaseerde vergunningverlening’
uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
d. De student kan aangeven wat belangrijke procedures in het omgevingsrecht
inhouden.
Literatuur: M.N. Boeve en F.A.C. Groothuijse, Omgevingsrecht, Groningen/Amsterdam:
Europe Law Publishing 2016, hoofdstuk 1§ 1, 2 en 4 6, § 3.

Wat is omgevingsrecht?
‘Het recht dat betrekking heeft op de ordening en bescherming van de fysieke leefomgeving’
3 belangrijke begrippen: de fysieke leefomgeving en de bescherming en ordening
daarvan.
Fysieke leefomgeving: is de leefomgeving van de mens. Denk aan je eigen leefomgeving
(werken en wonen), natuur. Binnen die leefomgeving kunnen we aantal functies verbinden.
Denk aan economische functie werken, geld verdienen, plek voor fabrieken, kantoorpanden,
landbouw, hulpbronnen, veilig en gezond wonen, natuur. Je ziet ook de antropocentrische
benadering: gaat om leefomgeving mens, maar dier en planten spelen daar rol in maar staan
niet centraal. Op het moment dat functies gaan botsen, dan hebben we te maken met
omgevingsprobleem. Bv. Buurtbewoners die last hebben van stank boerderij.
Zo’n probleem kan op 2 manieren opgelost worden:
- Ordenen: afstand creëren tussen 2 functies. Van tevoren goed nadenken waar
we willen dat burgers gaan wonen en waar we landbouw willen en dan zorgen dat
er grote afstand tussen zit. Dit noemen we ruimtelijke ordening (omgevingsrecht
ruimte)
- Bescherming fysieke leefomgeving: omgevingsrecht milieu. Die bescherming
van fysieke leefomgeving wordt gegarandeerd door geven van regels. Denk aan
maximum uitstootnormen in bv vergunning voor bedrijf dat veel uitstoot. Je kan
ook denken aan algemene regels.

,De Wet Milieubeheer is een hele brede milieuwet die iets regelt voor allerlei sectoren:
 Afval: is geregeld in H10 Wet Milieubeheer
 Lucht: is geregeld in Wet Milieubeheer. Hierin staan bijvoorbeeld de maximale
uitstootnormen voor stikstofdioxide, fijnstof.
 Water: is geregeld in de Waterwet.
 Natuur: vooral de natuurbescherming, zeer belangrijk. Groen milieurecht:
bescherming van planten, dieren. Ongeacht waar het dier zich bevindt, moet het
beschermd worden. Als je iets wil doen wat het dier schaadt, zal je een ontheffing
aan moeten vragen.
Het omgevingsrecht bestaat uit drie onderdelen:
1. De ruimtelijke ordening: zoals bestemmingsplannen, bouwen en het gebruik van
panden
2. Het recht inzake de bescherming van natuurgebieden
3. Het milieurecht in enge zin: gaat over geluids-, stank- en verkeersoverlast, die door
een bedrijf veroorzaakt worden. Dit bevat omgevingsvergunning en algemene regels
voor bedrijven. Door middel van vergunningen kan de overheid heel wat regelen in
het milieurecht, hij kan heel wat milieuverontreiniging tegengaan. Dit is het
allerbelangrijkste deelgebied.
Beginselen van omgevingsrecht
1. Beginsel van voorzorg: houdt in dat men niet moet wachten met het nemen van
maatregelen ter bescherming van het milieu en de natuur tot de gevolgen van
bepaalde handelingen volstrekt duidelijk zijn. Ook wanneer er alleen aanwijzingen
zijn voor de gevolgen, moeten preventieve maatregelen worden genomen. Is bv.
Neergelegd in Wet Natuurbescherming 2.8 lid 3 Wnb en in nationale beleidsstukken.
2. Beginsel van preventie: hangt nauw samen met het voorzorgsbeginsel. Het
preventiebeginsel houdt in dat, wanneer maatregelen moeten worden genomen, die
maatregelen in de eerste plaats gericht moeten zijn op het voorkomen van
verontreiniging van het milieu of de natuur en niet op het herstellen of ongedaan
maken van die verontreiniging nadat deze zich heeft voorgedaan. Kan als
uitgangspunt worden beschouwd voor de meeste regelingen op het terrein van het
omgevingsrecht.
3. Beginsel van bestrijding aan de bron: houdt in dat milieubeschermende
maatregelen het beste kunnen worden gericht op de bron van de verontreiniging in
plaats van op de ontvanger van de verontreiniging.
4. Beginsel de vervuiler betaalt: houdt in dat de vervuiler verantwoordelijk is voor de
kosten die gemoeid zijn met het voorkomen en beperken van de door hem
veroorzaakte verontreiniging. Kosten moeten niet door de hele gemeenschap worden
gedragen.
5. Stand-stillbeginsel: houdt in dat in de gevallen waarin de feitelijke bestaande
omgevingskwaliteit beter is dan de omgevingskwaliteit die wordt voorgeschreven, de
bestaande omgevingskwaliteit als norm geldt.
6. ALARA-beginsel: is een afkorting voor as low as reasonable achievable. Houdt in
dat, indien voor het milieu en de natuur negatieve gevolgen van een bepaalde
activiteit niet kunnen worden voorkomen (preventiebeginsel), die regels moeten
worden gesteld die de grootst mogelijke bescherming bieden, tenzij dit redelijkerwijs
niet kan worden gevergd.

,Belangrijkste instrument: omgevingsvergunning
De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor meerdere plaatsgebonden
activiteiten. Als burger of bedrijf een project wil realiseren in die fysieke leefomgeving, dan
dient die waarschijnlijk een omgevingsvergunning aan te vragen. Dit project kan bestaan uit
meerdere plaatsgebonden activiteiten.
 Wat is een plaatsgebonden activiteit? Is er een die plaats MOET vinden op een
bepaalde plek in de fysieke leefomgeving. Bv. Bouwen van een huis gebeurt op één plek
en daar blijft dat huis staan. Het openen van een bedrijf en de activiteiten die daar
gebeuren is op één plek en is daarmee plaatsebonden.
 Wat is dan niet plaatsgebonden? Bv. De kermis, die wordt opgeruimd en weer opgezet
op andere plek. Evenementen en festivals vallen ook buiten het omgevingsrecht.
 Wat is er nu zo bijzonder aan omgevingsvergunning? Die is geïntegreerd. Dit
betekent dat je toestemming kan aanvragen voor meerdere activiteiten. Als je bv boom
moet kappen omdat je op die plek garage wil bouwen, dan kan je dat via één aanvraag
doen. Omgevingsvergunning kappen en aanvragen bouwvergunning. Dat doe je
uiteindelijk via één loket: één loket, één vergunningaanvraag voor meerdere activiteiten,
bij één bevoegd gezag (meestal College van B&W), één procedure voor de behandeling
van aanvraag en er is één procedure qua rechtsbescherming. Je kan hiermee voorkomen
dat iedere buurtbewoner/belanghebbende tegen iedere vergunning die je aanvraagt gaat
procederen. In één vergunning komen al die toestemmingen terecht.
Voor welke activiteiten kan je nu een omgevingsvergunning aanvragen?
Die staan allemaal genoemd in 2.1 en 2.2. Wabo. Beide artikelen geven een lijst van
activiteiten waarvoor je omgevingsvergunning MOET aanvragen.
Wat is het verschil tussen 2.1 en 2.2.?
 Activiteiten in art. 2.1 Wabo: Voor activiteiten in 2.1 heb je ALTIJD vergunning
nodig.
 Activiteiten in art. 2.2 Wabo: Voor activiteiten in 2.2 heb je alleen maar vergunning
nodig als lokale verordening zegt dat je vergunning nodig hebt.
Zo kan het zijn dat je in Eindhoven APV zegt dat je voor kappen boom geen vergunning
nodig hebt, omdat de APV het vergunningstelsel van Wabo niet van toepassing verklaart. En
dat je in Tilburg wel vergunning nodig hebt voor kappen boom, omdat APV het
vergunningstelsel van Wabo wel van toepassing verklaard.
Hoe zit het dan eigenlijk met autonomie? Is dit niet in strijd met autonomie of levert dit
problemen op? Het tegendeel is waar. Dit is mooi voorbeeld voor lokale autonomie. Iedere
gemeente mag zelf bepalen of ze het vergunningsstelsel van Wabo van toepassing verklaren
en in welke vorm: kiezen voor omgevingsvergunning of melding op grond van APV.
Naast deze activiteiten zijn er ook nog aantal vergunningsvrije activiteiten. Die
vergunningsvrije activiteiten, zie je (de link naar de AmvB die dat regelt) in art. 2.1 lid 2
Wabo.
Vergunningsvrije activiteiten: Je kan je voorstellen dat bv bij bouwvergunning het niet altijd
nodig is om vergunning aan te vragen en verleend te krijgen. Als je het hebt over dakkapel
achterkant woning, waar niemand last van heeft, zou zomaar vrij kunnen zijn.

, Aanvraag omgevingsvergunning
De omgevingsvergunning wordt online aangevraagd bij Omgevingsloket online. Hier kan je
checken waarvoor je vergunning nodig hebt en zelf de aanvraag doen. Die komt uiteindelijk
bij bevoegd gezag terecht, meestal College van B&W van gemeente waar je activiteiten wil
verrichten.
Procedure omgevingsvergunning
Hoofdregel reguliere procedure art. 3.7 Wabo: omgevingsvergunning wordt voorbereid
met de reguliere procedure art. 3.7 Wabo. Deze procedure duurt 8 weken en in principe
wordt Awb gevolgd, met kleine afwijking namelijk dat de kennisgeving van de aanvraag moet
worden gepubliceerd in Huis-aan-Huisblad of tegenwoordig op website gemeente.
Afwijking UOV art. 3.10 Wabo afdeling 3.4 Awb: in principe wordt reguliere procedure
gevolgd, tenzij art. 3.10 Wabo zegt dat uitgebreide procedure gevolgd moet worden. Bestaat
uit de Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure (UOV). UOV komt erop neer dat na
ontvangst aanvraag er kennisgeving wordt gedaan in huis-aan-huisblad en dat
belanghebbenden de mogelijkheid hebben kennis te komen nemen van ontwerpbesluit. Ze
mogen niet alleen kennisnemen, maar ook zienswijzen indienen. Nadat zij zienswijzen
hebben ingediend, wordt een definitief besluit genomen en dat wordt bekendgemaakt.
Feitelijk wordt hier afdeling 3.4 Awb gevolgd (UOV). Na 6 maanden heb je dan uiteindelijk
besluit.
Let op - Belangrijk verschil: bij reguliere procedure geldt lex silencio positivo: op het
moment dat bestuursorgaan te laat reageert/niet reageert. Bv maandag week 9 nog geen
enkele reactie binnen op aanvraag, dan ontstaat er bouwvergunning van rechtswege. Bij vak
bestuursprocesrecht ga je hier nader op in.




Uitzondering op één geïntegreerde vergunning (I)
In principe gaat de Wabo uit van één geïntegreerde vergunning: voor meerdere activiteiten
vergunning aanvragen en uiteindelijk één beschikking ontvangen.
Uitgangspunt is dat aanvrager bepaalt voor welke activiteiten hij vergunning aanvraagt. Het
project kan bestaan uit één activiteit: bv kappen boom in tuin particulier. Of meerdere
projecten: boom kappen en uitrit aanleggen. Voor beide moet hij één vergunning aanvragen
en uiteindelijk zal het maar één vergunning zijn die je ontvangt voor twee activiteiten.
Achterliggende gedachte is dat alle activiteiten in één vergunning verleend moeten worden.
Je kan je voorstellen dat niet iedereen daar blij mee is. Ondernemers vroegen zich af of ze
nog wel deelvergunningen mochten aanvragen: vergunningen voor afzonderlijke activiteiten.
Ze vroegen zich dat af omdat bij een geïntegreerde vergunning je groter risico loopt dat het
afgewezen wordt. Als er één activiteit in strijd is met de wet, dan wordt hele vergunning
afgewezen. De Wabo regelt dit in 2.7 Wabo. Daar staat dat aanvraag in principe betrekking
moet hebben op alle ‘onlosmakelijke activiteiten’ binnen het project. Dus je moet alle
onlosmakelijke activiteiten samen aanvragen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tanishavanaalst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73091 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter