Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Economie samenvatting mobiliteit h1 t/m 6 €5,49   Ajouter au panier

Resume

Economie samenvatting mobiliteit h1 t/m 6

 0 vue  0 achat
  • Cours
  • Type

Samenvatting van het onderwerp mobiliteit van economie. Het bevat alle stof van LWEO economie het mobiliteit boekje. Ik heb zelf hiervoor een hoog cijfer gehaald in de toetsweek. In de samenvatting staan niet alleen begrippen, maar ook uitleg. Ook zitten er afbeeldingen in, die het nog duidelijker ...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 17  pages

  • 5 juin 2021
  • 17
  • 2020/2021
  • Resume
  • Lycée
  • 5
avatar-seller
Economie samenvatting: mobiliteit
Hoofdstuk 1: schaarste en ruil

Mobiliteit= bewegelijkheid (afstanden afleggen)
Uitleggen wat de economische invalshoek is bij het bestuderen van menselijk gedrag

Door de groei van de mobiliteit kan de arbeidsproductiviteit groeien.
Levensbehoeften= behoeften die iedereen nodig hebt (voedsel, onderdak, kleding).
Absolute en relatieve schaarste onderscheiden

Mensen hebben oneindig veel behoeften  maar de middelen zijn beperkt.

Schaarste= de spanning tussen oneindige behoeften en beperkte middelen
Absolute schaarste= als er een tekort is aan een goed (voedselschaarste bij een hongersnood)
Relatieve schaarste= als er middelen opgeofferd moeten worden om een goed te maken

Om de schaarste te verminderen  worden er goederen en diensten geproduceerd.

Stoffelijke goederen= goederen die je kan aanraken (telefoon)
Onstoffelijke goederen= goederen die je niet kan aanraken (vakantiereizen)
Vrije goederen= als het niet schaars is en er geen offers voor nodig zijn (de zon, lucht)
De kenmerken noemen van een economische keuze:

De middelen waarover mensen beschikken, kunnen op verschillende manieren worden ingezet
 deze middelen zijn alternatief aanwendbaar

Bij het kiezen van een product of dienst  kijk je waar de laagste opofferingskosten zijn.

Arbeidsdeling= efficiënter om het arbeidsproces te verdelen in afzonderlijke taken
 mensen specialiseren zich op 1 activiteit waar ze dan beter in worden.

Arbeidsdeling en specialisatie  zorgt voor verschillende beroepen

Ruil= om ieder in zijn verschillende behoeften te voorzien, moet er geruild worden.

 Beide partijen moeten bij een ruil er beter van worden (win-winsituatie)

Directe ruil/ ruil in natura= de ruil van goederen tegen goederen.

 Zorgt voor veel inspanning: koper zoeken, onderhandelen prijs, zoektijd
Beschrijven welke invloed de ontwikkeling van de ruil in de loop der tijd heeft op transactiekosten.

Transactiekosten= alle kosten die gemaakt worden om een ruil tot stand te brengen.
Indirecte ruil= de ruil van goederen en diensten voor een ruilmiddel (nu geld, vroeger zout)

Ruilmiddel= een goed wat iedereen wilt hebben en waarmee je kan ruilen (nu geld)
Giraal geld= geld op de bankrekening
Chartaal geld= geld in vorm van biljetten en munten
Drie functies van geld onderscheiden en herkennen
Vaststellen welke kosten transactiekosten zijn

,3 functies van geld:

1. Ruilmiddel/ betaalmiddel  om goederen mee te ruilen/ goederen mee te kopen
2. Rekenmiddel  de waarde van producten drukken we in geld uit.
3. Spaarmiddel  als er een deel van het inkomen niet wordt gebruikt, maar wordt gespaard.
Onderscheiden of economische activiteiten horen tot de marktsector of de niet-marktsector
Onderscheiden of economische activiteiten horen tot het formele sector of het informele sector.

Ruil vindt plaats op een markt  hier worden producten aangeboden door de producten (verkoper)
en gevraagd door de consument (koper)

 Markten zorgen ervoor dat producten terecht komen waar behoefte is aan die producten.
 Op de markt wordt de prijs bepaald door vraag en aanbod

Feitelijke transactie= geld wordt als ruilmiddel gebruikt

Niet-formele sector/ zwarte circuit= transacties die worden verzwegen voor de belastingdienst
waardoor de productie van deze goederen/diensten niet wordt geregistreerd.

 Hoort bij de informele economie

Formele sector/ witte circuit= opgegeven transacties aan de belastingdienst.

Niet-marktsector= activiteiten waar geen marktprijs wordt bepaald en de prijs niet wordt bepaald
door vraag en aanbod.
 Onderwijs, ziekenhuizen, overheid

 Deze activiteiten worden geregistreerd en zijn dus deel van de formele sector.

Grijze circuit= een deel van de activiteiten van de niet-marktsector worden niet-geregistreerd.

 Horen bij de informele economie
 Bijv. wassen auto voor rijlessen

Niet-betaalde activiteiten grijze circuit:

1. Huishoudelijke arbeid
2. Vrijwilligerswerk
3. Doe-het-zelfarbeid: schilderen, repareren fietsband
4. Directe ruil

, Hoofdstuk 2: ruiltransacties en welvaart
Met een kosten-batenanalyse uitleggen wat het effect van een ruiltransactie is op de welvaart.

Betalingsbereidheid= het bedrag dat je maximaal bereid bent om te betalen voor een product.

Kosten= de waarde van de opgeofferde schaarse middelen
Baten= het tegenovergestelde van kosten, wat levert het op, behoeftebevrediging

Kosten-batenanalyse= bij een economische keuze worden de kosten en baten tegen elkaar
afgewogen

 Bij investeringen liggen kosten meestal in het heden en baten in de toekomst.
 Er wordt gekeken of de baten van de investering opwegen tegen de kosten.
Uitleggen wanneer er sprake is van een Pareto-efficiënte situatie.

Om te bepalen of een economie een maximale welvaart bereikt  Pareto

 De totale welvaart is Pareto-efficiënt/ Pareto-optimaal als de welvaart van 1 persoon niet
kan toenemen zonder dat de welvaart van iemand anders afneemt.

Als de winst van iemand omhoog gaat met verlies van wint van iemand anders  de oorspronkelijke
verdeling van de prijzen is Pareto-efficiënt.

Nivellering= het gelijktrekken van de inkomens door ingrijpen van de overheid (gelijk maken)
Denivellering= toenemen van verschillen (ongelijk maken)
Kritiek op de welvaartstheorie beschrijven

Volgens de welvaartstheorie ontstaat welvaart als gevolg van een ruiltransactiekosten.

 Veel kritiek op deze kijk op het ontstaan van welvaart:
- De welvaartstheorie kijkt uitsluitend naar ruiltransacties in de formele economie
- Activiteiten in de informele sector worden niet meegeteld (verbouwen eigen groente)
- Geen rekening gehouden met schade in het milieu
Met behulp van het begrip betalingsbereidheid het consumentensurplus bepalen bij een ruiltransactie
Het consumentensurplus in een grafiek met een vraaglijn en aanbodlijn aangeven en berekenen.

Ruilen kan de koper en de verkoper een voordeel opleveren

Individuele consumentensurplus= het verschil tussen het bedrag dat een koper maximaal bereid is
te betalen en de prijs die hij in werkelijkheid betaalt.

Bij het uitbrengen van een bod maakt de bieder een afweging tussen kosten en baten.

 Baten: de waarde van het bezit/ betalingsbereidheid
 Kosten: het bedrag wat je voor het product betaalt.
 Individuele consumentensurplus: het verschil tussen deze twee/ het voordeel
- voordeel: baten – kosten
Met behulp van het begrip leveringsbereidheid het producentensurplus bepalen bij een ruiltransactie
Het producentensurplus in een grafiek met een vraaglijn en aanbodlijn aangeven en berekenen.

Leveringsbereidheid= de laagste prijs waarvoor een aanbieder zijn product wil verkopen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Birgittimmerman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter