Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Regulatie & integratie | week 1 | 93 oefenvragen met antwoorden €2,99   Ajouter au panier

Autre

Regulatie & integratie | week 1 | 93 oefenvragen met antwoorden

 32 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement
  • Book

93 oefenvragen met antwoorden over de stof uit alle onderwijsvormen van week 1 van regulatie & integratie. Inclusief overzichten bij AZS, bloedstroom in de huid, effect verandering kerntemperatuur op set point zweten/rillen, hormonale veranderingen menstruele cyclus, thecacellen en granulosacellen,...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 1 année de cela

Aperçu 4 sur 32  pages

  • 3 juin 2021
  • 17 avril 2023
  • 32
  • 2020/2021
  • Autre
  • Inconnu
avatar-seller
week 1 → vragen




Inleiding regulatie en integratie • Hoorcollege 1

1. Wat is een voorbeeld van een open regelsysteem?

2. Wat is een voorbeeld van positieve feedback?

3. In welk onderdeel van een regelsysteem is een fout fataal?
⬜ Effector

⬜ Sensor

⬜ Referentiewaarde



4. De referentiewaarde (R) en gemeten waarde (S) zijn altijd gelijk.
a. Juist
b. Onjuist

5. Een herseninfarct en de Cheyne-Stokes-ademhaling zijn beide voorbeelden
van disregulatie.
a. Juist
b. Onjuist

6. Welke stelling(en) is of zijn juist?
⬜ Er zijn relatief weinig transmitters en veel hormonen

⬜ Het AZS reageert trager dan het hormonaal systeem

⬜ Het hormonaal systeem is weefselspecifiek

⬜ Signaaltransport is in het AZS vooral elektrisch



7. Neuronen en endocriene cellen genereren beide elektrische potentialen.
a. Juist
b. Onjuist

8. Welk systeem heeft een inhiberend effect?
a. Orthosympatisch
b. Parasympatisch




R&I → week 1 → vragen → 1

,9. Welk deel van de bijnier geeft catecholaminen als adrenaline af?
a. Cortex
b. Medulla

10. Welke receptor bevindt zich pre-ganglionair?
a. M1
b. N2
c. α2
d. β1

11. Welke receptoren reageren sterker op adrenaline dan op noradrenaline?
⬜ α1

⬜ α2

⬜ β1

⬜ β2

⬜ β3



12. Noem een voorbeeld van de 3 categorieën hormonen.

13. Alleen de vrije fractie hormonen is actief.
a. Juist
b. Onjuist

14. Hormonen op intracellulaire receptoren hebben sneller effect dan op
membraanreceptoren.
a. Juist
b. Onjuist

15. Hoe vindt voortgeleiding van hormonen van de hypothalamus naar de
hypofyse plaats?




R&I → week 1 → vragen → 2

,Autonoom zenuwstelsel • Werkgroep 1

16. Wat wordt geïnnerveerd door het enterisch zenuwstelsel?
⬜ Bloedvaten

⬜ Gladde spieren

⬜ Klieren



17. Welke plexus bevindt zich in de muscularis propria?
a. Plexus van Auerbach
b. Plexus van Meissner

18. De plexussen van het enterisch zenuwstelsel bevinden zich alleen in de dunne
en dikke darm.
a. Juist
b. Onjuist

19. Welke sfincter van de urethra is somatisch geïnnerveerd?
a. Interne
b. Externe
c. Beide
d. Geen

20.Via welk mechanisme wordt de hartfrequentie verhoogd bij sympatische
stimulatie?

21. Via welke zenuwen worden prikkels geregistreerd door baroreceptoren
voortgeleid?

22. Zweetklieren zorgen voor vasoconstrictie door bradykinine.
a. Juist
b. Onjuist

23.Waar in de bijnier wordt cortisol gemaakt?
a. Merg
b. Schors

24.Wat is een verschil tussen het zenuwstelsel en de bijnieren?
a. Activator
b. Oorsprong
c. Product
d. Snelheid




R&I → week 1 → vragen → 3

, Thermoregulatie • Interactief college 1

25. Wat is de basis van lichaamswarmte?

26.Is lichaamswarmte overal hetzelfde?

27. Waar in het lichaam bevinden zich de belangrijkste groepen thermosensoren?

28.De kerntemperatuur is altijd gelijk.
a. Juist
b. Onjuist

29.Welk gedeelte van de hypothalamus regelt warmteproductie?
a. Anterior
b. Posterior

30.Welk gedeelte van de hypothalamus vormt het schakelstation naar de
hersenstam?
a. Anterior
b. Posterior

31. Van welke sensoren zal de vuurfrequentie toenemen als de temperatuur daalt?
a. Koudesensoren
b. Warmtesensoren

32.Toename van vuurfrequentie van koudesensoren vindt alleen plaats bij ↓ van
de omgevingstemperatuur.
a. Juist
b. Onjuist

33. Bij uitval van de area preoptica ontstaat het risico op:
a. Hyperthermie
b. Hypothermie

34. Informatie uit perifere thermosensoren ascendeert in het ruggenmerg via
de tractus spinothalamicus alléén naar de hypothalamus.
a. Juist
b. Onjuist

35.Op welke wijze kan het lichaam warmte afgeven?

36.Hoe hangt het setpoint van zweten af van de buitentemperatuur?


R&I → week 1 → vragen → 4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur daanannaveld. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99
  • (0)
  Ajouter