INSPANNINGSFYSIOLOGIE
Phebe Goris
2020-2021
,BASISTERMEN
Fysieke activiteit wordt gedefinieerd als elke lichamelijke beweging die wordt geproduceerd door
skeletspieren en die resulteert in energieverbruik die hoger is dan het verbruik in rust.
Inspanning/exercise is een onderdeel van fysieke activiteit die gepland, gestructureerd, repetitief en
doelgericht is in de zin dat verbetering of handhaving van de fysieke fitheid het doel is.
Fysieke fitheid/physical fitness omvat cardiorespiratoire fitheid, spierkracht, lichaamssamenstelling en
flexibiliteit, bestaande uit een reeks eigenschappen die mensen hebben of bereiken die betrekking
hebben op het vermogen om fysieke activiteit uit te voeren. Dit is een meetbaar gegeven.
Verschil:
Sport = gestructureerd in een team, competitie
Inspanning = gestructureerd, bewegen voor het plezier,
niet binnen clubverband
Fysieke activiteit transport: bv fietsen naar werk, niet in
clubverband, niet met een bepaald doel
Fysieke activiteit vrije tijd
Trainingsfysiologie vs Sportfysiologie
Trainingsfysiologie bestudeert hoe de structuren en functies van het lichaam worden veranderd bij
blootstelling aan acute en chronische periodes van lichaamsbeweging.
Sportfysiologie past trainingsfysiologische concepten toe op de training en prestaties van een atleet.
Acute respons vs Chronische fysiologische aanpassingen
Een acute respons op lichaamsbeweging houdt in hoe het lichaam reageert op 1 fysieke inspanning
Bv je hartfrequentie gaat toenemen als je meer dan 10 minuten een jogging gaat doen
Wat is het effect van zo een acute inspanning? Op je gezondheid zal dit geen effect hebben. Je gaat
geen goede tijd lopen op een marathon als je 1 keer 1 fysieke inspanning hebt gedaan.
Chronische fysiologische aanpassingen op lichaamsbeweging geven aan hoe het lichaam in de loop
van de tijd reageert op de stress van herhaalde inspanning. Er gebeuren adaptaties. Je gaat fysieke
inspanning herhalen.
Bv trainingsprogramma (bv 4 dagen/week gedurende 6 maanden) om je voor te bereiden op een
marathon in een warme en hete omgeving
Basis trainingsprincipes
Individualiteit: Overweeg de specifieke behoeften en mogelijkheden van je individu
→ Als je iemand fysieke training geeft dan moet je naar het individu kijken want niet iedereen
reageert op dezelfde manier
1
,Specificiteit: Benadruk de fysiologische systemen die cruciaal zijn voor de specifieke inspanning
(uithoudingsvermogen, kracht, coördinatie)
→ Als je een goede tijd wilt lopen op een marathon dan moet je niet alleen maar squats doen bv. je
moet verbeteren daar waar je in traint
Progressieve overload: verhoog de trainingsprikkel naarmate het lichaam zich aanpast
→ Je moet op regelmatige basis een stimulus/prikkel geven aan het lichaam om een adaptie te
verkrijgen.
Moeilijk/gemakkelijk: wissel hoge intensiteit af met lage intensiteit of lange en korte trainingen
→ Je kan intensiteit of duur van een inspanning aanpassen
Exercise load/inspanningsbelasting
Dit wordt bepaald door de:
o Intensiteit (I)
Bv (sub)maximale intensiteit, HR 160 bpm, 60% HRmax, 50% VO2max; …
o Duur (D)
Bv 30 seconden, 60 minuten, 3 uur
o Frequentie (F)
Bv 1 dag, 2x/week, 5x/maand
→ I x D x F = ‘load’
Het is altijd een combinatie van intensiteit, duur en frequentie die de totale belasting gaat bepalen.
Inspanningsmodaliteiten
Verschillende soorten inspanning:
o Steady-state-inspanning
= aan dezelfde intensiteit
Bv 1u hardlopen aan 11 km/u, half uur fietsen aan 60% VO2max
o Stijgende intensiteit
Bv maximale inspanningstest - aëroob (lage intensiteit) of anaëroob (hoge intensiteit)
o Intermitterend
Bv 100 m sprint - 300 m joggen met lage intensiteit - 100 m sprint - ...
Soorten inspanning
o Duurinspanning - aëroob
Bv marathonlopen, triatlon, fietsen, zwemmen van België naar UK, ...
o Krachttraining – anaëroob
Bv krachtheffen, kogelslingeren, bodybuilding, ...
→ Resistance training = Krachttraining (≠ Weerstandstraining)
o Combinatie van uithoudingsvermogen, snelheid, coördinatie, behendigheid, ...
Examen
Interpreteren van grafiek is heel belangrijk. Benoem altijd je!
Interpreteren van tabel moet je ook kunnen.
2
, HORMONALE CONTROLE TIJDENS
INSPANNING
HET ENDOCRIENE SYSTEEM
Het endocriene systeem is een communicatiesysteem
o Zenuwstelsel = elektrische communicatie
→ Neuronen werken met fysieke verbindingen die in de hersenen beginnen en dan naar
plaatsen over het gehele lichaam gaan
→ Het neurale systeem werkt via een systeem waar 1 signaal aankomt en een ander signaal
terug weg kan gaan
o Endocriene systeem = chemische communicatie
→ Het werkt met hormonen. Die hormonen komen in de bloedbaan terecht en die gaan zich
dan verspreiden over het hele lichaam en dan gaan ze een actie uitvoeren daar waar er
receptoren voor zijn
De reactie van het endocriene systeem is trager dan het zenuwstelsel
Het endocriene systeem onderhoudt/bewaart de homeostase via hormonen
o Chemicaliën die de cel-/orgaanactiviteit controleren en reguleren
o Inwerken op doelcellen via hormonale receptoren
Waar dient het endocriene systeem nog voor?
o Bewaakt constant de interne omgeving
o Coördineert de integratie van fysiologische systemen tijdens rust en inspanning
o Handhaaft homeostase tijdens inspanning
→ Regelt het metabolisme van het substraat
→ Reguleert de vocht- en elektrolytenbalans
Inspanning vertegenwoordigt een fysieke belasting die de homeostase uitdaagt. Inspanning zorgt voor
een verstoring van de homeostase in een positieve zin.
HORMONALE REGULERING VAN HET METABOLISME TIJDENS INSPANNING
Belangrijkste endocriene klieren die verantwoordelijk zijn voor metabolische regulatie:
o Anterieure hypofyse
o Schildklier/ glandula thyroidea
o Bijnier
o Alvleesklier/ Pancreas
Hormonen die door deze klieren worden afgegeven, beïnvloeden het koolhydraat- en vetmetabolisme
tijdens inspanning.
Pituitary gland/hypofyse
De secretoire werking wordt gecontroleerd door neurale mechanismen of andere hormonen die
worden uitgescheiden door de hypothalamus (HPA-as)
3