SAMENVATTING
SEMINARIE BESTUURSNIVEAU:
SOCIAL PROFIT SECTOR
2020-2021
UNIVERSITEIT GENT | PROF BEN SUYKENS, BRAM VERSCHUERE | SOCIAL PROFIT
SECTOR
,Seminarie bestuursniveau: social profit sector
Cluster 1. Situering social profit sector………………………………………………………………………….……..2
Les 1. Inleiding, plaatsbepaling en definities……………………………………………………………………….…2
Les 2. Ontstaanstheorieën……………………………………………………………………………………………….….13
Les 3. Non-profit governance en management……………………………………………………………………21
Les 4. Relatie overheid-middenveld…………………………………………………………………………………….27
Les 5. Coproductie……………………………………………………………………………………………………………….34
Cluster 2. Uitdagingen social profit sector
Les 6. Case non-profit management – Iedereen ondernemer? Vermarkting in het Vlaamse
middenveld…………………………………………………………………………………………………………………….…..39
Les 7. Case non-profit management – Ze komen niet. Het middenveld in Vlaanderen en
nieuwe Vlamingen…………………………………………………………………………………………………………..….46
Les 8. Case relatie overheid-middenveld: Bestuurlijke relaties onder druk?...........................49
Les 9. Case relatie overheid-middenveld: Neemt het middenveld nog een politieke rol op?.61
Les 10. Case Coproductie: publieke waarden gerealiseerd?....................................................66
Les 11. Case non-profit management – Beroepskrachten in het middenveld: onvermoeide
idealisten of de burn-out nabij?......…………………………………………………………………………………….70
1
,CLUSTER 1. SITUERING SOCIAL PROFIT SECTOR
LES 1. INLEIDING EN PLAATSBEPALING
- Alles wat niet publiek (staat), for-
profit (markt) en informeel
(gemeenschap)
- Heterogene groep van organisaties:
kleine theatergezelschappen,
jeugdbeweging tot mutualiteiten &
vakbonden
- Ontstaan vanuit de gemeenschap
(wederzijds vertrouwen), met als
doel om in te zetten op sociale
dienstverlening, politisering, en/of
samenlevingsopbouw
- Logica: wederzijdse zorg
1.1 DEFINITIE VAN DE SOCIAL PROFIT SECTOR
4 definities: wettelijke, functionele, economische en structureel-operationele definitie.
1.1.1 WETTELIJKE DEFINITIE:
Uitgangspunt: Hoe nonprofit in de wet geschreven staat: landgebonden. Nuttig voor nationaal
onderzoek – homogene populatie.
2 soorten nonprofits met belastingscode c3 en c4 in de non-profit-
sfeer van de VS:
Internationale vergelijking: bottom-line = andere regelgevende
kaders stimuleren ander organisatiegedrag, bv:
Ondanks dat deze social profits op papier hetzelfde zijn, zijn ze actief in een andere juridische
omgeving, wat leidt tot andere keuzes.
2
,1.1.2 FUNCTIONELE DEFINITIE:
Uitgangspunt: je bent wat je doet. Oogmerk publiek belang.
1. Het dienen van het ‘publiek belang’: hulp aan doelgroepen: armen, ouderen, zieken (= private
activiteiten voor het publieke goed)
2. Grosso modo drie rollen:
o dienstverlenende rol
o politieke rol
▪ politiek debat aanwakkeren (campagnes, signaalfunctie)
▪ beleidsbeïnvloeding/belangenbehartiging
o maatschappelijk weefsel versterken
1.1.3 ECONOMISCHE DEFINITIE:
Uitgangspunt: ‘nonprofit’. Financieel gedrag zoals winst maken en uitkeren
Inkomstenstructuur: inkomen niet hoofdzakelijk uit verkoop van goederen en diensten, of belastingen,
maar uit giften en bijdragen van leden en uit overheidssubsidies.
“Residuele economische identiteiten”: de organisaties die overblijven wanneer commerciële firma’s,
overheidsdiensten en huishoudens geïdentificeerd zijn.
Angelsaksische landen: Non-
distribution constraint1
West-Europa: Limited distribution
constraint
De hervorming van vzw wetgeving is
erop gericht om een anomalie uit de
wetgeving te werken:
- VZW’s: mogen bijkomstige
commerciële activiteiten
uitvoeren: wat is bijkomstig vs
substaniteel (bv. Natuurpunt
brouwt een eigen bier, wanneer
concurreren ze met for-profit
brouwerijen?)
- Nieuwe invulling vzw is erop
gericht om deze discussie te omzeilen, en stelt dat men het niet mag verdelen
- Om te vermijden dat for-profit die geen winst uitkeren zich als nonprofit voordoen
1
Organisaties mogen geen winsten distribueren aan stakeholders of werknemers
3
, ARTIKEL: Haeck, B. (2018, 8 mei). Een op de twee jobs ontstaat in een vzw. De Tijd.
https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie/federaal/een-op-de-twee-jobs-ontstaat-in-
een-vzw/10009649.html (volledig artikel te vinden in pdf op ufora, is te kennen leerstof)
Vraag: “Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen een vzw en een onderneming?”
Verschillen Gelijkenissen
• Bottom-line: vzw’s streven niet naar • Grootte (vb. Familiehulp, Broeders van
winstmaximalisatie, eventuele winst moet Liefde)
geherinvesteerd worden in de sociale • Jobcreatie
missie • Juridisch statuut
• Vzw’s kunnen ook failliet gaan.
• Vzw’s zijn in sterke(re) mate afhankelijk van
publieke financiering.
- ‘kwetsbaarheid’
- grote(re) liquide reserve
1.1.4 STRUCTUREEL-OPERATIONELE DEFINITIE
Volgens deze definitie kan een organisatie als non-profit worden beschouwd als ze aan 5 kenmerken
voldoet. De structureel-operationele definite is het nuttigste voor internationale vergelijking.
Structuur en werking van de organisatie, 5 kenmerken:
1. Georganiseerd, geïnstitutionaliseerd
• Mate van formaliteit, groep mensen met gemeenschappelijke doelen, en een
gemeenschappelijke visie van aanpak
2. Privaat, afgescheiden van de overheid
• Geen deel van overheidsapparaat
• Kunnen wel subsidies van overheid ontvangen
• Lakmoesproef: kan de organisatie zichzelf opheffen?
3. Zelfbesturend
• Organisatie moet eigen activiteiten kunnen controleren
• Eigen procedures en autonomie
• Overheidsvertegenwoordiger in RvB kan
4. Non-profit-distributing
• Mogen winst maken
• Maar winst mag niet uitgekeerd worden
• Investeren in de organisatie
• Geen expliciet winstmotief
5. Vrijwillig
• Vrijwilligers werken mee in de organisatie (vb. via raad van bestuur)
• Lidmaatschap, donaties etc. zijn ook vrijwillig. Dit sluit bvb. verplicht aan te
• sluiten beroepsverenigingen uit.
4
, 1.1.5 EEN MAATSCHAPPIJ MODEL
Vzw’s behoren niet tot de overheid. Er zijn veel mengvormen. Noch ideaaltypisch overheid, noch
ideaaltypisch markt.
Social profit als ideaal-type?
Profit en social profit zijn uiteinden van een continuüm.
Eigenschappen van het ideaaltype van de social profit organisatie:
- Levert een product af dienst die een sociaal en sociaal verantwoorde meerwaarde oplevert
- Streeft bewust hoogstens een beperkte vergoeding na van de oprichters voor hun inbreng
- Gebruikt ethisch en maatschappelijk verantwoorde middelen en bedrijfsmethoden
- Houdt rekening met de belangen van al haar stakeholders
Differentiatie tussen verschillende types social profits en bedrijven:
5