OG1: Europese integratiegeschiedenis & de instellingen
Europees recht, randnr. 1-60, 79-88, 404-424, 427-456, 462-477
DEEL I: VAN EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TOT EUROPESE UNIE
Europees recht/ Unierecht= recht van de Europese unie.
- Steunt op twee verdragen:
VEU
VWEU
- Oorspronkelijk op 3
EGKS
EG
Euratom/EGA
Hoofdstuk 1: De oprichting van de Europese gemeenschappen
I. Naoorlogse stappen naar Europese integratie
In het begin van de 20e eeuw werkten vooraanstaande politici en intellectuelen concrete voorstellen uit
om via een geleidelijke, vrijwillige samenwerking tussen Staten tot “Europese integratie” te komen.
Winston Churchill – “a kind of Untited States of Europe”
Op kleinere schaal hadden de Benelux-landen het voorbeeld gegeven door onderling een douane-
unie in te stellen, die later werd omgezet in een economische unie waarbinnen het economische,
financiële en sociale beleid kon worden gecoördineerd.
Eerste vorm van economische samenwerking: Organisatie voor Europese Economische
Samenwerking
Eerste vorm van militaire samenwerking: samenwerking tussen FR, VK en de Benelux-landen door de
ondertekening van het Verdrag van Brussel.
Congres van den Haag: enerzijds zou de Europese organisatie het democratisch bestel van de
Europese staten moeten vrijwaren door multilateraal toezicht op de naleving van mensenrechten.
Anderzijds zou het in gemeenschap brengen van de cruciale componenten van het economische,
industriële en dus ook politieke leven elk oorlogsgevaar in West-Europa moeten bezweren.
Raad van Europa: meg zich met alle politieke, economische en sociale onderwerpen van Europees
belang inlaten en heeft dus een uitgebreider actieterrein dan de EU. Gevestigd in Straatsburg.
EVRM: eerste expressie van supranationaliteit in het Europese integratieproces. Met de creatie van
het EHRM voorziet het EVRM immers een afdwingingsstructuur die de staten onderwerpt aan
‘Europees’ toezicht op naleving.
II. Het EGKS-Verdrag
Schuman-plan: op 9 mei 1950 lanceerde de Franse minister BUZA (Robert Schuman) het voorstel om
de sectoren kolen en staal ven Europese staten onder een gemeenschappelijk beleid te brengen.
Waarom?
- Economische en politieke macht van DUI te versterken t.o.v. de Sovjetexpansiedrang
- Derde herleving van een Duitse oorlogsmachine te voorkomen
EGKS: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (BE, DUI, FR, IT, L, NL). het EGKS-Verdrag
richtte een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal in, door binnen de Gemeenschap alle in-
en uitvoerrechten of heffingen met daaraan gelijke werking en alle kwantitatieve beperkingen van het
goederenverkeer af te schaffen en te verbieden, evenals alle handelingen die discrimineren tussen
producenten, kopers, verbruikers of die de vrije keuze van leverancier belemmeren.
Instellingen: traité-loi: haast alle regels die de lidstaten noodzakelijk achtten voor het vlot functioneren
van een gemeenschappelijke markt in de sectoren kolen en staal werden in het Verdrag neergeld.
- Hoge Autoriteit (onafhankelijke experten): geven van bindende beschikkingen en
aanbevelingen
1
Samenvatting OG1
, - HA + Bijzondere Raad (vertegenwoordigers lidstaten): maken van fundamentele beslissingen
- Gemeenschappelijke Vergadering (vertegenwoordigers nationale parlementen): controleren
- Hof van Justitie: verzekeren van de eerbiediging van het recht bij de uitleg en de toepassing
van het verdrag en deszelfs uitvoeringsvoorschriften.
III. Plannen voor politieke samenwerking
Defensiegemeenschap: plan dat het Europese vasteland een militaire beveiligingsstructuur wilde
oprichten tegenover het expanderende communisme zonder het Franse verzet tegen een Duitse
herbewapening te veronachtzamen (Verdrag tot oprichting van de Europese Defensie-Gemeenschap
(EDG)).
Het hele opzet viel echter in duigen toen de Franse Assemblée nationale besloot de ratificatie van het
EDG-Verdrag voor onbepaalde tijd uit te stellen.
Verzet:
- Gaulisten: vreesden de Franse soevereiniteit te zullen moeten prijsgeven
- Communisten: huiverden voor een Duitse herbewapening
IV. Het EEG-Verdrag en het EGA-Verdrag
Spaakrapport: een veelomvattend programma dat met de vorming van een gemeenschappelijke markt
samenhing.
- Problemen
Kon onmogelijk gedetailleerd in een verdrag worden neergelegd
Het EGKS-normeringsproces moest worden herdacht, zodat de nieuwe structuur in
staat zou zijn om in te spelen op sociaal-economische evoluties
EEG: EEG-Verdrag/Verdrag van Rome: dit verdrag nam de materiële doelstellingen en de
institutionele structuur over die het Spaak-rapport voorstelde.
EURATOM: EGA-Verdrag/Euratom-Verdrag/Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap
voor Atoomenergie. Het verdrag beoogde de voorwaarde te scheppen voor een snelle ontwikkeling
van de industrie op het gebied van de kernenergie.
Traité-cadre: bevatte bepalingen betreffende het functioneren van de instellingen en de
besluitvorming. Binnen het “kader” van het EEG-Verdrag – en op grond van dit verdrag – werd een
belangrijk geheel van regels uitgevaardigd, zodat evengoed kan worden gesproken van een traité-
constitution.
Samenvoeging van de drie gemeenschappen met de Overeenkomst: er zouden één parlement en één
HvJ voor drie gemeenschappen optreden, dit volgens de bevoegdheden die aan deze instellingen
toekwamen in de onderscheiden Verdragen.
Communautaire methode
V. Het supranationale karakter van het gemeenschapsrecht
Gemeenschapsrecht: EG-Verdrag + EGA-Verdrag. Bestond uit de wetgevende en uitvoerende
handelingen die op grond van de verdragen werden uitgevaardigd en uit de rechterlijke interpretatie
van al deze normen, aangevuld met de ongeschreven algemene beginselen van hoger recht.
Supranationaal:
- Onafhankelijke organen
- Besluitvorming bij meerderheid: bindend voor alle lidstaten en worden op een uniforme wijze
uitgelegd
2
Samenvatting OG1
, - Toezicht op nakoming van gemeenschaps-/Unierecht : elk geschil betreffende de uitlegging of
de toepassing van het gemeenschapsrecht worden beslecht op de wijze die in het Verdrag is
voorgeschreven. De arresten van het Hof zijn bindend voor de hele Unie.
- Eigen rechtsorde: de communautaire rechtsorde heeft als wezenlijke kenmerken de
mogelijkheid voor particulieren om zich in rechte te beroepen op een reeks bepalingen van
gemeenschapsrecht en bij conflict tussen normen van Unierecht en nationale rechtsnormen
op de voorrang van het Unierecht (Costa/ENEL + Van Gend en Loos).
Rechten voor particulieren: Arr. Van Gend en Loos. Het gemeenschapsrecht kan niet alleen
verplichtingen in het leven roepen voor particulieren, maar kan ook rechten scheppen die zij “uit eigen
hoofde kunnen geldig maken”.
Voorrang van gemeenschaps-/Unierecht: tussen de verschillende rechtsordes die door de verdragen
worden opgericht, neemt de communautaire rechtsorde een bijzondere plaats in, omdat zij de lidstaten
de vrijheid ontneemt om de positie van het gemeenschapsrecht ten aanzien van het interne recht te
bepalen. Arr. Costa/ENEL.
Hoofdstuk 2: Intergouvernementele samenwerking tussen de EG-lidstaten
Intergouvernementele samenwerking: afspraken gemaakt tussen vertegenwoordigers van de
uitvoerende macht of regering van de betrokken staten.
- Zonder gebonden te zijn aan de bevoegdheids- en procedureregels
- Heeft pas rechtskracht in de nationale rechtsorde wanneer zij daarin specifiek worden
opgenomen
- Verlenen geen rechten aan particulieren
I. Europese politieke samenwerking
Fouchet-plan: vorming van een politieke unie. Het strandde uiteindelijk op de vrees van kleinere
lidstaten dat de bevoegdheden en het reeds verworven supranationale karakter van de
Gemeenschappen zouden worden aangetast.
Europese Politieke Samenwerking (EPS): vormen van een buitenlands beleid. Ten aanzien van de
lidstaten vormden de beslissingen een soort soft law, zonder kracht van gemeenschapsrecht.
Europese Raad: diende impulsen te geven aan de EPS, maar ook politieke beslissingen te nemen in
aangelegenheden die behoorden tot het bevoegdheidsdomein ven de Gemeenschappen. Pas na het
Verdrag van Lissabon zou het een van de instellingen van de EU worden.
II. Europese monetaire samenwerking
Europees monetair stelsel: streven naar een beperking van schommelingsmarges.
III. Politiële en justitiële samenwerking
Intergouvernementele initiatieven: vanaf 1975 kwamen ministers regelmatig bijeen voor een
bespreking van vraagstukken van openbare orde, zoals terrorisme en andere vormen van
internationale misdaad. Diverse andere intergouvernementele organen coördineerden en
bestudeerden het nationale politiële beleid. Het probleem was dat dergelijke overeenkomsten slecht in
werking konden treden nadat zij door alle lidstaten waren geratificeerd.
Schengen-Overeenkomst: in 1990 sloten de Benelux-landen het FR en DUI de Overeenkomst van
Schengen. In 1992 lanceerde de Gemeenschap het interne marktprogramma met de afschaffing van
de personencontroles aan de binnengrenzen van de Gemeenschap. Geleidelijk aan traden ook
andere lidstaten toe tot de Schengen-samenwerking. Met het Verdrag van Amsterdam werd het
“Schengen-acquis” in de EU geïncorporeerd.
Hoofdstuk 3: Het bijeenbrengen van de integratiesporen in een Europese Unie
I. Stappen naar een Europese Unie
Ontwerpen: Ontwerp van Verdrag tot oprichting van een Europese Unie. Uiteindelijk was het verdrag
niet goedgekeurd, maar bracht de politieke discussie over een wijziging van de bestaande verdragen
op gang.
3
Samenvatting OG1
, Europese akte: de Intergouvernementele Conferentie van 1985 resulteerde in de Europese Akte.
- Bracht wijzigingen in de drie Gemeenschapsverdragen
Kende aan de EG nieuwe bevoegdheden toe
Stelde de voltooiing van de gemeenschappelijke markt in het vooruitzicht
- Codificeerde voor het eerst de praktijk betreffende de EPS
II. De oprichting van de Europese Unie
Verdrag van Maastricht: de Europese Raad besloot in december 1989 in Straatsburg om een
intergouvernementele conferentie bijeen te roepen die de nodige wijzigingen aan het EEG-Verdrag
zou vastleggen om een economische en monetaire unie te verwezenlijken. VEU-Verdrag.
Europese Unie: het EU-Verdrag liet de Gemeenschappen bestaan, maar vulde deze aan met een
nieuw overkoepelend geheeld, de Europese Unie.
- Één procedure van toetreding
- Één procedure voor de herziening van de verschillende verdragen
- Het EU-verdrag verleende echter geen rechtspersoonlijkheid aan de Unie
Drie pijlers:
1. Gemeenschapsverdragen
2. Bepalingen betreffende een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)
3. Bepalingen betreffende samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.
Werd herleid tot de politiële en justitiële samenwerking is strafzaken
Wijziging Gemeenschapsverdragen: EEG moest plaats maken voor de EG, die vervolgens ook meer
bevoegdheden kreeg.
GBVB: titel V EU bepaalde niet hoe het GBVB inhoudelijk gestalte moest krijgen, maar werkte de
procedure en instrumenten uit op grond waarvan de instellingen en lidstaten een buitenlands en
veiligheidsbeleid konden voeren. Het GBVB omvatte alle aangelegenheden die betrekking hebben op
de veiligheid van de Unie en kon tot een “gemeenschappelijke defensie” leiden indien de Europese
Raad daartoe zou besluiten (art. 17 (1) EU).
PJSS: titel VI van het VEU vormde het kader voor politiële en justitiële samenwerking tussen de
lidstaten inzake strafzaken.
- Samenwerking die noodzakelijk is om de vrijmaking van het personenverkeer in de interne
markt te begeleiden
- Voorkomen en bestrijden van al dan niet georganiseerde criminaliteit
Institutioneel kader: Europese Raad + de instellingen opgericht door de Gemeenschapsverdragen. De
Europese Raad kreeg de opdracht om de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie te geven
en de algemene politieke beleidslijnen vast te stellen. Het “ene” institutionele kader hield echter niet in
dat die instellingen binnen elk van de drie pijlers van de Unie dezelfde functies vervulden.
Communautaire en intergouvernementele bepalingen: uit art. 47 EU volgde dat de niet-
communautaire bepalingen van het EU-Verdrag geen afbreuk mochten doen aan de
Gemeenschapsverdragen en de Verdragen en akten waarbij deze Verdragen waren gewijzigd of
aangevuld
III. Latere wijzigingen van de Europese Unie
A. Het Verdrag van Amsterdam
Verdrag van Amsterdam: houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
Verdragswijzigingen: het bracht wijzigingen aan in elk van de drie Gemeenschapsverdragen,
herstructureerde het GBVB en voerde een ingrijpende hervorming door van Titel VI EU-Verdrag. op
institutioneel vlak verfijnde het Verdrag de medebeslissingsprocedure.
Nauwere samenwerking: een algemene regeling voor lidstaten die onderling nauwer wensten samen
te werken in communautaire of PJSS-aangelegenheden waarin niet alle lidstaten dezelfde bereidheid
tot samenwerking vertoonden.
4
Samenvatting OG1
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur user2889. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.